CO2-opslag evolueert te traag
Joren Gettemans
23 september 2011
Het opslaan van CO2 onder de grond, een belangrijke factor in het beheersen van de klimaatverandering, evolueert veel trager dan verwacht. Op een topontmoeting in Beijing bleek dat technologisch steeds minder vooruitgang geboekt wordt. De mijnsector en ontwikkelingslanden moeten harder aan de kar trekken, klinkt het.
CO2-afvang en opslag (carbon capture and storage of CCS) werd vaak voorgesteld als een van de mirakeloplossingen tegen de klimaatverandering. De techniek zou het mogelijk maken om erg vervuilende energiebronnen zoals steenkool te blijven gebruiken, door de CO2-uitstoot op te vangen en in de grond op te slaan.
Het Internationaal Energieagentschap (IEA) rekende erop dat dankzij de technologische vooruitgang CCS goed zou zijn voor een vijfde van de wereldwijde reducties in CO2-uitstoot die nodig zijn om de temperatuurstijging globaal onder de 2 graden Celsius te houden.
Stagnerende technologie
De boodschap op een topontmoeting van het Carbon Sequestration Leadership Forum in de Chinese hoofdstad Beijing was dan ook ontluisterend: de technologische ontwikkeling van CCS stagneert, onder meer door de problemen met de wereldeconomie.
Toch dringt de tijd, want volgens het IEA is de vraag naar energie in de voorbije veertig jaar verdubbeld en zal ze tegen 2035 nog eens met minstens 35 procent stijgen. CCS is dus dringend nodig, maar er wordt steeds minder in de technologie geïnvesteerd door de slabakkende economie en onzekerheid over de prijs van CO2.
Prijs
De prijs van CO2 speelt een belangrijke rol om nieuwe CCS-projecten rendabel te maken. De Amerikaanse minister van Energie Steven Chu waarschuwde zijn collega’s in Beijing dat CO2 minstens 80 dollar (60 euro) per ton moet kosten om de projecten economische rendabel te maken.
Toch hebben veel landen, waaronder de VS, nog geen prijs bepaald voor een ton CO2. Dat maakt het voor investeerders erg onzeker en schrikt banken af om leningen toe te kennen aan de projecten. Overheden zouden kunnen bijspringen, maar door de moeilijke economische omstandigheden zitten ook zij krap bij kas.
China en de mijnsector
Verschillende sprekers in Beijing riepen grondstoffenproducenten daarom op om hun duit in het zakje te doen. De aardgas- en vooral de steenkoolsector hebben er alle baat bij dat de technologie verder wordt ontwikkeld, zeggen ze. Bovendien profiteren zijn van de stijgende vraag naar energie, en hebben ze dus de middelen beschikbaar.
Ook snel groeiende economieën als China moeten inzetten op de ontwikkeling van CCS, zegt het IEA. “Een van de doelstellingen van het IEA is tegen 2020 honderd CCS-projecten over de hele wereld te hebben”, zei Ellina Levina van het IEA. “We schatten dat de helft daarvan in ontwikkelingslanden opgestart kan worden.” CCS kan winstgevend zijn voor China, de tweede grootste economie ter wereld en de grootste uitstoter, zegt Levina, als het de technologie zelf kan ontwikkelen en verkopen aan andere landen.