Congo maakt zich zorgen over vogelgriep

Nieuws

Congo maakt zich zorgen over vogelgriep

Anjan Sundaram

02 november 2005

De Congolese regering is een informatiecampagne begonnen om de boeren in het land te informeren over de gevaren van vogelgriep. De komst van trekvogels uit Centraal-Europa en Azië zorgt voor ongerustheid bij Afrikaanse gezondheidsexperts. Arme landen als Congo kunnen niet veel doen om een eventuele grieppandemie het hoofd te bieden.

Het kantoor van Jose Mpindi, een ornitholoog van de universiteit van Kinshasa, kijkt uit op een groot bos. Deze winter zullen de bomen hier wemelen van vogels uit de hele wereld, zegt Mpindi. Congo ligt op trekroutes die miljoenen vogels elk jaar volgen.

De trek is al begonnen, zegt Mpindi. De professionele vogelkenner ziet ze dit jaar minder graag komen dan anders. Gevallen van vogelgriep in Turkije en Griekenland maken het waarschijnlijk dat de trekvogels die de komende weken de oversteek maken van Centraal-Europa en Azië naar Afrika, ook het gevreesde H5N1-virus zullen exporteren.

In Azië zijn sinds 2003 al 60 mensen bezweken nadat ze besmet raakten door vogels. Een kleine mutatie van het virus die overdracht van mens tot mens mogelijk maakt, kan het begin betekenen van een pandemie met honderdduizenden doden.

Als dat doemscenario in Afrika uitkomt, is Congo een vogel voor de kat. Niets staat de verspreiding van een menselijke variant van vogelgriep in de weg in een land waar armoede welig tiert, waar de gezondheidszorg nagenoeg onbestaande is en waar miljoenen mensen verzwakt zijn door aids. De mensen in dit land zijn ondervoed en hun immuunsysteem is verzwakt, zegt Jeff Mutombo van Artsen zonder Grenzen. De dokters en verplegers zijn doorgaans onderbetaald en zijn moeilijk te motiveren om virussen in te dammen.

In Kinshasa leven arme gezinnen opeengepakt in kleine kamers. Dergelijke leefomstandigheden vormen een ideale voedingsbodem voor een virus als H5N1, dat zich via de lucht verspreidt.

Sinds vorige maand is de import van levend gevogelte in Congo verboden. Minister van Volksgezondheid Emil Bongeli zegt dat hij een informatiecampagne begonnen is om de boeren te informeren over de gevaren van vogelgriep. Vorige week verscheen Bengeli op de televisie om de bevolking te waarschuwen. Of dat effect heeft, is nog maar de vraag. Zelfs in de hoofdstad hebben de meeste mensen nog nooit gehoord van vogelgriep. Wanneer komt die vogelgriep er dan aan? vraagt Marie Biloke, die sim-kaarten verkoopt in de straten van Kinshasa.

Het ministerie van Volksgezondheid onderhandelt met het Indiase farma-bedrijf CIPLA om antigriepmedicijnen aan te kopen. CIPLA produceert een generische versie van het dure medicijn Tamiflu, een gedeponeerd merk van Roche.

De Congolese regering rekent op buitenlands geld om de aankoop te financieren. Wij rekenen op de internationale gemeenschap in zo’n gevallen, zegt Pierre Lokadi, een topambtenaar bij het ministerie van Volksgezondheid.

Ondanks het beperkte budget moet Congo eerst in eigen zak tasten, vindt de Wereldgezondheidsorganisatie (WGO). Kinshasa rekent zelfs voor zaken die het zelf kan oplossen op het buitenland, zegt Florent Ekwanzalu, de WGO-coördinatoir voor ziektebestrijding in Congo. In 2004 heeft de regering minder dan een derde uitgegeven van de 66 miljoen euro voorzien voor de gezondheidszorg. Ter vergelijking: jaarlijkse geven donoren voor meer dan 166 miljoen euro uit aan de gezondheidszorg in Congo, schat de WGO. We zouden graag wat meer politieke toewijding zien, en misschien kunnen we dan vooruitgang boeken, zegt Ekwanzala.

Straatverkoper Marie Biloke rekent er niet op. Ik weet één ding: op onze regering moeten we niet rekenen. Onze politici hebben het te druk met hun zakken te vullen.

Vlakbij, naast het Puissant ziekenhuis in Kinsasha, vist een jongetje zijn rode voetbal uit een bijzonder smerige goot. Hij trapt het vuile ding de straat over naar de speelplaats van zijn school. Stel dat we hier allemaal sterven als vliegen, zegt Biloke. Zal iemand zich erom bekommeren? Ik dacht het niet. (MM/PD)