Congo houdt vliegende doodskisten aan de grond

Nieuws

Congo houdt vliegende doodskisten aan de grond

Juakali Kambale, IPS

22 september 2005

Vliegen is altijd een beetje beven in de Democratische Republiek Congo. Sinds januari zijn er al 14 gammele vliegtuigen uit de lucht gevallen. De regering houdt nu de minst betrouwbare maatschappijen aan de grond.

Vliegende doodskisten, zo noemt de Congolese minister van Transport en Communicatie, Heva Mwakasa, de rammelende vliegtuigjes die het Congolese zwerk doorkruisen. Bij de vliegtuigrampen van dit jaar zijn al 65 mensen omgekomen.

Genoeg, vindt Mwakasa. De Congolese regering heeft 33 van de 51 luchtvaartmaatschappijtjes in het land verboden nog te vliegen tot ze alle wettelijke regels respecteren. De overige achttien maatschappijen mogen verder werken, maar moeten binnen drie maanden wel bewijzen dat ze zich aan alle afspraken houden. Wie betrapt wordt op grove nalatigheden, kan op zware straffen rekenen, kondigde Mwakasa op 9 september aan. Deze week moest de Hoge Raad voor de Burgerluchtvaart van Congo vergaderen over bijkomende maatregelen, maar die bijeenkomst werd uitgesteld.

De harde aanpak volgde op een echte horrorweek voor de Congolese luchtvaart. In de eerste week van september crashten vier brokkenpiloten. In Isiro raakte een Antonov 26 van Kavatsi Airlines de bomen tijdens een landingspoging bij slecht weer. Alle 11 inzittenden kwamen om. In Goma ging een proefvlucht van een Beechcraft van de maatschappij Flying Air Service al meteen bij het opstijgen mis. De Franse piloot stierf in het ziekenhuis. En in Beni crashte een King Air van TMK nadat hij bij het opstijgen een motor had verloren. Een aantal passagiers raakte zwaar gewond.

De vierde crash kreeg de meeste aandacht in de media. Een vliegtuig van Air Kasai dat onderweg was van Boende in de Evenaarsprovincie naar Kinshasa, stortte neer boven buurland Congo-Brazzaville. Voor de dertien inzittenden kwam elke hulp te laat. Ook hier zou slecht weer de ramp hebben veroorzaakt.

Maar iedereen weet dat slecht onderhouden vliegtuigen en weinig betrouwbare maatschappijen het eigenlijke probleem vormen. Op de meeste verbindingen worden enkel oude vrachtvliegtuigen ingezet. Die nemen meestal ook passagiers mee, al hebben ze nauwelijks een veiligheidsuitrusting. Er zijn geen toiletten, en de passagiers zitten gewoon op de grond of op plastic stoeltjes.

Van de tientallen kleine en middelgrote ondernemingen die vrij spel kregen na het verdwijnen van de nationale luchtvaartmaatschappij Air Zaïre in 1995, zijn er volgens experts maar twee betrouwbaar. Hewa Bora Airways en Wimbi Dira Airways bieden ook internationale vluchten aan naar steden als Johannesburg en Brussel.

De overige maatschappijtjes blijven min of meer binnen de grenzen van Congo en moesten het tot hiertoe niet zo nauw nemen met de veiligheidsvoorschriften. Ze vliegen meestal met Russische toestellen en zetten ook piloten uit Rusland en Oekraïne in. De technische documenten aan boord en de licenties van die piloten zijn in het Russisch opgesteld, wat controles er niet eenvoudiger op maakt.

Geen enkele Congolees stapt nog graag in een oude Antonov, maar een andere keuze is er vaak niet. De Congolese wegen zijn in een belabberde staat. Bovendien is Congo met zijn 2,3 miljoen vierkante kilometer na Algerije en Sudan het grootste land van Afrika. Een groot deel van Congo is bedekt met dicht regenwoud waardoor geen noemenswaardige wegen voeren.

De Congolese pilotenvakbond is blij met de hardere aanpak van slechte luchtvaartmaatschappijen. Wij vragen al jaren dat er wordt opgetreden, maar de regering bleef daar altijd doof voor, zegt voorzitter Baudouin Rudahindwa. We eisen met name al lang dat de vliegtuigen van Sovjet makelij uit dienst worden genomen. In het land van herkomst waren die vliegtuigen vaak al rijp voor de schroothoop.

Rudahindwa is een voormalige DC 10-piloot uit de gloriejaren van Air Zaïre. Voor ze in de problemen raakte, had die maatschappij goed opgeleide piloten en een vloot van een dertigtal vliegtuigen. De pilotenvakbond bestaat nog altijd uit veteranen die vasthouden aan de strenge internationale regels waaraan de burgerluchtvaart moet beantwoorden.

Het vliegverbod dat de regering heeft uitgevaardigd voor 33 maatschappijen, begint de handel tussen sommige Congolese steden in de war te sturen. Zakenlui uit Tshikapa en Kananga, twee steden in de provincie West-Kasaï, krijgen hun diamanten niet meer in Kinshasa en kunnen van daar geen andere goederen meer invoeren.