Donors moeten meer geven én beter doen
Thalif Deen
16 oktober 2005
Er gaat de komende jaren veel meer geld naar ontwikkelingshulp, maar die extra middelen moeten anders besteed worden om een antwoord te bieden op armoede en onderontwikkeling. Dat schrijven de VN in een deze week gepubliceerd rapport.
Als de rijke landen al hun recente beloften inlossen, stijgt de totale officiële ontwikkelingshulp de komende vijf jaar met zo’n 50 miljard dollar, tot een totaal van 130 miljard dollar in 2010. Met die smak geld moeten de grote armoedeproblemen in de wereld toch op te lossen zijn? Volgens de World Economic and Social Survey 2005, een rapport van het Departement voor Economische en Sociale Zaken van de VN, hangt alles af van de kwaliteit van die hulp.
Het bedrag dat donors uitgeven aan normale ontwikkelingsprojecten is sinds 1990 nauwelijks toegenomen, zegt Jose Antonio Ocampo, onder-secretaris-generaal van de VN voor Economische en Sociale Aangelegenheden. De verwachte stijging van de komende jaren moet volgens hem absoluut ten goede komen aan klassieke ontwikkelingsprojecten, die langtermijnveranderingen beogen.
Vanaf de jaren 90 gaat een aanzienlijk deel van de officiële ontwikkelingshulp naar de financiering van schuldkwijtscheldingsoperaties, naar noodhulp en naar technische bijstand, schrijven de auteurs van de studie. Belangrijke doelen, maar de ontwikkeling in de ontvangende landen wordt er niet rechtstreeks door gestimuleerd. Noodhulp is niet gericht op structurele effecten, en schuldkwijtschelding levert meestal geen vers geld op voor de begunstigde landen.
Volgens het 219 bladzijden dikke rapport is de terugkeer naar de klassieke ontwikkelingsprojecten absoluut nodig om arme landen te helpen de millenniumdoelen te halen - acht concrete doelstellingen die betrekking hebben op cruciale ontwikkelingsproblemen als armoede, honger, ongeletterdheid, kindersterfte en vrouwendiscriminatie. Donors moeten de ontvangende landen ook op het hart drukken het extra geld prioritair te besteden om die doelstellingen waar te maken. De voorbije jaren was dat moeilijk omdat hulp voor veel ontwikkelingslanden relatief gezien steeds minder belangrijk werd.
Critici zijn blij met de nieuwe dynamiek die de VN met hun millenniumdoelen in de ontwikkelingssamenwerking hebben gebracht. Het extra geld kan miljoenen mensen in de armste landen toegang bieden tot onderwijs of levensreddende geneesmiddelen, zegt Jonathan Hepburn van de internationale hulporganisatie Oxfam International. Maar volgens hem komt het te laat en is het te weinig om alle doelstellingen waar te maken.
Soren Ambrose, directeur Onderzoek en Analyse van het Solidarity Africa Network in Action in Nairobi, betreurt dat de discussie over de millenniumdoelstellingen bijna alleen over geld handelt en de belangrijkste politieke vragen uit de weg gaat. Zolang we blijven denken in termen van hulp en zolang de donorlanden blijven geloven dat zij de antwoorden in petto hebben voor de arme landen, zullen we weinig vooruitgang boeken. Nodig is een systematische verandering in de wereldeconomie om landen die al te lang vanuit het buitenland gecontroleerd worden, zeggenschap over zichzelf te geven.
Ook Hepburn van Oxfam vindt het essentieel dat donorlanden de kwaliteit van ontwikkelingshulp opschroeven. Ze moeten een groter deel van hun inspanningen richten op de armste landen en een einde maken aan gebonden hulp en inefficiënte en dure technische bijstand. Schuldverlichting moet gefinancierd worden met extra middelen, en niet met geld dat wordt afgeleid van klassieke hulpbudgetten. (PD)