Chinezen berusten in inflatie
Mitch Moxley
28 februari 2011
Veel Chinezen gaan ervan uit dat de levensduurte snel zal blijven toenemen. De Chinese regering probeert de inflatie al lang in te tomen, maar zonder succes.
Mijnheer Ma, de eigenaar van een fruit- en groentewinkeltje in de buurt van de Lamatempel in Beijing, zit ermee verveeld dat hij zijn klanten almaar meer moet aanrekenen. Eieren kosten nu 10 yuan (1,10 euro) per kilogram, drie yuan meer dan enkele maanden geleden. De prijs van tomaten is bijna verdubbeld, kool kost zelfs drie keer meer.
Net als veel andere Chinezen gelooft mijnheer Ma niet veel van de beloften van de regering dat ze de prijsstijgingen zal indammen. “De prijzen zullen zeker blijven klimmen”, zegt hij. “We kunnen er niet veel aan doen.”
Consumentenvertrouwen
In januari lagen de consumptieprijzen in China 4,9 procent hoger dan in januari vorig jaar, zegt de regering. Critici beweren dat de statistici de voedselprijzen in hun laatste berekeningen minder gewicht hebben toegekend, en dat het echte inflatiepercentage dus nog hoger ligt.
Het Chinese consumentenvertrouwen zakte het laatste kwartaal van 2010 tot de laagste waarde sinds het crisisjaar 2009, een aanwijzing dat veel Chinezen zich nu zorgen maken dat de inflatie hun welvaart zal aantasten. In het tweede kwartaal van 2010 blaakten de Chinese consumenten nog van economisch zelfvertrouwen.
Levensmiddelen en vooral fruit en groenten zijn de voorbije maanden fors duurder geworden. Ook producten als bier en noedels kosten duidelijk meer. In januari alleen al stegen de prijzen van levensmiddelen met gemiddeld 10,3 procent. De hoge voedselprijzen zijn nu de op twee na grootste zorg van de modale Chinees, na een stabiel inkomen en een goede gezondheid.
Uit enquêtes blijkt dat het leeuwendeel van de Chinezen vreest dat eten ook de komende twaalf maanden duurder zal blijven worden. Dat ligt in de lijn van de voorspellingen van economen. De binnenlandse vraag ligt hoger dan het aanbod en de aangetrokken internationale prijzen maken ook de import duurder.
Rentepeil
Ook de Communistische Partij maakt zich zorgen. In grote delen van China besteden gezinnen tot de helft van hun inkomen aan voedsel. De legitimiteit van het regime berust voor een groot deel op de gestaag toenemende welvaart in het land, en dus is toenemende inflatie heel slecht nieuws voor de Chinese machthebbers.
De regering in Beijing heeft sinds oktober al drie keer het rentepeil verhoogd en probeert de inflatie ook te temperen door banken te dwingen grotere reserves aan te houden. Daardoor circuleert er minder geld, wat de economie moet doen afkoelen en automatisch ook de prijsstijgingen zou moeten temperen. Arme gezinnen kunnen rekenen op overheidshulp, lokale overheden hebben het bevel gekregen ervoor te zorgen dat er voldoende aanbod is op de groentemarkten en ook de prijzen in de studentenrestaurants worden laag gehouden.
Bakolie en bloem
De inflatie verdwijn niet door al die maatregelen, maar voorlopig lijkt het effect wel dat er eerder berusting dan ergernis te bespeuren is bij de meeste Chinezen. “De prijzen stijgen, maar we kunnen er niets aan veranderen”, zegt mevrouw Shao, die een kleine kruidenierszaak uitbaat niet ver van de groentewinkel van mijnheer Ma. Melk, suiker, bier, bakolie, bloem: alles is duurder geworden in haar winkeltje, maar haar omzet lijdt daar voorlopig nauwelijks onder. “De mensen klagen niet vaak”, zegt mevrouw Shao. “Ze weten dat er inflatie is. En een mens moet eten.”
Mevrouw Tong, de eigenares van een winkeltje in de buurt van het station van Andingmen dat noedels aanbiedt, heeft het wel moeilijk. Ze overweegt zelfs haar zaak te sluiten en terug te keren naar de provincie Shandong, waar ze vandaan komt. “Mijn ingrediënten worden almaar duurder en de werknemers blijven opslag vragen. Ik kan deze zaak niet meer draaiend houden.”