Cuba introduceert longkankervaccin
Patricia Grogg
27 juni 2008
De Cubaanse biotechindustrie heeft een vaccin klaar dat de ontwikkeling van longkanker vertraagt. Wereldwijd sterven daar jaarlijks meer dan een miljoen mensen aan.
Het vaccin CimaVax EGF, dat levensverlengend werkt, is twee weken geleden goedgekeurd door de Cubaanse autoriteiten. Het medicijn is ontwikkeld door het Centrum voor Moleculaire Immunologie (CIM) en het Centrum voor Genetische Manipulatie en Biotechnologie (CIGB) en zal worden gebruikt in Cubaanse ziekenhuizen.
Succesvolle tests
Wetenschappers van het CIM lieten deze week weten dat klinische tests op meer dan 400 longkankerpatiënten succesvol waren verlopen. Ze toonden aan dat er geen ernstige bijwerkingen zijn en dat het medicijn een immuunreactie teweegbrengt die het leven van patiënten verlengt en verbetert. Er zijn zeven tests geweest in Cuba, Canada en Engeland, en er lopen er nog drie in Cuba en Maleisië.
Het vaccin bestaat uit een proteïne, epidermale groeifactor (EGF), gecombineerd met een ander proteïne dat de immuunreactie van het lichaam tegen EGF versterkt. Als EGF zich bindt op het celmembraan, stimuleert het de celproliferatie – wat bij een tumor versterkt optreedt – maar het lichaam gaat daartegen in het geweer met behulp van antilichamen die tegelijkertijd de tumorgroei vertragen. De mate waarin dat gebeurt, verschilt per patiënt.
Volgens Gisela González, een expert bij het CIM, is dit het eerste vaccin voor longkanker ter wereld. Het is gepatenteerd in verschillende landen. De verkoop vindt in het buitenland door verschillende bedrijven plaats, maar de productie blijft in Cubaanse laboratoria, aldus González.
De Amerikaanse regering heeft in 2004 speciaal toestemming gegeven voor de verkoop, maar de tests zijn nog niet afgerond doordat het betreffende bedrijf, CancerVac, halverwege failliet ging. Het CIM hoopt dat de registratie in Cuba een stimulans betekent om de 20 miljoen dollar (12,7 miljoen euro) kostende tests in Amerika uit te voeren.
Exportproduct
Cuba heeft een florerende biotechnologie. De hele productieketen, van onderzoek tot marketing, is in handen van Cubaanse bedrijven. Het land heeft meer dan 120 wetenschappelijke onderzoekscentra waar meer dan 30.000 mensen werken.
Het CIM ontwikkelt medicijnen voor de Cubaanse gezondheidszorg, maar het wil zijn activiteiten wel zelfvoorzienend maken en denkt bovendien aan de exportpositie van het land. Biotech is – na nikkel – de grootste exportmarkt.
In de vroege jaren tachtig besloot de regering al dat biotech prioriteit moest krijgen. In 2007 waren er 38 nieuwe producten geregistreerd. Alleen al het CIGB heeft medicijnen uitgevoerd ter waarde van ruim 217 miljoen euro.