Crisis doet exportondernemingen in Nicaragua alle fatsoen verliezen
José Adán Silva
08 juni 2009
In de Nicaraguaanse exportbedrijven zijn sinds vorig jaar 25.000 werknemers ontslagen, en dat waren vooral vrouwen. De crisis doet de ondernemingen nog minder rekening houden met de rechten van hun arbeidsters dan vroeger al het geval was.
“Ga maar, je baan is niet in gevaar”, verzekerde een opzichtster Lorena Castillo toen die vrij vroeg om naar de gynaecoloog te gaan. Castillo werkte al zes maanden voor een buitenlands textielbedrijf in Las Mercedes, een industriegebied bij de Nicaraguaanse hoofdstad Managua, en het was de eerste keer dat ze een dag vrij vroeg. De volgende dag overhandigden de bewakers aan de poort van Las Mercedes Castillo een ontslagbrief en lieten haar niet meer binnen.
Dat was in december 2008. Later hoorde Castillo van de opzichtster dat er nog twaalf collega’s van haar op straat waren gezet omdat de bedrijfsleiding vermoedde dat ze zwanger waren. En in maart van dit jaar legde het bedrijf opeens de boeken neer, waardoor er in één klap 900 mensen hun werk verloren. Het personeel bestond voor het grootste deel uit vrouwen, zoals dat meestal het geval is in de textielsector in Nicaragua.
Geen ontslagvergoedingen
Geen enkele van die werknemers kreeg het loon en de vergoedingen waarop ze recht hadden. De vrouwen hebben een comité opgericht dat er nu bij de regering van president Daniel Ortega op aandringt de voormalige eigenaars van het bedrijf ter verantwoording te roepen. Ze rekenen ook op de bemiddeling van de Central Sandinista de Trabajadores (CST), een vakbond die dicht bij de regering aanleunt.
Maar de CST heeft de handen vol. Tegen eind dit jaar zal het banenverlies in de Nicaraguaanse exportbedrijven waarschijnlijk oplopen tot 30.000, schat Sandra Ramos, de directeur van de Nicaraguaanse Beweging van Vrouwelijke Werkneemsters en Werklozen. Sinds eind 2006 hebben er in Nicaragua al 29 buitenlandse ondernemingen die voor de export produceren, hun activiteiten geheel of gedeeltelijk stilgelegd. Meer dan acht op tien van de werknemers van die bedrijven werden niet op een wettige manier ontslagen en kregen ook hun laatste loon of andere vergoedingen niet.
Volgens Ramos bestaat 85 procent van de ontslagen werknemers uit vrouwen. Zeven op tien daarvan zijn de belangrijkste kostwinnaar in hun gezin.
Klachtenregen
De hoofdzakelijk Amerikaanse en Aziatische bedrijven in de vrijhandelszones werden altijd in de watten gelegd door de regering. Ze moeten minder belastingen betalen en er wordt niet al te nauw toegekeken op de naleving van de sociale wetgeving. De meeste bedrijven betalen lage lonen en laten hun werkneemsters lange dagen kloppen. Maar ze zorgen wel voor een groot deel van de 90.000 directe en 10.000 indirecte arbeidsplaatsen in de Nicaraguaanse textielindustrie, zowat 30 procent van de officiële werkgelegenheid in het land.
Vanuit de Nicaraguaanse maquiladora’s, zoals de buitenlandse exportbedrijven in heel Latijns-Amerika heten, kwamen volgens Ramos bij de vakbonden en mensenrechtenorganisaties de voorbije vijf jaar goed 100.000 klachten binnen over schendingen van de arbeidswetgeving maar ook over de miskenning van de persoonsrechten van de werknemers.
Sinds vorig jaar gebruiken bedrijven volgens Ramos de crisis als voorwendsel om zwangere of zieke werkneemsters aan de deur te zetten. Het exporttotaal van de bedrijven in de Nicaraguaanse vrijhandelszones bedroeg het eerste kwartaal van dit jaar 174 miljoen euro, 15 procent minder dan het resultaat tijdens dezelfde periode vorig jaar. Veel bedrijven produceren voor de VS, en daar is de vraag dramatisch teruggelopen.
Nog meer ontslagen
Waarschijnlijk is het ergste nog niet achter de rug. Nog vier verdere exportbedrijven hebben gewaarschuwd dat ze hun deuren tegen eind dit jaar kunnen sluiten. Daardoor zouden nog eens 8500 Nicaraguanen hun werk verliezen. De regering denkt dat er dit jaar in alle sectoren samen 29.000 arbeidsplaatsen verloren zullen gaan.
Dat is dramatisch voor een land waar nu al bijna de helft van de 5,7 miljoen inwoners moet rondkomen met minder dan twee dollar per dag.
Minister van werk Janet Chávez is wel optimistischer dan veel van haar critici. Ze wijst erop dat er sinds begin 2008 ook acht nieuwe exportbedrijven bijgekomen zijn, waardoor het netto banenverlies sinds het begin van vorig jaar tot hiertoe beperkt gebleven zou zijn tot 15.000.
Ook in andere Midden-Amerikaanse landen treft de crisis vrouwelijke werknemers extra hard. Volgens het Midden-Amerikaans Vrouwennetwerk voor Solidariteit met de Arbeidsters in de Maquiladores werden er sinds begin 2008 bijna 52.000 vrouwen ontslagen in exportbedrijven in Costa Rica, El Salvador, Guatemala, Honduras en Nicaragua.