Eén op drie Oost-Europese kinderen leeft in armoede

Nieuws

Eén op drie Oost-Europese kinderen leeft in armoede

Vesna Peric Zimonjic

07 november 2004

Maar liefst veertien miljoen van de 44 miljoen kinderen in Oost-Europa en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten leven in armoede. Dat is de dramatische conclusie van het nieuwe UNICEF-rapport 'Social Monitor 2004', een onderzoek naar de socio-economische situatie in 27 landen in de regio.

De regio die we hebben onderzocht is enorm uitgestrekt maar de vaststellingen over kinderen en armoede zijn overal hetzelfde, zegt Anne Lyse Svensson, hoofd van het UNICEF-kantoor in Belgrado. De Social Monitor 2004 vergelijkt de huidige situatie van 27 landen in Oost-Europa en het Gemenebest van Onafhankelijke Staten - de statenbond van twaalf voormalige republieken van de toenmalige Sovjet-Unie - met gegevens uit 1992. Sinds de implosie van de Sovjet-Unie in 1991 en de oorlogen in het voormalige Joegoslavië in de jaren negentig is het aantal landen in de regio geëxplodeerd van acht naar 27.

De overgang van communistische en socialistische systemen naar de vrijemarkteconomie heeft volgens de UNICEF-studie enorme sociale gevolgen gehad. Vooral zwaar geïndustrialiseerde en op traditionele landbouw gerichte regio’s zijn er catastrofaal op achteruitgegaan. Veel mensen verloren de toegang tot gratis gezondheidszorg en onderwijs en het nieuwe tijdperk heeft geweld en wanhoop voortgebracht. Door het uiteenvallen van families zijn ook meer kinderen in instellingen beland.

Bijna één op drie kinderen in de regio leeft in armoede. De twaalfjarige Amira Jahic uit Servië is één van hen. Onderweg naar de vlooienmarkt in Belgrado passeert ze samen met haar moeder verschillende scholen. Tijd om naar school te gaan heeft Amira echter niet want ze moet de hele dag tweedehands spullen helpen verkopen. Net als Amira gaan kinderen van 15.000 Servische families niet naar school. In Servië leven 600.000 kinderen in gezinnen die moeten zien rond te komen met minder dan twee dollar per dag.

Volgens Mihail Arandarenko van het Servische Regeringsteam tegen Armoede doet Servië inspanningen om het probleem van armoede bij kinderen aan te pakken. Maar dit probleem is een kenmerk van landen met een economie in transitie, en zelfs economische groei helpt de situatie van de kinderen niet vooruit. Volgens Arandarenko zorgt economisch herstel niet zomaar voor gratis gezondheidszorg, goed onderwijs en verbeterde levensomstandigheden voor iedereen.

Het rapport waarschuwt ook voor toenemend alcohol- en drugsgebruik onder jongeren in Oost-Europa en het Gemenebest. In sommige regio’s van het Gemenebest ligt het drugsgebruik ligt tien keer hoger dan in West-Europa, zegt Svensson. Een ander typisch probleem is de migratie van jonge gezinnen met kleine kinderen. Meer dan een vijfde van de migranten die van landen uit het Gemenebest naar Rusland trekken zijn jonger dan twintig jaar. Migranten en hun kinderen die illegaal in een land verblijven, wacht nog een hoop extra problemen, van uitbuiting tot sociale uitsluiting. Door hun illegale status krijgen ze vaak geen toegang tot heel wat sociale diensten.

Er moet heel wat gebeuren om de kinderen in deze regio te helpen want de huidige situatie draagt alleen maar bij tot meer ongelijkheid, zegt Arandarenko. Volgens Svensson zijn hervormingen in het beleid en de wetgeving om alle kinderen en hun rechten te beschermen de hoeksteen van de programma’s die UNICEF met regeringen in de regio opzet. Het is de juiste weg om armoede uit te roeien en te werken aan sociale, economische en politieke duurzaamheid. (KC/JS)