Doodseskaders weer actief in Venezuela
Humberto Márquez
19 januari 2004
Venezuela is de aflopen weken overspoeld door een golf van moorden en standrechtelijke executies. Dagelijks komen berichten naar buiten over doden die vallen in vuurgevechten met de politie. Het lijkt erop dat de doodseskaders weer terug zijn.
Bij een van de laatste incidenten drongen zwaarbewapende mannen een huis binnen in een arme wijk in de stad Barquisimeto. Acht slachtoffers werden meegenomen naar een donkere straat en doodgeschoten met machinegeweren. Sommigen werden in het hoofd geschoten terwijl ze op de grond lagen, bleek uit politieonderzoek. Volgens de regionale politiechef Jesús Figuera betrof het een afrekening tussen twee bendes. Hij zei ook dat de aanvallers jacks droegen met het logo van de nationale onderzoekspolitie.
Wijkbewoners en vertegenwoordigers van justitie trekken andere conclusies uit de gebeurtenissen. Bij de moordpartij werden twee jongens van twaalf en zes gedood. Dat kan er op wijzen dat het hier gaat om het werk van een doodseskader uit de staat Lara, waar Barquisimeto de hoofdstad van is. Ooggetuigen vertelden journalisten dat de moordenaars eruitzagen als commando’s van de regionale politie.
Rechters en aanklagers meldden zich afgelopen woensdag bij het hoofdkwartier van politie in Barquisimeto om, als onderdeel van het onderzoek naar het bloedbad, wapens te inspecteren. Politieofficieren versperden echter de toegang. Er werden zelfs scherpschutters op het dak gepost.
De moordpartijen vinden gedurende het hele jaar plaats, maar in januari vallen ze waarschijnlijk meer op doordat journalisten dan de balans opmaken van het afgelopen jaar, stelt Carlos Correa, coördinator van Provea, een niet-gouvernementele mensenrechtenorganisatie. In het vijfentwintig miljoen inwoners tellende Venezuela werden vorig jaar 11.037 moorden gepleegd. Dat zijn 44 mensen op elke 100.000 inwoners. In 2002 ging het om 9617 moorden, 42 per 100.000 inwoners. Het gevaar bestaat dat de bevolking standrechtelijke executies en lynchpartijen als legitiem gaat ervaren, denkt Correa. Vaak heeft de gemeenschap het gevoel dat er recht is geschied en keurt ze het extreme geweld dat wordt gebruikt goed. Het feit dat slechts een klein deel van de criminelen gepakt en bestraft wordt, creëert een vruchtbare voedingsbodem voor geweld. Van de 260.000 misdrijven die jaarlijks in Venezuela plaatsvinden, wordt slechts 25 procent opgelost. In slechts 3 procent van de gevallen komt het tot een veroordeling, zegt Correa.
In drie steden in de oostelijke staat Anzoátegui heeft politie dit jaar in gevechten al negen tegenstanders gedood. Het gaat om zwaarbewapende criminelen. In 2003 zijn vijftien van onze mensen gedood tijdens gevechten, zei de lokale politiechef Alberto Morales. Noel Azócar, vertegenwoordiger van de Nationale Ombudsman, houdt vol dat er bij ten minste één op de drie mensen die gedood worden door een politiekogel, geen sprake is van zelfverdediging door de politie, maar van moord.
In de noordelijke staat Aragua, ten westen van Caracas, werden woensdag drie lichamen gevonden die sporen van een executie vertoonden. Eveneens op woensdag werden in Guarenas en Ocumare in de staat Miranda, vijf mensen gedood tijdens een vuurgevecht met de plaatselijke veiligheidspolitie.
In de noordoostelijke staat Monagas heeft een parlementaire commissie een onderzoek aangekondigd naar een serie moorden die gepleegd zou zijn door een doodseskader. Familieleden van de slachtoffers hebben verklaard dat het eskader zou bestaan uit leden van de regionale politie. In de noordwestelijke staat Falcón doet de onafhankelijke Inter-Amerikaanse Commissie voor de Mensenrechten onderzoek naar het bestaan van doodseskaders. Als de verdenkingen op waarheid blijken te berusten, dan zou dat betekenen dat er sprake is van een ‘wederopstanding’ van de doodseskaders die vooral in 2001 berucht werden. In dat jaar richtte een doodseskader een slachting aan in de staat Portuguesa. Daarbij werden 68 mensen vermoord.
Tussen oktober 2002 en september 2003 kwamen bij Provea 156 meldingen binnen over Venezolaanse veiligheidsagenten die zich schuldig zouden hebben gemaakt aan moord. Meer dan de helft van die gevallen werden toegeschreven aan de staatspolitie, 23 procent aan de gemeentepolitie en de rest aan andere veiligheidsdiensten.
Het parlementaire debat over een nationale politiewet waarin instructies eenduidig worden vastgelegd, is vastgelopen omdat de regering van president Hugo Chávez met de oppositie in een strijd verwikkeld is over de positie van Chávez. De oppositie wil via een referendum het aftreden van Chávez bewerken.