Cholera hindert heropbouw van Haïti
13 januari 2012
Twee jaar na de verwoestende aardbeving in Haïti wordt de heropbouw nog altijd gehinderd door cholera. De epidemie heeft al meer dan zevenduizend mensen gedood.
De Pan-Amerikaanse Gezondheidsorganisatie (PAHO), Unicef en de Centers for Disease Control and Prevention (CDC) in de VS kondigden deze week aan dat ze de Haïtiaanse en Dominicaanse regering gaan helpen in de strijd tegen de epidemie. Ze willen de sanitaire voorzieningen en de toegang tot drinkwater snel verbeteren.
Nog tien jaar
Het doel is dat minstens twee derde van de Haïtiaanse bevolking tegen 2015 behoorlijk sanitair heeft. De operatie zal 1,1 miljard dollar (860 miljoen euro) kosten. Het gaat “niet alleen om preventie en controle maar om de eliminatie” van cholera op Hispaniola, het eiland waarop Haïti en de Dominicaanse Republiek liggen, zegt PAHO-directeur Mirta Roses.
Gebaseerd op eerdere epidemieën in Afrika en Centraal-Amerika verwachten experts dat het ongeveer tien jaar zal duren om de ziekte helemaal onder controle te krijgen in Haïti.
De cholera-epidemie begon in oktober 2010, tien maanden na de aardbeving. Meer dan honderd jaar was de ziekte niet meer voorgekomen op Haïti.
De epidemie maakte al minstens zevenduizend dodelijke slachtoffers. De ziekte verspreidde zich razendsnel en meer dan een half miljoen mensen werd zwaar ziek. Volgens de CDC gaat het om de grootste cholera-epidemie in één regio in de moderne geschiedenis.
Duizend gevallen per dag
Het aantal doden is gedaald maar nog steeds komen er tweehonderd nieuwe gevallen van cholera per dag bij. De verwachting is dat dit in april, wanneer het regenseizoen begint, oploopt tot duizend gevallen per dag.
Cholera wordt veroorzaakt door de bacterie Vibrio cholerae en wordt via het water overgedragen. Patiënten lijden aan oncontroleerbare diarree, die tot snelle uitdroging en soms zelfs de dood leidt.
Cholera kan snel worden behandeld met de juiste rehydratie en antibiotica. Toch telt de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) nog altijd 100.000 tot 120.000 choleradoden per jaar.
Ontlasting in de rivier
Nergens in het westelijk halfrond is het slechter gesteld met de behandeling van afvalwater dan in Haïti, zeggen de VN. Voor de aardbeving woonde 86 procent van de inwoners van hoofdstad Port au Prince in erbarmelijke omstandigheden; slechts 17 procent van de Haïtianen had behoorlijk sanitair, minder dan twee derde van de bevolking had schoon drinkwater.
“Er is geen goed werkend openbaar watersysteem in Haïti”, zegt Louise Ivers van Partners in Health, een Amerikaanse non-profitorganisatie. “In de rivier baadt men zich, drinkt men en ontlast men zich.”
In de Dominicaanse Republiek, aan de andere kant van de eiland, heeft 93 procent behoorlijk sanitair, een cijfer dat vergelijkbaar is met de rest van Latijns-Amerika.
Na het uitbreken van de epidemie in Haïti werden zelfs gevallen van cholera gemeld in Miami en Boston in de Verenigde Staten. “Een van de belangrijke zaken die we geleerd hebben is dat de verwevenheid van rijke en arme landen tot een wereldwijde verspreiding kan leiden”, zegt Ivers.