Etno-ecomix doet Boliviaans toerisme bloeien

Nieuws

Etno-ecomix doet Boliviaans toerisme bloeien

José Luis Alcázar, IPS

23 september 2005

In Chalalán is het oerwoud uw gastvrouw - wij zijn de gidsen. Welkom in een andere wereld. De Boliviaanse Chalalán-lodge en het Madidi-reservaat eromheen behoren tot de 20 meest bezochte bestemmingen voor eco-toeristen ter wereld. Bezoekers kicken op een verblijf tussen de indianen die vreemde creaturen als brulapen, toekans en boomkikkers moeiteloos een plaats geven in hun intrigerende kosmologie.

De indianen zijn meer dan decorstukken. Ze runnen de lodge aan de rand van het schilderachtige Chalalán-meer. De Boliviaanse regering en internationale donors zien in het zogenaamde etno-ecotoerisme een winstgevende nichemarkt. Ondernemende indianengemeenschappen grijpen de kans die de kapitaalkrachtige instanties hen bieden met beide handen.

De Chalalán-lodge ligt in het grensgebied tussen de Andes en het Amazonewoud, 400 kilometer ten noorden van La Paz. Na een kanotocht van vijf uur komen de bezoekers terecht in San José de Uchupiamonas, een nederzetting die in 1716 gesticht werd door Franciscaanse missionarissen en nu middenin het Madidi-reservaat ligt.

In het tien jaar oude nationaal park wonen 120 indianengezinnen - Tacana’s, Esse-eja’s en Moseténs. Met steun van de milieuorganisatie Conservation International en de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank bouwden de indianen een lodge waar ze sinds 2001 toeristen ontvangen. Het werd een groot succes.

Samen met de Mapajo-lodge in het Biosfeerreservaat Pilón Lajas, nog een toeristische trekpleister die helemaal door indianen wordt gerund, krijgt Chalalán per jaar 37.000 toeristen over de vloer. Noord-Amerikanen en Europeanen gaan zich te buiten aan avontuurlijke trekkings, proberen kaaimannen, kolibri’s en jaguars voor de lens te krijgen en leren de inheemse tradities van nabij kennen - van landbouw over handwerk tot dorpsfeesten.

Met de inkomsten van de lodge financieren we landbouwprojecten en betalen we andere investeringen die de omliggende inheemse gemeenschappen vooruit helpen, zegt Lina Zambrana, de directeur van Mapajo. De lodge is eigendom van zes gemeenschappen van Moseténs en Tsimane’s. Ze werd gebouwd met steun van het Ontwikkelingsprogramma van de VN en hulporganisaties uit Canada, de VS, Frankrijk en Groot-Brittannië. De indiaanse eigenaars beheren de lodge en werken de programma’s voor de bezoekers uit. Nationale en internationale reisagentschappen helpen bij de vermarkting van de reispakketten.

Etno-ecotoerisme kan inheemse boeren uit de extreme armoede halen waarin ze vaak leven, zegt Karen de Wachtel, van 1993 tot 1997 adjunct-minister van Toerisme in Bolivia en de motor achter de nieuwe aanpak. In 1994 al deed ze het begrip etno-ecotoerisme in de wet opnemen. Goede projecten kunnen de inheemse gemeenschappen helpen hun cultuur te bewaren en de bijzondere band te behouden die ze met de natuur hebben.

Het toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor Bolivia. Het Andesland lokt tegenwoordig elk jaar ongeveer 400.000 toeristen. Die geven 150 miljoen euro uit - goed 5,5 procent van het Boliviaanse bruto binnenlands product.

De talrijke indianen in Bolivia zouden meer kunnen verdienen aan dat toerisme. Ze vormen een belangrijke aantrekkingspool en leven ook langs de belangrijkste toeristische routes. Voorlopig zetten de inheemse gemeenschappen van Bolivia vooral in natuurreservaten toeristische projecten op. Ook aan de oevers van het Titicacameer nemen indianen bezoekers onder de vleugels. (PD/MM)