Debat over geografische indicaties nieuwe hinderpaal voor landbouwliberalisering
Gustavo Capdevila
15 juni 2003
De Organisatie voor een Netwerk van Internationale Geografische Indicaties (ORIGIN) is een nieuwe lobbygroep die bij de Wereldhandelsorganisatie (WHO) wil opkomen voor de bescherming van producten uit een specifiek geografisch gebied. ORIGIN stuurt er met steun van de Europese Unie op aan dat het huidige debat over de bescherming van wijn- en alcoholnamen wordt uitgebreid tot zuivel, thee of rijst. Waarnemers vrezen een negatieve invloed op de moeizame verlopende onderhandelingen over de liberalisering van de handel in landbouwproducten.
Op de vierde WTO-ministerconferentie in 2001 in Doha werd besloten een lijst op te stellen van wijnen en andere geestrijke danken waarvan de kwaliteit of reputatie essentieel afhankelijk is van de geografische oorsprong. Het debat kadert in het TRIPS-akkoord over rechten van intellectuele eigendom en moet de dranken in kwestie beschermen tegen concurrentie met namen als sherry-achtige wijn of graandestillaat met turfaroma’s op Schotse wijze. De onderhandelingen over de lijst zitten in het slop en zullen waarschijnlijk niet zoals gepland afgerond zijn tegen de ministerconferentie van Cancun in september van dit jaar.
Het debat over geografische oorsprongsindicaties blokkeert de landbouwliberalisering, zo meent de Argentijnse toponderhandelaar Alfredo Chiaradía. De organisatie ORIGIN wil de regeling voor geestrijke dranken nu bovendien uitbreiden tot andere landbouwproducten. Op het verlanglijstje voor Cancun staan Europese kazen, Iberische ham, Indiase Basmatirijst en Darjeelingthee en Antigua-koffie uit Guatemala. Labels als Franse Emmental of Roquefort-achtige blauwschimmelkaas zouden dan niet meer zijn toegelaten.
EU-handelscommissaris Pascal Lamy zei vorige week dat de bescherming van geografische oorsprongsindicaties een volwaardige plaats moet krijgen binnen de huidige onderhandelingsronde. Volgens Chiaradía probeert de EU op die manier opnieuw het concurrentievoordeel van de goedkoop producerende landen in het Zuiden te ondermijnen. De Europeanen willen de prijzen van sommige producten beschermen terwijl wij niet eens een rechtvaardige marktprijs krijgen voor onze landbouwproducten.
De landen in het Noorden beschermen en subsidiëren hun landbouwsector, waardoor er overschotten ontstaan en de wereldprijzen voor koffie of katoen kunstmatig laag blijven. De huidige onderhandelingronde, ook wel de ontwikkelingsronde genaamd, moet leiden tot de afschaffing van Europese en Noord-Amerikaanse exportsubsidies, een reductie van de landbouwsubsidies en de afbouw van de invoertarieven voor producten uit het Zuiden. De Europese Unie probeert de landbouwliberalisering te koppelen met zoveel mogelijk andere dossiers, zodat de onvermijdelijke toegevingen elders als pasmunt kunnen worden gebruikt.
Gustavo Capdevila
xml=3
ref: eu if