Cuba wil onafhankelijker worden met hernieuwbare energie
Patricia Grogg
10 augustus 2003
Wanneer alles volgens plan verloopt, kunnen een
half miljoen mensen in de afgelegen berggebieden van Cuba weldra hun
olielampen opbergen en de avonden doorbrengen met radio en televisie. De
Cubaanse ngo Cubasolar wil 100.000 gezinnen nog dit jaar uitrusten met
zonnepanelen. Cuba experimenteert verder met kleinschalige stuwmeren en
windmolens, in de hoop de factuur voor de invoer van ruwe olie te drukken.
Cubasolar kreeg de onderscheiding “Global 500” van de VN-milieuorganisatie
UNEP voor zijn zonne-energieprogramma van 2001. Of de organisatie zijn
doelen in 2003 zal bereiken, hangt af van de financiering. Een huis
uitrusten met zonnepanelen, zes lampen, een televisie- en een radiotoestel
kost 1651 euro. Vijf procent van de families in het 11,2 miljoen inwoners
tellende land is momenteel niet aangesloten op het elektriciteitsnet.
“Mijn oom Manuel verlicht zijn huis in het woud van Guantanamo nog altijd
met een olielamp. Hij heeft ook geen radio”, zegt Mercedes, een jonge moeder
met familie in de meest oostelijke provincie van het eiland. Ze heeft haar
oom nog nooit bezocht, omdat je er enkel te voet kan geraken, in het beste
geval met een ossenwagen. “Het is daar een echte wildernis”, zegt Mercedes.
Wanneer haar grootmoeder een boodschap heeft voor haar zoon, neemt ze
contact op met een radiostation in zijn omgeving, dat dan een boodschapper
op weg stuurt.
Zonnepanelen zijn de beste oplossing voor geïsoleerde nederzettingen zoals
die van Manuel. In de voorbij drie jaar kregen 2.300 dorpsschooltjes
zonnepanelen om stroom te leveren voor televisietoestellen en computer. De
schooltjes werden echter al gauw publieke televisiezaaltjes voor de
buurtbewoners, die er de baseballwedstrijden of hun favoriete soap kwamen
bekijken. ’s Anderendaags bleef er geen elektriciteit meer over voor
educatieve doeleinden.
“We waren verplicht het gebruik van het materiaal voor
ontspanningsdoeleinden te verbieden”, zegt Luis Bérriz, de directeur van
Cubasolar. “In 1.800 dorpen ontstonden spontaan publieke video- en
televisiecentra. De televisie heeft het leven in die gemeenschappen radicaal
veranderd. De mensen dragen andere kleren en lopen rond met schoenen in
plaats van blootsvoets. De dingen die ze op televisie zien, gaan hun
verbeelding te boven”. Voor dorpen van enige omvang is waterenergie een
mogelijke oplossing. Zo’n 26.000 mensen krijgen momenteel elektriciteit van
kleine stuwmeren.
Windmolens bieden het meeste potentieel voor alternatieve energie. Er zijn
plannen om twee windmolenparken in te schakelen in de nationale
stroomvoorziening. Het eerste wordt momenteel gebouwd op het eiland
Turiguanó en bestaat uit twee turbines met een vermogen van elk 225
kilowatt. Experten rekenen met een bezuiniging van 430 ton brandstof en 21
ton giftige uitstoot per jaar.
Alle Cubaanse instellingen die iets te maken hebben met duurzame energie
zijn sinds oktober vorig jaar verenigd in een Front voor Hernieuwbare
Energie (FER). “Er zijn veel redenen voor deze inspanning”, zegt América
Santos, vice-minister voor wetenschap en milieu. “Het belangrijkste is de
bescherming van het milieu, maar onze economische onafhankelijkheid vaart er
wel bij”. De olierekening is een van de budgettaire zorgenkinderen van de
Cubaanse overheid. In 2001 en 2002 spendeerde Cuba een miljard dollar om
zijn zeven thermo-elektrische centrales draaiende te houden.