Ecuador sleept Colombia voor Internationaal Gerechtshof

Nieuws

Ecuador sleept Colombia voor Internationaal Gerechtshof

Constanza Vieira

18 juli 2007

Ecuador treft de laatste voorbereidselen om bij het Internationaal Gerechtshof van Den Haag klacht in te dienen tegen Colombia. De bestrijdingsmiddelen waarmee Colombia cocaplantages in de grensstreek vanuit de lucht besproeit, zorgen ook voor overlast in Ecuador.

“We kunnen het probleem niet meer langs diplomatieke weg oplossen”, verklaarde de Ecuadoraanse Buitenlandminister María Fernanda Espinosa in Quito. Begin deze maand presenteerde een Ecuadoraanse wetenschappelijke commissie Colombia bewijzen over de schadelijke gevolgen van de sproeivluchten voor mensen en dieren in de grensstreek. Maar de Colombiaanse deelnemers aan de vergadering wilden geen conclusies op papier zetten, klaagt de Ecuadoraanse buitenlandminister.
De Colombiaanse sproeivluchten vergiftigen de relaties met buurland Ecuador al sinds 2000. Met steun van de Verenigde Staten gaat Colombia cocaplantages vanuit de lucht te lijf met een mengeling van het herbicide glyfosfaat en andere chemische verbindingen die de werking van het bestrijdingsmiddel verhogen. Planten die getroffen worden door de vloeistof, verdorren. Cocaplanten leveren het basisingrediënt voor cocaïne.
De sproeivluchten maken deel uit van Plan Colombia, een door de VS gefinancierde campagne om de drugsmaffia en de linkse guerrilla in Colombia aan banden te leggen. De grensstreek van Zuid-Colombia en Ecuador is één van de gebieden waar veel coca wordt geteeld en waar de linkse rebellen sterk staan.
De sproeivluchten zijn onnauwkeurig en de giftige nevel drijft vaak af tot over de grens, zegt Ecuador. Colombiaanse boeren klagen dat akkers met andere gewassen er ook vaak aan moeten geloven. Ook de bossen lijden onder de bestrijdingsmiddelen, wat het natuurlijk evenwicht verstoort. Maar vooral de gevolgen voor de mensen die in aanraking komen met het goedje, baren zorgen.
Ecuadoraanse protesten deden Colombia een tijdlang afzien van sproeivluchten op minder dan tien kilometer van de grens. Die beperking is inmiddels door Bogota opgeheven. De Colombiaanse regering zegt dat Ecuadoraanse boeren dicht bij de grens volop coca kweken. Dat wordt echter tegengesproken door reporters van El Tiempo, de grootste krant in Colombia.
Sinds januari zijn er in het grensgebied geen sproeivluchten meer uitgevoerd. Dat heeft voor een deel te maken met het aanhoudende protest uit Quito, maar ook met het feit dat de cocabladeren nu nog niet kunnen worden geoogst.
Sinds maart worden er in de Zuid-Colombiaanse provincie Putumayo wel vanaf de grond cocaplantages opgeruimd. Dat is een oplossing voor de zorgen van Ecuador, maar het is een nachtmerrie voor de Colombiaanse cocaboeren. “Voor de vliegtuigen schuilen we gewoon in huis”, zegt Nydia Quintero, penningmeester van de Associatie van Kleine Boeren in Zuidwest Putumayo (ACSOMAYO). Maar de alternatieve aanpak houdt in dat opeens het leger voor de neus van de boeren staat. “Ze omsingelen de akkers en arbeiders beginnen de aanplant te ontwortelen, zonder toestemming. De kinderen zijn doodsbang en ook volwassenen proberen zich te verbergen. Vaak worden er kippen en voedselvoorraden gestolen.”
Volgens Quintero bestaan de eenheden die de cocaplantages handmatig opruimen uit driehonderd soldaten en een honderdtal arbeiders. Soms worden er tractors ingezet, die alles wat op hun weg komt vernielen. Laboratoria waar cocaïne wordt gemaakt uit de cocabladeren, worden in brand gestoken, net als andere verdachte huizen.
Met plannen van lokale gemeenschappen om over te schakelen op legale teelten, wordt geen rekening gehouden, klaagt Quintero. Voor die overstap is steun van de overheid nodig, en daar wachten de meeste boeren in de streek nog altijd op. Putumayo is een arme regio, en de harde aanpak van cocatelers heeft veel gezinnen aan de bedelstaf gebracht.
“Wij vinden dat de Colombiaanse regering moet investeren in de landbouw, in wegen om de oogst naar de markt te kunnen brengen en in basisvoorzieningen die boeren helpen een inkomen te verwerven. Dan zouden we vrijwillig onze cocaplantages opdoeken. Maar nu is coca telen de enige manier om onze kinderen eten te geven.”