Ecuadoraans president Rafael Correa start derde ambtstermijn

Nieuws

Ecuadoraans president Rafael Correa start derde ambtstermijn

Ecuadoraans president Rafael Correa start derde ambtstermijn
Ecuadoraans president Rafael Correa start derde ambtstermijn

Sofie Coen

27 mei 2013

Rafael Correa is vrijdag, 24 mei, aan zijn derde ambtstermijn als president begonnen. In zijn toespraak vrijdag lichtte hij toe hoe hij de groei die Ecuador onder zijn beleid kende, wil verder zetten en hoe hij Ecuador wil laten ontwikkelen tot een kennismaatschappij.

‘Om op onze eigen twee benen te staan, is talent, kennis, wetenschap, technologie en een cultuur van uitmuntendheid noodzakelijk’, stelde Correa in zijn toespraak. De president overliep zijn toekomstplannen met de nadruk op de verdere economische ontwikkelingen. Intussen groeit de nieuwsgierigheid naar een aantal lopende projecten, zoals de controversiële wetten over mijnbouw en communicatie.

Strak economisch beleid

Correa heeft al laten blijken dat hij het land met een sterke hand regeert. Hij maakte duidelijk dat de focus van het toekomstig beleid op de verdere uitbreiding van de economie en de zoektocht naar meer inkomsten zal liggen. Het verantwoordelijk omgaan met de niet-hernieuwbare natuurlijke bronnen ziet hij daarbij als een opportuniteit voor een onafhankelijke ontwikkeling. Daarom vroeg hij een duidelijke stellingname van links Latijns-Amerika en van de wereldgemeenschap over de exploitatie van natuurlijke bronnen en de voorafgaande toestemming ervan.

Met dat laatste verwijst Correa naar de ontginning van olie uit het natuurreservaat Yasuní. Yasuní, een van de reservaten met het meeste biodiversiteit, herbergt gigantische hoeveelheden olie. Correa beloofde geen boringen te doen, als de internationale gemeenschap zou helpen om de misgelopen inkomsten door niet-ontginning te betalen. Het gaat om 7.2 miljard dollar. Dat is niet weinig, aangezien olie Ecuador’s grootste bron van inkomen is. In juni staat er een evaluatie van het project en de internationale respons op het programma.

Correa wil ook de afhankelijkheid van olie afbouwen door van Ecuador een kennismaatschappij te maken, zo meldt de Spaanse krant El País . Daarvoor heeft de regering een nieuw plan, genaamd het Terugkeer Onderwijs Plan (Plan Retorno Educación). Voor Correa in januari 2007 aan de macht kwam, zat Ecuador in een economische crisis, waardoor veel geschoolde krachten het land ontvluchtten. Correa wil hen terughalen uit onder andere Spanje met een aantrekkelijk plan. Daarbij blijft het niet bij leerkrachten. Ook het Ecuador Gezondheidsplan (Plan Ecuador Saludable) en het Grond Plan (Plan Tierras) zijn in leven geroepen, respectievelijk om dokters en boeren naar Ecuador te lokken.  Niet voor niets herhaalde Correa meermaals: ‘We zijn de regering van de migranten.’

Inheemse woede

Naast de olie-ontginning haalt Ecuador veel inkomsten uit de mijnbouw. De ontginning van koper- en goudmijnen zorgt voor een serieuze aanvulling van de staatskas. Volgens de president  is verdere ontginning noodzakelijk omdat de inkomsten uit de olie dalen.  Deze aanpak stoot echter op fel verzet van de inheemse bevolking. Samen met talloze milieu-en mensenrechtenorganisaties protesteren ze tegen de plannen van de president om de mijnbouw grootschaliger te maken. Ze zeggen dat het de rijkdommen van het land plundert en de waterkwaliteit aantast.

De aanpassingen aan de controversiële mijnbouwwet is momenteel een brandend onderwerp tijdens vergaderingen van de regering. Tegen 15 juni zou het nationale parlement moeten beslissen of ze uiteindelijk goedgekeurd wordt of niet. In die wet staat onder andere dat concessies van mijnbouwcontracten aan staatsbedrijven toegestaan zijn.

De inheemse bevolking voelt zich bedrogen. De wijzingen gaan in tegen de grondwet die het recht van de natuur beschermt. Het stoot hen voor de borst dat Correa geen enkele keer met hen, landbouwers of andere ecologische groepen in dialoog is getreden. Meer protest zal ongetwijfeld volgen.

Culturele revolutie

Het regime van de president heeft toegegeven in zijn beleid een grote leegte te kennen op cultureel vlak. Daar wil Correa naar eigen zeggen iets aan veranderen, maar ook dat zorgt voor controverse. Het grote struikelblok is de discussie over het homohuwelijk.

Het bewuste debat over het homohuwelijk speelde zich voorbije woensdag, 22 mei af op Twitter. Correa is fervent tegenstander van het huwelijk: ‘Ik ben heel progressief op economisch en sociaal vlak en nogal conservatief op vlak van morele kwesties. Ik geloof niet in het homohuwelijk.’ De president kreeg het zwaar te verduren tijdens het debat. Uiteindelijk beloofde hij een referendum te organiseren in 2014.

Persrelaties

Opvallend tijdens zijn toespraak was Correa’s verwijzingen naar zijn relatie met de pers. Die was de laatste tijd verzuurd door zijn intenties om de Communicatiewet, waar men al sinds 2009 over discussieert,  door te voeren. Correa viel de media in het verleden wel eens aan, maar toch nodigde hij ze uit om samen te werken in een ‘democratische oppositie’ .

De oppositie zelf, met name Luis Fernando Torres, van de Sociaal Christelijke Partij, zei in het parlement dat de Communicatiewet  de eerste test zal zijn om na te gaan of zijn oproep tot dialoog ernstig is. Torres benadrukte dat de oppositie, sinds Correa aan de macht is, ‘nog de mogelijkheid niet gehad heeft om te testen of die ruimte voor debat zal gecreëerd worden.’ De oppositie aanziet de Communicatiewet, doorgevoerd door Correa, als een rem op de bewegingsvrijheid voor de privémedia.

Over die wet zegt Correa het volgende: ‘Ik wil de vrijheid van meningsuiting van alle Ecuadoranen verzekeren en niet alleen van de machtsgroepen.’
De fel bediscussieerde wet lijkt contradictorisch te zijn. Ze wil de vrijheid van meningsuiting en recht van antwoord garanderen. Maar daarnaast houdt ze ook enkele restricties in. De regering zal de media meer controleren op inhoud en krijgt de macht om bepaalde artikels of programma’s waarvan de inhoud “onzeker” is tegen te houden. Bovendien moeten de media ook nota’s van hun werk tonen omdat ze een publieke dienst leveren. Opvallend is ook de herverdeling van de uitzendfrequenties. Tot nu toe was 85 procent van de radiofrequenties in handen van privébeleid. Dat verandert nu drastisch: 34 procent van de frequenties is van de gemeenschap, 33 procent zal in publieke handen zijn en 33 procent in privé handen. Normaal gezien heeft de huidige regering genoeg stemkracht om de wet finaal door te voeren.