1 miljard Europees geld voor Centraal-Azië: too little, too late?

Nieuws

1 miljard Europees geld voor Centraal-Azië: too little, too late?

1 miljard Europees geld voor Centraal-Azië: too little, too late?
1 miljard Europees geld voor Centraal-Azië: too little, too late?

Daan Nicolay

15 september 2016

De EU wil intensiever gaan samenwerken met Centraal-Aziatische landen op het vlak van ontwikkeling en veiligheid. Dat werd gezegd op een conferentie die het Slovaakse voorzitterschap van de raad van de EU samen met UNDP, het ontwikkelingsprogramma van de VN, organiseerde.

Van 1 juli tot 31 december 2016 is Slovakije voorzitter van de raad van de EU. Dit geeft het land de kans om bepaalde onderwerpen op de agenda te zetten.  Een nauwere samenwerking met Kazachstan, Kirgizië, Oezbekistan, Tadzjikistan en Turkmenistan is er daar een van. Slovakije bouwt hiermee voort op het presidentschap van Letland uit de eerste helft van 2015.

Tijdens de conferentie die bol stond van diplomatiek jargon als “ synergie promoten” en “Doing the right thing” , stelde Lukas Parizek, de Slovaakse staatsecretaris voor Europese Zaken, dat ‘de voormalige Oostbloklanden binnen Europa met dank aan de EU sneller duurzaam konden ontwikkelen na hun onafhankelijkheid.’

Die ervaring willen ze delen met de Centraal-Aziatische staten, die ongeveer gelijktijdig onafhankelijk zijn geworden, maar nog steeds heel wat slechter scoren op domeinen als ontwikkeling, duurzame economie en goede instituten en administratie.

SDG’s

Uiteraard zijn er ook minder altruïstische motieven verbonden aan de Europese interesse voor deze regio. De Centraal-Aziatische economieën groeien de laatste jaren gemiddeld 7 procent per jaar. Een stabiel Centraal-Azië biedt investeringsmogelijkheden. En aangezien de regio net ten noorden van Afghanistan ligt, speelt de regio een belangrijke rol in de strijd tegen terreur.

Een van de belangrijkste redenen voor de nauwere samenwerking is echter het feit dat in de regio bijzonder veel grondstoffen, waaronder gas, aanwezig zijn. Voor een EU die voor zijn gas grotendeels van het Rusland van Poetin afhangt, is dat niet oninteressant.

‘De EU heeft 1 miljard euro vrijgemaakt voor steun aan Centraal-Azië’

De EU heeft 1 miljard euro vrijgemaakt voor steun aan Centraal-Azië voor de periode 2014-2020. Dit geld moet zowel op bilateraal niveau met de verschillende landen als op regionaal niveau worden ingezet. De ontwikkelingssamenwerking zou moeten gebeuren op basis van de duurzame ontwikkelingsdoelstellingen (SDG’s) van de VN, de opvolgers van de Milleniumdoelstellingen die in 2015 afliepen.

De economieën in de regio groeien dan wel sterk de laatste tijd, de winst hiervan komt niet bij iedereen terecht. In Tadzjikistan en Kirgizië leeft tussen een kwart en een derde van de bevolking in extreme armoede. De Centraal-Aziatische economieën zijn bij de CO2-intensiefste ter wereld. Alle vijf zitten ze in de top tien, en enkel Kazachstan en Tadzjikistan hebben het klimaatakkoord van Parijs geratificeerd.

Door de SDG’s als richtlijn bij de ontwikkelingshulp te gebruiken, hoopt Europa de economische groei in de regio duurzamer en groener te maken, door in te zetten op onderwijs, sociale projecten en alternatieve energiebronnen.

© EEAS

De EU investeert in Centraal-Azië

© EEAS​

Veranderende verhoudingen

1 miljard euro voor de regio is niet zo veel geld, gezien het BNP van bijvoorbeeld Kazachstan, dat 184 biljoen euro per jaar bedraagt. De EU mag zich dan ook niet in een dominante positie plaatsen die de regels oplegt, maar moet de dialoog met de regimes aangaan, klonk het op de conferentie.

‘Als je 1000 euro per maand verdient, is 10 euro krijgen om iets ingrijpends in je leven te veranderen te weinig’, zegt het regiohoofd voor Centraal-Azië van DG DEVCO, het directoraat-generaal voor ontwikkeling en samenwerking van de Commissie. ‘Verandering zal pas werken als de regimes ook willen veranderen.’

Dit heeft als implicatie dat de EU minder inzet op heikele thema’s zoals de situatie van de mensenrechten en democratie in Centraal-Azië, ook al staan die er in alle vijf de landen zeer slecht voor, volgens Human Rights Watch. Hoewel de EU het geven van ontwikkelingshulp wel koppelt aan een mate van institutionele hervorming is het nog maar de vraag in hoeverre de Centraal-Aziatische regimes hier op ingaan.

‘Het proces al gaande is en wacht niet op de EU’

De Kazachse ambassadeur bij de EU, Almaz Khamzayev, verwoordde dit treffend door te stellen dat ‘het proces al gaande is, en niet op de EU wacht.’ Kazachstan heeft ondertussen een BNP per hoofd dat hoger is dan dat van Rusland, en een relatief goede infrastructuur. Het onderhandelt onder andere met Dubai om van Astana het financiële centrum van de regio te maken. Met KazAID heeft het land zelfs een eigen ontwikkelingsprogramma om zijn buurlanden te helpen.

“Het is aan de EU”, aldus de ambassadeur, “om private ondernemingen uit Europa de mogelijkheid te geven in Kazachstan te investeren.” Als de EU mee aan de onderhandelingstafel wil, kan het best niet te veel niet-economische eisen op tafel leggen.

CC Ninara (CC BY 2.0)

1 miljard euro voor de regio is niet zo veel geld, gezien het BNP van bijvoorbeeld Kazachstan, dat 184 biljoen euro per jaar bedraagt.

CC Ninara (CC BY 2.0)​

Migratie en Drugs

Naast ontwikkeling wil Europa ook met Centraal-Azië samenwerken op veiligheidsvlak. De stabiliteit in de regio is wankel en dat zou desastreuze gevolgen kunnen hebben. Er is in de regio nog bijzonder veel nucleair afval te vinden, achtergelaten door de Sovjets, dat in verkeerde handen kan terecht komen, mocht de regio destabiliseren.

De veiligheidssamenwerking tussen de EU en de regio richt zich vooral op Afghanistan. Aangezien dit land net ten zuiden van Centraal-Azië ligt en een grens met drie van de vijf landen heeft, zou het geweld dat daar al decennia onafgebroken heerst, kunnen overwaaien. Ook de drugstrafiek vanuit Afghanistan naar Europa verloopt vaak via de Centraal-Aziatische landen.

De EU hoopt dan ook door de steun aan programma’s als BOMCA, voor grensversterking, en CADAP, tegen drugstrafiek in de regio, deze problemen aan te pakken. Hiernaast steunt de EU initiatieven om de bevolking in Noord-Afghanistan via handel economisch te helpen. Zo zijn er de laatste jaren al vijf bruggen over de Afghaans-Tadzjiekse grens gebouwd, op plekken die anders niet toegankelijk zijn.

Door de sociaaleconomische problemen in deze landen was er traditioneel een grote arbeidsmigratie vanuit Centraal-Azië naar Rusland. Doordat het slecht gaat met de Russische economie zijn deze migranten steeds minder welkom.

Zo krijgen vele Centraal-Aziaten in Rusland met xenofobie en racisme te maken (‘ze nemen onze banen af’). Hier komt nog eens boven op dat Rusland recent wetgeving goedkeurde die het bijna onmogelijk maakt voor illegale migranten, en bijvoorbeeld 60 procentvan de Tadzjieken is illegaal in Rusland, om terug in het land te komen eens ze zijn uitgezet.

Hanafi-islam

Sinds 2012 zijn zo al meer dan 300.000 mensen de toegang geweigerd, hoofdzakelijk Centraal-Aziaten, wat in de regio een steeds groter wordende groep werklozen creëert die niet voor hun familie kunnen zorgen. Geconfronteerd met een uitzichtloze toekomst en een onderdrukking van religieuze vrijheid, radicaliseren dan ook vele jongeren.

‘De oorzaak van extremisme in Centraal-Azië ligt bij moslims die naar Saoedi-Arabië en de golfstaten reisden en terugkwamen met wahabisme en salafisme’

De bevolking in de regio bestaat hoofdzakelijk uit Hanafi-moslims. Deze soennitische islamstrekking is gematigd en tolerant. Volgens de Tadzjiekse ambassadeur bij de EU, Erkhinkon Rahmatullozoda, ligt de oorzaak van extremisme in Centraal-Azië bij moslims die naar Saoedi-Arabië en de golfstaten reisden of er gingen studeren, en terugkwamen met wahabisme en walafisme.

Hoewel exacte cijfers moeilijk te vinden zijn, schat de ambassadeur dat ongeveer 1100 Tadzjieken naar Syrië en Irak vertrokken zijn, waaronder een generaal van de speciale eenheden. Ter vergelijking: Er zouden al iets minder dan 500 Belgische strijders voor IS zijn gaan vechten.  Nu IS op alle fronten aan terrein inboet, bestaat de vrees dat vele strijders zullen terugkeren naar Centraal-Azië. Hoe reëel deze dreiging is, is echter niet duidelijk

In het begin van de jaren negentig was er met de onafhankelijkheid een momentum voor moslimopstandelingen in de regio, bijvoorbeeld met de burgeroorlog in Tadzjikistan. Deze werden echter bijzonder hardhandig aangepakt en ze zijn voornamelijk naar Afghanistan verdreven. Sindsdien spelen organisaties als de Islamitische Beweging van Oezbekistan geen rol van betekenis meer in hun land van oorsprong, al zijn de Oezbeekse militanten steeds belangrijke actoren gebleven in Afghanistan en het Noordwesten van Pakistan.