San Ignacio ligt verstopt in de Peruaanse Hoge Amazone, op een boogscheut van de grens met Ecuador. Het klimaat is er tropisch mild: koffie-, fruit- en rijstteelt zijn dan ook de meest belangrijke economische activiteiten voor de meer dan honderdduizend inwoners van het uitgestrekte gebied –de overgrote meerderheid kleine boeren.
Al meer dan tien jaar is Carlos Martínez burgemeester van San Ignacio, dat hij bij zijn aantreden omdoopte tot “ecologische provincie”. In oktober trekt hij voor een vierde ambtstermijn naar de provinciale verkiezingen. Onder het bewind van Martínez gingen volgens VN-cijfers uit 2006 zowel de alfabetiseringsgraad als de economische indicatoren van de provincie erop vooruit, hoewel het gemiddelde inkomen er nog steeds het laagste is van het hele departement Cajamarca.
‘Met een ecologisch verantwoord beleid geraakt San Ignacio uit de armoede. Ecologisch denken betekent hier eigenlijk gewoon: gezond verstand hebben’, vertelt Martínez. De overvloed aan natuurlijke rijkdommen in de streek speelt daarbij ongetwijfeld een belangrijke rol. Het uithangbord van het bestuur van San Ignacio is niet toevallig een grensoverschrijdend milieubeschermings- en ontwikkelingsproject dat het stroomgebied van de rivier Chinchipe en omgeving beschermt in zowel Ecuador als Peru.
In tegenstelling tot andere steden in de streek is er in San Ignacio bovendien geen afval te bespeuren. In plaats van schreeuwerige reclame voor gsm’s of auto’s sieren muurschilderingen van lokale fauna en flora er het straatbeeld.
Het paradijs op aarde? Volgens Martínez wel, al onderscheidt hij twee dreigingen voor dat paradijs: de houtkap en mijnbouwconcessies. Bijna een vierde van het grondgebied van de provincie wordt immers beoogd door mijnbouwbedrijven en de middenstand in de stad zou die graag zien komen. Het is uit die hoek dat ook de burgemeester zelf bedreigingen ontvangt. Andere stedelingen verwijten hem dan weer niet altijd even consequent te werk te gaan en er caudillo-trekjes op na te houden, ofte: al te lang de macht te hebben. Bij de boeren blijft Martínez echter een stevige achterban behouden.
‘Om ons werk verder te kunnen zetten, moeten we creatief blijven. We moeten de wereld als een kans zien en met lokale besturen aan verandering en vernieuwing werken. Ik was afgelopen najaar in België en proefde dat jullie de beste chocolade ter wereld hebben. Maar waarom maken we in San Ignacio geen chocolade? De cacao komt toch hier vandaan? Verder moeten we de landbouw meer diversifiëren. Want een mens leeft niet alleen van koffie, maar ook van honing en van bossen.’