‘Einde multivezelakkoord kost wereldwijd 27 miljoen banen’
Moyiga Nduru
25 januari 2005
Het einde van het multivezelakkoord, dat sinds 1973 de internationale handel in kleding en textiel regelt, kan wereldwijd 27 miljoen banen kosten. Dat heeft ontwikkelingsorganisatie Christian Aid uit Groot-Brittannië becijferd in het rapport ‘Rags to Riches to Rags’.
Het multivezelakkoord werd destijds in het leven geroepen door de Wereldhandelsorganisatie (WHO) om de textielindustrie in de rijkere landen te beschermen tegen de goedkope export uit Aziatische lagelonenlanden. Het akkoord gaf ook andere ontwikkelingslanden de mogelijkheid een voet tussen de deur te krijgen op markten die anders gedomineerd zouden worden door textielgiganten als China.
In Zuid-Afrika verloren de afgelopen twee jaar zo’n al 300.000 textielarbeiders hun baan als gevolg van de import van Chinese producten. Buurland Lesotho, dat op een paar jaar tijd een bloeiende textielindustrie wist op te bouwen, volgt dat voorbeeld. Door de afschaffing van het multivezelakkoord, dat tot 1 januari van dit jaar de import van goedkope textiel aan banden legde, dreigt de industrie in het land in te storten.
In 2003 groeide het kleine koninkrijk uit tot een belangrijke textielproducent in Afrika. Goedkope arbeid en goede belastingvoorwaarden trokken in 2000 Taiwanese ondernemers naar het land. Zij konden profiteren van de African Growth and Opportunity Act (AGOA), een programma dat eindproducten uit Afrika bezuiden de Sahara vrije toegang geeft tot de Amerikaanse markt, als ze onder bepaalde condities geproduceerd zijn. Het land leverde 31 procent van de textielexport naar Amerika onder AGOA. Uit officiële statistieken blijkt dat vorig jaar ongeveer 50.000 mensen hun boterham verdienen in de textielindustrie in Lesotho. In 2002 waren dat nog maar 20.000 mensen.
Aan die groei komt nu abrupt een einde. Eind vorig jaar sloten zes textielfabrieken in Lesotho hun deuren, waardoor 6.550 werknemers op straat kwamen te staan. Ondanks de sterke groeicijfers en de economische troeven van Lesotho zagen de zes bedrijven die eind vorig jaar sloten in de afschaffing van het multivezelakkoord een te grote bedreiging. Een studie van de WHO uit september vorig jaar, voorspelt dat China en India daardoor binnenkort 80 procent van de wereldwijde textielmarkt zullen beheersen.
Van alle kleding die Zuid-Afrika importeert, komt 86 procent nu uit China. Handdoeken, dekens en gordijnen zijn goed voor 60 procent. Een ontwikkeling die zich op drie jaar heeft voltrokken.
Er moet quotum komen voor Chinese producten, zegt Walter Simeoni, voorzitter van de Zuid-Afrikaanse Textielfederatie. Dat is een kortetermijnoplossing, maar hij geeft de industrie in ieder geval wat lucht en de tijd om te reorganiseren. De importquota zijn niet in strijd met de internationale handelsregels, zegt Simeoni. Brazilië, Turkije en de Verenigde Staten hebben voor sommige producten ook quota vastgesteld en de Europese Unie denkt erover na, zegt hij.
Simeoni vindt dat de Zuid-Afrikaanse regering niet voldoende doordrongen is van het probleem. En ik denk dat de regering de Chinezen niet voor het hoofd wil stoten. Die coulante houding is volgens hem een gevolg van de Chinese steun bij het beëindigen van de apartheid in Zuid-Afrika.
Schommelingen in de wisselkoers hebben de crisis in de textielindustrie in Zuid-Afrika verergerd. De koers van de Zuid-Afrikaanse rand ging met rasse schreden omhoog. Al onze concurrenten in het Oosten hebben hun munt gedevalueerd om concurrerend te blijven. Daarmee creëren ze banen, terwijl wij ze verliezen. In zo’n omgeving kan geen enkele textielfabrikant in de wereld concurrerend blijven, zegt Simeoni.
Fabrikanten klagen ook over de toegenomen arbeidskosten. Volgens Simeoni zijn de maandsalarissen tussen januari 2002 en september vorig jaar, toegenomen van 215 dollar naar vijfhonderd dollar. Zuid-Afrika’s concurrenten in het verre Oosten betalen tussen veertig en honderd dollar per maand.
Christian Aid pleit voor een interventie van de Wereldhandelsorganisatie, om te voorkomen dat de textielindustrie in de ontwikkelingslanden instort. Bij veranderingen in het internationale handelsbeleid moeten de belangen van de armen op de eerste plaats komen. Marktliberalisering tegen elke prijs is onwenselijk, zegt de organisatie.
Ook in Europa zal het wegvallen van de importquota gevolgen hebben. Volgens de Belgische textielwerkgeversorganisatie Febeltex komen in België de komende drie jaar 10.000 banen onder druk te staan. (JS/MM)