Dengue verdient vaccin
Joren Gettemans
18 februari 2011
De kosten die dengue of knokkelkoorts veroorzaakt, lopen in Latijns-Amerika op tot 1,5 miljard euro per jaar. Dat is genoeg om de ontwikkeling van een vaccin economisch aantrekkelijk te maken, zo blijkt uit een nieuwe studie.
Dengue is al enkele decennia aan een opmars bezig door de hogere mobiliteit van mensen en de plattelandsvlucht. Daardoor komt de ziekte nu ook voor in gebieden waar er vroeger geen dengue was. Naar schatting 3 miljard mensen en zo’n 120 miljoen reizigers lopen gevaar, jaarlijks raken zo’n 50 tot 100 miljoen mensen besmet en vallen er 24.000 slachtoffers.
In een studie in het American Journal of Tropical Medicine and Hygiene berekenden de onderzoekers de economische kost van die oprukkende ziekte voor het continent. Ze komen uit op een jaarlijkse gemiddelde kost van 1,5 miljard euro per jaar, hoewel er grote schommelingen mogelijk zijn tussen 735 miljoen en 3 miljard euro.
Productiviteit
De onderzoekers hielden niet enkel rekening met de directe medische kosten, maar ook met andere kosten die de verzorging met zich meebrengt en met indirecte kosten. Een van die indirecte kosten is het verlies aan productiviteit, dat met 60 procent het leeuwendeel uitmaakt.
De totale kosten kunnen echter nog hoger liggen, omdat de onderzoekers geen rekening hielden met de kostprijs van verdelgingscampagnes tegen de muggen die de ziekte overdragen.
Het onderzoek besluit dat knokkelkoorts een substantiële economische last vormt voor Latijns-Amerika, die opmerkelijk hoger ligt dan die van andere virale ziekten als het humaan papillomavirus (HPV) of rotavirus. “De potentiële aantrekkelijkheid van vaccinatie kan daardoor even goed, zoniet beter zijn voor knokkelkoorts als voor rotavirus of HPV”, besluiten de onderzoekers.