Congo roept 15 miljoen hectare regenwoud uit tot natuurgebied
Heike Nasdala
28 mei 2008
Congo wil 13 tot 15 miljoen hectare regenwoud bijkomend uitroepen tot natuurgebied. Dat raakte bekend in de marge van de VN-conferentie over biodiversiteit, die nog tot 30 mei loopt in Bonn. De Congolese Milieuminister José Endundu Bononge benadrukte dat de hele wereld gebaat is bij de bescherming van het regenwoud en vroeg daarom om financiële hulp om de maatregel te realiseren.
Het Congobekken is na het Amazonewoud het tweedegrootste regenwoudgebied van de planeet. Het is niet alleen belangrijk als opslagplaats voor koolstofdioxide, maar ook als leefgebied voor dieren en planten, waaronder enkele zeldzame soorten mensapen. Met een totale oppervlakte van één miljoen vierkante kilometer is het groter dan Frankrijk en Duitsland samen.
Het grootst stuk van het Congobekken ligt in de Democratische Republiek Congo. Daar staat momenteel al 22 miljoen hectare onder bescherming, negen procent van het grondgebied. Daar zouden nu nog eens 13 tot 15 miljoen hectare bijkomen.
Het Wereldnatuurfonds en de Duitse regering hebben al geld beloofd voor de bescherming van de Congolese bossen. Duitsland coördineert sinds 2007 het Partnerschap voor de Bossen van het Congobekken, een VN-initiatief waartoe Centraal-Afrikaanse landen, enkele grote industrielanden, de Wereldbank en natuurorganisaties behoren. België draagt vier miljoen euro bij tot dit initiatief.
De internationale gemeenschap debatteert momenteel ook over een fonds om landen te vergoeden die ervoor zorgen dat tropische bossen niet worden gekapt. Volgens de Congolese minister Bononge is het Congolese woud “minstens 3 miljard dollar” waard per jaar, terwijl de sector nu nauwelijks 49 miljoen dollar opbrengt.
Het woudoppervlak in het Congobekken krimpt elk jaar met naar schatting 15.000 vierkante kilometer. Veel Congolezen zijn aangewezen op hout als bron van energie en daarnaast moet het woud vaak wijken voor landbouwgrond.