Ethiopisch textiel profiteert van wereldwijde interesse

Textiel en kleding uit Ethiopië vindt steeds gemakkelijker de weg naar de wereldmarkt. Internationale ketens zijn op zoek naar alternatieven voor Aziatisch textiel, dat een kwalijke reputatie heeft door de slechte werkomstandigheden.

  • © IPS/James Jeffrey Samson Sesete weeft een kleine tas in een atelier van Salem's, een kleine weverij in Addis Abeba die tassen en sjaals produceert. © IPS/James Jeffrey

Aan een drukke weg in Addis Abeba staat een bord dat verwijst naar Salem’s. De weverij, waar veertien mensen werken, bevindt zich in een zijstraat van deze weg. De wevers bedienen de pedalen van de weefgetouwen, terwijl houten spoelen heen en weer schieten. Ze zijn bezig sjaals te weven die naar een winkel in de stad gaan. Een klein aantal sjaals is bestemd voor het buitenland.

De eeuwenoude Ethiopische textielindustrie mag zich sinds kort verheugen in buitenlandse belangstelling, maar dat is niet altijd zo geweest. Salem Kassahun, eigenares van de zaak, zegt dat er pas sinds drie jaar orders uit het buitenland komen. “We zitten in een tijd van verandering, dat is zeker “, zegt Salem. “Dat geeft ons kansen te groeien. We maken nu wat onze grootmoeders droegen, maar ook wat onze dochters zullen dragen en wat de wereld wil.”

Afgelopen week stuurde ze zevenhonderd sjaals naar Rose & Rose in Londen, een winkel die designersjaals en accessoires verkoopt. Het was pas de tweede zending, maar Salem hoopt te kunnen blijven leveren aan de winkel.

De grotere fabrikanten lijken haar optimisme te delen. Als gevolg van toegenomen internationale aandacht, zijn er meer kopers, zegt Fassile Tadese, ceo van MAA Garment en Textiles Factory, even buiten Mekele, een stad in Noord-Ethiopië. Bij MAA, dat gebreide kledingstukken naar Europa en de VS exporteert, werken 1500 mensen. Bijna 90 procent is vrouw.

De negatieve publiciteit over de textielindustrie in Azië werkt in het voordeel van de Ethiopische fabrikanten. In april vorig jaar stortte een kledingfabriek in Bangladesh in. Bij die ramp vielen meer dan duizend doden. De ramp vestigde opnieuw de aandacht op de slechte omstandigheden waaronder Aziatische textielarbeiders vaak werken.

Tegelijkertijd worden de productiekosten in Azië hoger, en verkiezingsgeweld ontregelde in de afgelopen maanden de industrie in Bangladesh, dat na China de grootste textielsector in de wereld heeft. Ook waren er stakingen onder textielarbeiders in Cambodja, een andere grote exporteur.

Tesco

Tesco, de op twee na grootste retailer ter wereld, heeft onlangs aangekondigd meer kleding uit Ethiopië te willen. Hennez & Mauritz (H&M), de op één na grootste kledingketen ter wereld, zegt ook productiekansen te zien in Ethiopië en andere landen in Afrika ten zuiden van de Sahara.

Ethiopië telt momenteel zestig kledingfabrieken en vijftien textielfabrieken. Het land probeert zich te positioneren als nieuwe leverancier op de wereldmarkt, zegt Tadesse Haile, de minister van Industrie. De rol van het land als opkomende textielgigant wordt geholpen door een overvloed aan katoen. Ethiopië telt nog miljoenen hectares grond die geschikt zijn voor katoen, maar nog niet gebruikt worden. Het land telt bovendien 90 miljoen inwoners, waarvan een groot deel jonger dan dertig is. Ook aan arbeidskrachten is dus geen gebrek.

Fassil zegt zich geen zorgen te maken over de komst van buitenlandse bedrijven, die mogelijk concurrentie kunnen vormen voor lokale producenten. Op de textielmarkt is volgens hem ruimte genoeg. Bovendien leidt concurrentie tot efficiency en innovatie. “Daarom verwelkomen we investeerders uit de hele wereld.”

Dat internationale kledingketens niet meer alleen afhankelijk willen zijn van Azië, werkt in het voordeel van Ethiopië. Tesco voorspelt dat het 2014 en 2015 voor 1,5 tot 2 miljoen dollar aan producten uit Ethiopië wil halen. In 2016/2017 moet dat gegroeid zijn tot ongeveer 11 miljoen dollar.

Tegelijkertijd worden buitenlandse kledingketens steeds gevoeliger voor gereguleerde groei en ethisch verantwoorde praktijken in kledingfabrieken. De kans dat fouten die elders in de wereld gemaakt zijn, herhaald worden, wordt dus steeds kleiner. “Het is voor ons echt belangrijk dat de kleding onder goede omstandigheden wordt gemaakt en dat iedereen fatsoenlijk wordt behandeld”, zegt Giles Bolton, directeur ethische handel bij Tesco. Zijn bedrijf ziet daar, in samenwerking met de Ethiopische overheid en plaatselijke toeleveranciers, nauw op toe, zegt hij.

Ethiopië heeft het voordeel dat veel toeleveranciers vakbonden hebben die zorgen voor een effectieve dialoog tussen werkgevers en werknemers, zegt Anna Eriksson, woordvoerder van H&M.

Fysiek zwaar

Bij Salem’s lijken de wevers tevreden te zijn met hun werk. Maar ze hebben wel hun zorgen. Weven is een moeilijk en fysiek zwaar beroep, zegt Samson Sesete, die al zeven jaar wever is. De werknemers worden per geweven item betaald, wat betekent dat de inkomens sterk variëren, zegt de 21-jarige Teshome Onke, die al op zijn veertiende begon met werken in Zuid-Ethiopië.

Wie snel kan werken, verdient ongeveer 2000 birr (75 euro) per maand, zegt hij. Langzamere collega’s komen gemiddeld rond 1.500 bir (56 euro) uit. Dat zo’n item vervolgens voor minstens tweemaal de kostprijs wordt verkocht, leidt tot frustratie. Salem zegt dat over de salarissen wordt gesproken met de werknemers, maar dat het nu eenmaal zo is dat ze altijd meer betaald willen krijgen. “En dan zou ik niets meer kunnen verkopen.”

Vijfentwintig procent gaat op aan overheadkosten, zegt Salem. Verder is 65 procent de maximale winstmarge, waarover 30 procent belasting moet worden afgedragen. Kleine bedrijven als het hare hebben bovendien moeite om leningen van de bank te krijgen, zegt ze. Banken willen onderpand zien en dat heeft ze onvoldoende. “Mooie designs en ideeën zijn niet genoeg.”

Ze denkt eraan een tweede weeflocatie te beginnen, een eindje verderop in de straat. Maar momenteel is het daarvoor nog te vroeg, zegt ze. “Hoewel er veel interesse is, moet die interesse zich wel vertalen in orders.” En zelfs als die orders komen, zal het hard werken worden om concurrerend te blijven op de internationale markt, die altijd tijdige levering vereist. “Je moet streven naar perfectie”, zegt Salem. “We moeten onze mindset aanpassen aan de internationale markt.”

Maak MO* mee mogelijk.

Word proMO* net als 2790   andere lezers en maak MO* mee mogelijk. Zo blijven al onze verhalen gratis online beschikbaar voor iédereen.

Ik word proMO*    Ik doe liever een gift

Met de steun van

 2790  

Onze leden

11.11.1111.11.11 Search <em>for</em> Common GroundSearch for Common Ground Broederlijk delenBroederlijk Delen Rikolto (Vredeseilanden)Rikolto ZebrastraatZebrastraat Fair Trade BelgiumFairtrade Belgium 
MemisaMemisa Plan BelgiePlan WSM (Wereldsolidariteit)WSM Oxfam BelgiëOxfam België  Handicap InternationalHandicap International Artsen Zonder VakantieArtsen Zonder Vakantie FosFOS
 UnicefUnicef  Dokters van de WereldDokters van de wereld Caritas VlaanderenCaritas Vlaanderen

© Wereldmediahuis vzw — 2024.

De Vlaamse overheid is niet verantwoordelijk voor de inhoud van deze website.