Eerste debatten op Wereld Economisch Forum voor Latijns-Amerika


Sofie Coen
25 april 2013
Gisteren, woensdag 24 april, openden de presidenten van Peru, Ollanta Humala; Mexico, Enrique Peña Nieto en Panama Ricardo Martinelli, het achtste Wereld Economisch Forum in hoofdstad Lima. Net als zijn Europees equivalent in het Zwitserse Davos komen zakenmannen, staatshoofden en ministers bijeen om de meest prangende economische problemen te bespreken. Vandaag komen de eerste debatten aan bod.
Het forum is dit jaar gewijd aan de economische groei om de gemeenschap te versterken. Met een dikke 600 deelnemers zijn in ieder geval alle verwachtingen overtroffen. ‘De belangrijkste thema’s van de debatten zijn: dynamiek van de economieën onderling, duurzame ontwikkeling voor een sterk groeiende middenklasse, demografie en jeugd in de regio’, zegt Marisol Argueta, hoofddirecteur van het forum.
Kansen voor Peru
Als gastland krijgt het land enkele unieke kansen aangeboden. Het land functioneert als platform om buitenlandse investeerders, toerisme en handel aan te trekken. Bovendien biedt het forum het land mogelijkheid om aan te tonen dat er economische en juridische stabiliteit is.
Luis Miguel Castilla, minister van Economie en Financiën bevestigt met enige trots dat ‘Peru met afgunst bekeken wordt voor zijn hoge economische groeicijfers en lage inflatie.’ Het is zijn missie om die solide economie te behouden. Daarmee drukt hij kritische stemmen, die beweren dat de nationale economie vertraagt en de investeringen verlamd zijn, de kop in.
Peru maakt deel uit van het handelsblok Alianza del Pacífico (Alliantie van de Stille Oceaan), dat leider is op vlak van buitenlandse handel en export. Tot nu toe is het nog niet gelukt om een presidentiële top met de drie andere landen van het handelsblok (Colombia, Chili en Mexico) te organiseren. Castilla is dan ook tevreden dat ze donderdag zullen samenzitten. Hij verklaart dat ze kunnen bespreken ‘hoe we de financiële integratie en de kapitaalmarkten kunnen versterken en integreren in de vier landen.’
Naast economische thema’s sieren ook enkele groene en sociale onderwerpen de agenda. Gastland Peru moet zijn vooruitgang in alternatieve ontwikkeling aantonen. Dat meent althans Carmen Masías, voorzitster van de Peruaanse Nationale Commissie voor Ontwikkeling en Leven Zonder Drugs (Devida). Ze verklaarde dat Peru een voorbeeld kan zijn voor wat men kan bereiken in zones waar eerder illegale gewassen werden gekweekt en die nu legale producten voortbrengen. Daarnaast wil het land een fonds opzetten voor sociale innovatie.
Positieve groei
Vorige week publiceerde het Internationaal Monetair Fonds (IMF) de groeicijfers voor de regio. De economie van Latijns-Amerika en de Caraïben zou met 3,5 procent moeten groeien dit jaar. Dat is 0,3 procent minder dan voordien werd voorspeld. Het minder dynamische herstel van de twee grootste economieën Argentinië en Brazilië liggen aan de basis van die daling.
Zo goed als alle Latijns-Amerikaanse landen ondervinden groei, behalve Venezuela waar een stagnering wordt waargenomen. Zowel het IMF als de Verenigde Naties (VN) schrijven de expansie toe aan consumentengroei door betere werkomstandigheden, de verhoogde prijzen van grondstoffen en de interne goede financiële condities.
Latijns-Amerikaanse landen hebben hun stijging ook te danken aan het feit dat ze gespecialiseerd zijn in de export en productie van grondstoffen, zoals bijvoorbeeld soja. Bovendien is de stagnering van de Aziatische markt alleen maar in hun voordeel. Paraguay leidt de expansie, met een groei van het binnenlands nationaal product (bnp) van tien procent, gevolgd door Panama en Peru (beide acht procent).
In vergelijking met de lichte groei van 1,9 procent van de Verenigde Staten en de recessie waar Europa zich in bevindt (een kleine daling van 0,3 procent) zijn cijfers voor de regio niet slecht. De cijfers zouden zelfs nog toenemen in 2014. De regio verrast dus op een positieve manier. Zijn groei lijkt zich niets aan te trekken van de achteruitgang van enkele Aziatische economieën noch van de trage groei van Europa en de Verenigde Staten. Latijns-Amerika heeft minder last van de schommelingen van de wereldeconomie omdat het zijn huiswerk op vlak van macro-economie gedaan heeft en er een steeds solidere middenklasse is.