Een natie vol littekens

Nieuws

Een natie vol littekens

Een natie vol littekens
Een natie vol littekens

Jacob Zocherman

31 oktober 2013

Mamadou Kevin woonde in Dékoua, een stadje in het midden van de Centraal-Afrikaanse Republiek. Tot de rebellen van Séléka langskwamen.

Eén van de opstandelingen eiste geld van hem, waarop Mamadou de man zijn geweer afnam. Even later keerde de gegriefde rebel terug met versterking, waarop ze halve wijken begonnen platbranden. Niet minder dan 216 huizen gingen volledig in de vlammen op. Zes mensen lieten er het leven bij en talloze anderen werden verwond. Mamadou kreeg een houw van een machete in zijn hals, maar omdat hij het geweer teruggaf, werd zijn leven gespaard. Sindsdien leeeft hij ondergedoken in het woud. En heeft hij eeuwige spijt dat hij het geweer teruggaf.

De Centraal-Afrikaanse Republiek is ongeveer zo groot als Frankrijk en telt 4,6 miljoen inwoners. Sinds het land onafhankelijk werd in 1960 reduceerde een ononderbroken serie corruptieschandalen, staatsgrepen en gewapende opstanden de beloftevolle natie tot een smeulende ruïne. Valerie Amos, hoofd van de VN-organisatie voor Humanitaire Hulp, had het na een recent bezoek over een falende staat in wording. Op dit moment zijn de scholen gesloten, ligt de openbare dienstverlening plat en is de infrastructuur kapot. De Séléka-rebellen, het Lord’s Resistance Army, rebellen uit Tsjaad en gewapende groepen uit andere buurlanden bedreigen de bevolking. Resultaat: de Verenigde Naties tellen 200.000 ontheemden in het land en 50.000 vluchtelingen in de buurlanden.

De machtsgreep van de nieuwe rebellencoalitie Séléka in het voorjaar leidde tot een internationaal verbod op de export van diamant, de belangrijkste grondstof van het land. Het gevolg is dat de uitzichtloze situatie van de gewone Centraal-Afrikaan nog wanhopiger werd. ‘Ik kan niets meer verkopen door die stomme overeenkomst op een net stuk papier’, klaagt Parfait Alexandre Befio (26). Hij werkt in een diamantmijn in Carnot, niet ver van de Kameroense grens. Parfait verwijst naar het Kimberley-proces, dat bedoeld is om de handel in zogenaamde conflict- of bloeddiamenten te blokkeren –en op die manier te voorkomen dat de edelstenen gewelddadige conflicten draaiende houden.

Artsen zonder Grenzen signaleert een scherpe toename in ondervoede kinderen sinds het embargo in werking trad. In de diamantgordel is immers weinig landbouw en nu de inkomsten van de diamanthandel ook wegvallen, blijft alleen bittere armoede.