Christenen vluchten massaal uit Irak

Nieuws

Christenen vluchten massaal uit Irak

Nele Vandersteen

07 mei 2007

Door het verhoogde aantal aanvallen tegen christelijke Irakezen, vluchten steeds meer christenen weg uit Irak. Volgens een recent rapport van de Adviescommissie van de Verenigde Staten over Internationale Godsdienstvrijheid (USCIRF) heeft 50 procent van de Iraakse christenen het land verlaten.

Reeds vanaf de inval van de VS in Irak hebben islamitische extremisten christenen aangevallen, kerken vernield en religieuze leiders bedreigd. Maar de aanvallen van de laatste maanden zijn onrustwekkend omdat ze veel persoonlijker zijn. Volgens verschillende mensenrechtenorganisaties worden christelijke Irakezen dagelijks aangevallen of ontvoerd en moeten zich ofwel bekeren tot de islam ofwel een geldboete betalen. De christenen worden door de extremisten gezien als verraders die het Amerikaanse leger steunen.

Bekeren tot de islam

Volgens de lokale Christelijke Vredesbeweging (CPA) zijn christenen in Irak enkel veilig als ze hun geloof afzweren en zich bekeren tot de islam. “Ze willen dat we ons geloof veranderen. We mogen niet meer naar de kerk gaan en we mogen geen religieuze bijeenkomsten organiseren in onze eigen huizen. Onze vrouwen worden gedwongen een abayas -de lange mantel die moslimvouwen dragen- te dragen als ze op straat lopen”, zegt de woordvoerder van de CPA, Lucas Barini.
Het aantal christenen in Irak is verminderd van 1,4 miljoen in 1980 tot minder dan 500.000 nu. Volgens het rapport van de USCIRF hebben de christenen weinig politieke of militaire middelen om zichzelf te beschermen tegen de islamitische extremisten.
‘De christenen ondergaan wijdverspreid geweld van soennitische rebellen en buitenlandse jihadstrijders en ze worden gediscrimineerd en achtergesteld door de nationale en regionale overheden’, stelt het rapport.

Waaklijst voor godsdienstvrijheid

Omdat de godsdienstvrijheid in het land zwaar bedreigd wordt, heeft de USCIRF Irak op de waaklijst voor godsdienstvrijheid geplaatst.
Elk jaar doet de USCIRF aanbevelingen aan de staatssecretaris van de VS, Condoleezza Rice, betreffende “landen van bijzondere bezorgdheid (CPC’s)”. In de CPC’s wordt de godsdienstvrijheid zwaar bedreigd en de VS kunnen er sancties nemen om misdrijven tegen de godsdienstvrijheid te bestraffen. De aanbevelingen van USCIRF van dit jaar zijn Myanmar, Noord-Korea, Eritrea, Iran, Pakistan, China, Saudi-Arabië, Soedan, Turkmenistan, Oezbekistan en Viëtnam.
Naast de aanbevelingen stelt het USCIRF jaarlijks een waaklijst voor godsdienstvrijheid op. De landen die op de waaklijst staan hebben het CPC-statuut niet en zijn niet onderworpen aan eventuele sancties van de VS. Maar ze worden wel in de gaten gehouden door de VS en ze kunnen later, als er geen verbeteringen zijn, alsnog door de USCIRF als aanbevolen CPC naar voren geschoven worden. Naast Irak staan Afghanistan, Belarus, Egypte, Bangladesh, Cuba, Indonesië en Nigeria op de lijst.

Arrestatie in Eritrea

Ook in Eritrea, één van de elf landen die van de USCIRF het CPC-statuut kregen, hebben de christenen het zwaar te verduren. Eind april werden er 80 christenen gearresteerd bij een inval op de protestantse Mehret Jezus Kerk.
Religie is een gevoelig onderwerp in Eritrea, waar de overheid nationale éénheid nastreeft onder de 4,2 miljoen inwoners waarvan ongeveer 50 procent christen en 50 procent moslim is. Het land erkent officieel vier godsdiensten: de islam, de orthodoxe kerk, de katholieke kerk en de Eritrese evangelische kerk. Alle religieuze instellingen die niet tot die officiële godsdiensten behoren, moeten sinds 2002 volgens de wet gesloten worden. De Mehret Jezus Kerk was één van de enige protestantse kerken die nog niet gesloten was.