De lange weg naar een 'made in SADC'-label

Nieuws

De lange weg naar een 'made in SADC'-label

James Hall

14 mei 2003

Ondernemers en politici in Zuidelijk Afrika dromen van een 'made in SADC'-label dat door importeurs uit de rest van de wereld meteen herkend zou worden als een onaanvechtbaar kwaliteitskenmerk. Zo ver zijn de 14 lidstaten van de Zuidelijk Afrikaanse Ontwikkelingsgemeenschap (SADC) nog niet, maar de eerste stappen worden wel al gezet. De grootste handelspartners van de regio, de Europese Unie en de VS, stimuleren de SADC om een hecht handelsblok te vormen en werk te maken van kwaliteitszorg.

Salvador Namburete, een Mozambikaanse onderminister van Industrie en Handel, is een overtuigde voorstander van een ‘made in SADC’-label. Volgens hem is het een uitgelezen instrument om de competitiviteit van de SADC op de wereldmarkt te versterken. Volgens hem zou zo’n label alleen op producten mogen komen die beantwoorden aan de allerhoogste normen inzake kwaliteit, veiligheid en hygiëne. Hij geeft toe dat die normen in sommige landen van de regio momenteel nauwelijks haalbaar zijn - de streek herstelt zich nog van de ravage die decennia van politieke instabiliteit, burgeroorlogen, achterdocht tussen buurlanden en wijdverbreide armoede hebben aangericht De basisinfrastructuur is vaak een ramp en veel bedrijven hebben gebrek aan investeringsmiddelen en technische en bestuurlijke knowhow.

Toch groeit de exportsector van de SADC-landen. De landen in de regio genieten handelsvoordelen op de Noord-Amerikaanse en de Europese markt en krijgen ook steun om die kansen met beide handen te grijpen. De VS hebben in juni 2002 in Gaborone bijvoorbeeld een Southern Africa Global Competitiveness Hub opgericht, een programma dat exporteurs in Zuidelijk Afrika moet steunen. De landen van Zuidelijk Afrika profiteren ook van de African Growth and Opportunities Act, een VS-programma dat Afrikaanse landen toegang biedt tot de Amerikaanse markt. De EU heeft de landen van de SADC altijd ruime handelsvoordelen en ontwikkelingshulp toegestaan, en wil nu met de regio nu een ‘regional economic partnership agreement’ afsluiten dat zou moeten uitlopen op wederzijdse vrijhandel.

Grote bedrijven uit de grondstoffen- en de landbouwsector in de SADC profiteren al van de toenemende exportmogelijkheden naar westerse landen, maar ook niet-traditionele exportsectoren als de kunstnijverheid zien hun kans. Kleine boeren en ambachtelijke producten kunnen een grote stap vooruit zetten door te exporteren naar de industrielanden, zegt Savoo Dee, directeur Marketing van Sunflag Tanzania in Dar es Salaam. Bescheiden boeren in Swaziland hebben zich bijvoorbeeld al met succes toegelegd op de teelt van groenten die in een vroeg groeistadium geoogst worden - in rijke landen wordt daar veel geld voor neergeteld.

De SADC-lidstaten zijn zich ervan bewust dat de kansen van hun exporteurs vergroten als ze als een hecht handelsblok gaan vormen en afspraken maken over productnormen en standaards. Dat is wel een enorme opgave. Er moet komaf gemakt worden met de bureaucratische romplomp die nu zelfs de handel tussen buurlanden in de regio vaak tot een beproeving maakt. De betrokken regeringen moeten aan tafel gaan zitten met de ondernemers en met niet-gouvernementele organisaties die zich bezig houden met arbeidsomstandigheden en milieubescherming om tot een consensus te komen over de kwaliteitseisen en arbeids- en milieunormen waaraan SADC-producten moeten voldoen. Er zal veel geïnvesteerd moeten worden om ervoor te zorgen dat ook kleine bedrijven precies geïnformeerd worden over die nieuwe voorwaarden en in staat zijn die eisen na te leven. Maar het werk moet gebeuren; de grenzen van de EU dreigen bijvoorbeeld onherroepelijk dicht te gaan voor levensmiddelen waaraan niet voldoende hygiënische zorg is besteed of producten die niet beantwoorden aan de strenge veiligheids- of milieunormen

Volgens Clement Thindwa, de ceo van de Vereniging van Handels- en Industriekamers van de SADC, moeten de lidstaten werk maken van instellingen die bedrijven kunnen helpen die omschakeling waar te maken. Vaak zijn joint ventures met westerse bedrijven de enige mogelijkheid om aan de nodige technologie en investeringsmiddelen te komen.

De SADC bestaat Botswana, Lesotho, Swaziland, Zimbabwe, Namibië, Zambia, Malawi, Tanzania, Zuid-Afrika, Angola, Mozambique, de DRC, de Seychellen en Mauritius. Samen tellen die landen ongeveer 200 miljoen inwoners.