Egypte laat gehandicapten aan hun lot over
Cam McGrath
07 april 2010
Egyptenaren kijken liever niet naar de rolstoel van Mahrousa Salem, dus kijken ze de andere kant op. De gesluierde Egyptische is een van de meer dan een miljoen Egyptenaren met een fysieke of mentale handicap. Zij worden zo goed als genegeerd door de samenleving.
Werkgevers willen geen gehandicapten in dienst, ze krijgen geen onderwijs en bij stedelijke planning wordt geen rekening met ze gehouden. “We zijn geen bedelaars en we hoeven geen medelijden”, zegt Salem. “We willen alleen de basisrechten die anderen ook hebben.”
Uit een telling uit 2006 bleek dat ongeveer een miljoen Egyptenaren leeft met een fysieke of mentale beperking, hoewel sommige experts het aantal op acht miljoen schatten, ofwel 10 procent van de bevolking.
Dat er geen accurate cijfers beschikbaar zijn, komt omdat gezinnen vaak geen informatie willen geven over gehandicapte familieleden. “Veel Egyptische gezinnen verbergen hun gehandicapte kinderen”, zegt Hanaa Helmy, regiocoördinator van MOVE Middle East, een niet-gouvernementele organisatie die zich inzet voor gehandicapte kinderen. “Zelfs de buren weten er vaak niet een van het bestaat van het kind.”
Ouders maken zich vaak zorgen over de gevolgen voor de andere kinderen, legt zij uit. “Ze zijn bijvoorbeeld bang dat hun dochter van veertien, die over een paar jaar zal gaan trouwen, geen man kan krijgen als bekend wordt dat haar broertje gehandicapt is.”
Kwade geesten
Veel Egyptenaren geloven ook dat handicaps zoals blindheid, hersenverlamming en het Syndroom van Down een straf van God zijn of veroorzaakt worden door kwade geesten. Dergelijk geloof zorgt ervoor dat mensen met een handicap gemarginaliseerd worden.
“Als we proberen deze mensen te laten integreren in de samenleving, gaan alle deuren dicht”, zegt Helmy. De problemen beginnen al vroeg. Openbare en particuliere scholen laten geen kinderen met een handicap toe. “Zelfs kinderen met minimale handicaps worden vaak afgewezen.”
Voor gehandicapte kinderen die het geluk hebben dat ze wel onderwijs kunnen krijgen, zijn de extra kosten van transport en onderwijshulpmiddelen vaak te hoog. Zelfs staatsscholen voor kinderen met speciale behoeften eisen vaak dat de families een tutor inhuren. De kosten daarvoor zijn meestal niet op te brengen.
Volgens de wet moeten overheidsinstellingen en particuliere organisaties met meer dan vijftig werknemers ervoor zorgen dat gehandicapten tenminste 5 procent van hun personeel uitmaken. Die wet wordt echter nauwelijks gehandhaafd.
Bedrijven die gehandicapten dienst nemen, doen dat meestal om in aanmerking te komen voor belastingverlaging. Ze betalen het laagst mogelijke salaris, zo’n 26 euro, en vragen de gehandicapte werknemer vervolgens om thuis te blijven, zegt Abeer Eslam van de stichting Wayana, die zich inzet voor passend werk voor gehandicapten.
Bijna alle werknemers van Wayana zijn zelf ouder van een gehandicapt kind. Zij benaderen directeuren van bedrijven om hen te overhalen mensen met een beperking in dienst te nemen. “Sommige bedrijven zijn daartoe bereid, maar hun aantal valt in het niet bij bedrijven die liever een kleine boete betalen omdat ze hun quotum van 5 procent niet halen”, zegt Eslam.