Didier Reynders, vertegenwoordiger van Tunesië in België?
België is in het buitenland niet alleen vertegenwoordigd door ambassades en consulaten, maar ook door een kleine driehonderd honoraire consuls. Omgekeerd verzorgen een tweehonderdtal honoraire consuls de vertegenwoordiging van derde landen in het koninkrijk. Opvallend: de honoraire consul van Tunesië is... Didier Reynders.
‘Mensen denken dat ze zich kandidaat kunnen stellen voor de functie, maar zo werkt het niet. Als honoraire consul word je gevráágd’, zegt Willy Deswaef (66), Oostendenaar, zakenman en sinds 1984 honoraire consul voor Italië.
‘Ik ben 100 procent Belg, maar Italië ligt mij na aan het hart. Ik ben zoon van een Belg en een Italiaanse, heb gestudeerd in Italië en spreek de taal vloeiend. Toen Italië een honoraire consulaat in West-Vlaanderen wilde openen, vroeg de ambassade of ik consul wilde worden.’
Een uur of twee per dag bekommert Deswaef zich om de problemen van Italianen in West-Vlaanderen. ‘Het geeft voldoening omdat je voor veel mensen in nood het enige contactpunt bent. Wanneer bijvoorbeeld de portefeuille van een Italiaanse toerist in Brugge is gestolen, kan ik tussenkomen. Idem voor Italianen die op een of andere manier in aanraking komen met justitie –ze hebben recht op bijstand.’
Andere taken van een honoraire consul: documenten legaliseren, paspoortaanvragen in ontvangst nemen, consulaire bijstand verlenen en economische diplomatie. Bart Ouvry, woordvoerder van Buitenlandse Zaken: ‘Belgische honoraire consuls in het buitenland kunnen bijvoorbeeld een Belgisch bedrijf helpen om zich ter plekke te vestigen. Politiek zit dan weer niet in hun takenpakket. We drukken hen op het hart om tegenover de pers en in het algemeen omzichtigheid te betrachten.’
Return on investment
De functie van honoraire consul is onbezoldigd. Met andere woorden: Deswaef werkt al 26 jaar een dag per week voor niets. ‘Daarom heet het ook honoraire consul: dit doe je ad honorum, voor de eer. In tegenstelling tot beroepsdiplomaten worden wij niet betaald. Een vorm van compensatie is dat een aantal deuren makkelijker open gaan’, zegt Deswaef. ‘Als je contact zoekt met een politicus, dan gaat dat makkelijker wanneer je een businesscard hebt waarop staat dat je een officiële functie hebt.’
Honoraire consuls worden bovendien opgenomen in het lokale consulaire corps. Bart Ouvry: ‘Het prestige is een vorm van immateriële verloning. Als lid van het consulair corps word je uitgenodigd op allerlei officiële gelegenheden. Wanneer je minimum tien jaar honoraire consul bent voor België, kun je bovendien in aanmerking komen voor eervolle onderscheidingen in de nationale orden.’
‘Diplomatieke onschendbaarheid is dan weer niet gegarandeerd voor honoraire consuls. Hoewel het Verdrag van Wenen inzake Consulair Verkeer (de internationale wetgeving over honoraire consuls, kc) bepaalde faciliteiten, privileges en immuniteiten voorziet, kan het gerecht van de ontvangststaat hen wel degelijk vervolgen voor daden die geen verband houden met de uitoefening van hun functie.’
Smoelboek
In 1993 richtte Deswaef de Belgische Consulaire Unie op, een vereniging van honoraire consuls van en in België. Sindsdien is hij ook voorzitter. ‘We komen op voor de belangen van onze leden, 203 in België en 254 in het buitenland. Een voorbeeld: momenteel zijn we met Buitenlandse Zaken in overleg over toegang tot de diplomatieke parking op Brussels Airport. Verder geven we ook elk jaar een smoelboek uit.’
Daarin staan ze allemaal: de captains of industry, advocaten, bankmanagers en notarissen die de functie van honoraire consul voor of in België uitoefenen. ‘Typische profielen zijn personen die gekend zijn in een bepaalde stad, een goede reputatie en bepaald imago hebben’, zegt Deswaef.
‘Het gaat om mensen die de kans hebben gekregen om bij de lokale autoriteiten een netwerk op te bouwen: economisch, politiek, commercieel’, vult Ouvry aan. ‘De contacten gaan dikwijls dieper dan een ambassade kan verwezenlijken. Beroepsdiplomaten zijn na vier jaar weg, maar een honoraire consul woont soms zijn hele leven in een bepaalde stad. Die beschikt over andere contacten en heeft bijkomende kennis die een ambassade niet heeft of veel moeilijker kan verwerven.’
Weetje: om honoraire consul van België te worden, moet je helemaal geen Belg zijn –drie op vier is dat niet. In sommige gevallen spreken “onze” honoraire consuls zelfs geen Nederlands of Frans –al zijn dat de uitzonderingen.
Ouvry: ‘Kennis van al onze landstalen is een troef, maar geen absolute vereiste. Engels kan bijvoorbeeld ook volstaan. Het belangrijkste is dat de honoraire consul in staat is om onze landgenoten te helpen. Het is ook niet altijd evident om de geschikte personen te vinden. Zo zoeken we in Cardiff (Wales) al een tijdje een goede kandidaat.’
Consul Reynders is met verlof
Opmerkelijke foto in Deswaefs smoelenboek: Didier Reynders, minister van Financiën, vice-premier, MR-partijvoorzitter én sinds 2004 honoraire consul van Tunesië. Kan dat zomaar, in de Belgische regering zetelen en tegelijkertijd een ander land vertegenwoordigen? Puur wettelijk is er alvast geen bezwaar, het Verdrag van Wenen laat inmenging in binnenlandse aangelegenheden toe. Toch rijst de vraag of het deontolgisch en wenselijk is dat Reynders zowel België als Tunesië vertegenwoordigt.
‘Er is inderdaad het risico van een belangenconflict’, klinkt het op het kabinet van Reynders. ‘Reynders heeft de vraag van Tunesië weliswaar aanvaard, maar onmiddellijk daarna aan Tunesië laten weten dat hij verlof nam. Hij oefent zijn mandaat dus niet uit, hij is niet één dag honoraire consul geweest. De Tunesiërs hebben het daarop aan Laurent Burton (directeur Cel Pers op het kabinet-Reynders, kc) gevraagd, die de functie nu uitvoert.’
Rik Daems in togo
Minister Reynders is alvast niet de enige politiek mandataris die aanvaardde om honoraire consul te worden van een ander land. Daniel Bacquelaine, burgemeester van Chaudfontaine en voorzitter van de MR-fractie in de Kamer van Volksvertegenwoordigers van België, is sinds 2006 honoraire consul van Litouwen. En Open VLD-Kamerlid Rik Daems kreeg de vraag om honoraire consul van Togo te worden.
Daems: ‘Voor alle duidelijkheid: ik ben het nog niet. Ik weet immers niet of de twee functies verenigbaar zijn. Maar Togo heeft mij gevraagd en ik heb ja gezegd. Zelf vind ik het in ieder geval niet negatief dat ik kamerlid ben; het kan alleen maar meer toegang geven tot een aantal gremia om Togo te helpen. Als er ministers vanuit Togo naar hier komen, kan ik hen bijvoorbeeld helpen om hier de juiste mensen te ontmoeten.’
Voor Daems, die zijn carrière ooit in Costa Rica begon als expert voor het VN-agentschap Department for Technical Cooperation and Development, is het een kwestie van persoonlijk engagement. ‘Als ik kan helpen: met plezier. Een vriend van mij was honoraire consul van Togo en sprak me aan om een aantal projecten in Togo op te zetten. Intussen ben ik al een paar keer ter plekke geweest. Ik heb een samenwerkingsproject tussen het Belgische en Togolese parlement en een waterzuiveringsproject helpen opzetten. Maar mijn engagement voor Togo zal niet kleiner zijn, moest ik geen honoraire consul worden.’