'Dubai cares' is megasucces
Meena Janardhan
25 oktober 2007
De opbrengsten van het liefdadigheidsprogramma 'Dubai cares' swingen de pan uit. Veel inwoners van het rijke emiraat zijn vastbesloten hun steentje bij te dragen tot het waarmaken van de Millenniumdoelstellingen van de VN. De allerrijksten doen met miljoenengiften een gooi naar de titel van 'Filantroop van de Verenigde Arabische Emiraten'.
’Dubai cares’ wil kinderen in ontwikkelingslanden een kans op onderwijs geven. “De campagne wil het licht van de kennis doen schijnen en de duisternis van de onwetendheid verdrijven door de kinderen in arme landen hoop en mogelijkheden voor de toekomst te geven,” verwoordt sjeik Mohammad Bin Rashid Al Maktoum het ietwat poëtischer. Hij is vice-president en premier van de Verenigde Arabische Emiraten en bestuurder van Dubai, één van die emiraten.
De zes weken durende campagne werd gelanceerd op 29 september, maar de inkomsten overtreffen nu al de stoutste verwachtingen. Het streefcijfer was 42 miljoen euro, maar de totale opbrengst bedraagt nu al 154 miljoen euro. Zakenlui schenken tegen elkaar op. Aan het einde van de campagne wordt de titel van ‘Filantroop van de Verenigde Arabische Emiraten’ toegekend. De grootste individuele gift bedraagt nu al meer dan 21 miljoen euro.
“Ik verwacht zowel van de burgers van de Emiraten als van de buitenlanders dat ze wedijveren in liefdadigheid en meedoen op om het even welke manier,” zei Al Maktoum bij de lancering van de campagne. “In ons land hebben we de Arabische en islamitische traditie gemengd met een diversiteit aan waarden uit bedrijven, culturen en nationaliteiten van over de hele wereld.”
De grootste individuele gift bedraagt nu al 21 miljoen euro
Dubai legde speciaal de nadruk op de sociale verantwoordelijkheid van bedrijven. Ook de studerende jeugd werd aangemoedigd om mee te doen, om ook anderen jongeren overal ter wereld te laten delen in de voorrechten zij als inwoners van de Verenigde Arabische Emiraten genieten.
Dubai cares wil ondermeer scholen bouwen en opknappen in arme ontwikkelingslanden, in lesmateriaal en voedsel voorzien voor leerlingen en leraren opleiden. Daarnaast wil de organisatie een jaarlijkse medische controle van de leerlingen en leraren financieren en beurzen toekennen. De eerste leerlingen die van het programma zullen profiteren zijn tienduizend Palestijnse jongeren in vluchtelingenkampen in Noord-Libanon.
In de Arabische wereld moeten zes miljoen kinderen het momenteel zonder basisonderwijs stellen. Wereldwijd zijn dat ongeveer 120 miljoen kinderen. In de ontwikkelingslanden rondt één op de drie kinderen het basisonderwijs van vijf jaar niet af. Het grootste aandeel daarvan woont in Azië en Afrika, met name in de islamitische gebieden. Ongeveer 55 procent van die kinderen zijn meisjes. Zij zijn zonder onderwijs nog kwetsbaarder voor armoede, honger en misbruik.