Congolese kindersterfte catastrofaal
Cécile Walschaerts
22 januari 2008
Kinder- en moedersterfte blijft een enorm probleem in de Democratische Republiek Congo. Elk jaar sterven er ongeveer 620.000 kinderen voor hun vijfde levensjaar, zegt Katrien Ghoos, die in Congo verantwoordelijk is voor de programma’s van het VN-kinderfonds Unicef.
Congo heeft daarmee het op twee na hoogste kindersterftecijfer ter wereld. Bijna 23 procent van de sterfgevallen vinden plaats in de eerste levensmaand, 63 procent in het eerste levensjaar. De meeste kinderen sterven aan de gevolgen van malaria, mazelen, diarree of ademhalingsinfecties.
“De jongste cijfers worden momenteel geanalyseerd en gaan in de richting van een lichte daling”, zei Ghoos op een persconferentie die Unicef in Brussel organiseerde naar aanleiding van de publicatie van het rapport “State of the World’s Children 2008”. Elk jaar sterven ook 35.000 moeders aan de gevolgen van een geboorte, wat betekent dat 1.100 op 100.000 geboortes voor de moeder een dodelijke afloop kennen.
Congo boekt maar weinig vooruitgang inzake de Millenniumdoelstellingen van de VN. In 2000 nam de internationale gemeenschap zich voor de kindersterfte met twee derde te verminderen tegen 2015, de moedersterfte met driekwart. Aan het huidige tempo duurt het nog tot 2070 voor die doelen in Congo worden bereikt.