EU botst met opkomende landen over internationale handel
Ravi Kanth Deverakonda
02 november 2011
De leiders van de G20 die morgen en overmorgen (donderdag en vrijdag) bijeenkomen in het Franse Cannes, zullen zich buigen over verschillende economische kwesties. Een daarvan is het versterken van het internationale handelssysteem en het ongelijke speelveld voor arme landen op dit gebied.
De Europese Unie en haar bondgenoten hebben een conflict met leidende ontwikkelingslanden - China, Kenia, India, Brazilië en Zuid-Afrika - over de blauwdruk waarover hun onderhandelaars het eens moeten worden tijdens de achtste ministeriele bijeenkomst van de Wereldhandelsorganisatie (WTO) in december in Genève.
Tot nu toe is er geen consensus onder de WTO-leden over hoe die blauwdruk eruit moet zien en hoe de beloften die gedaan zijn voor de Ontwikkelingsagenda van Doha nagekomen moeten worden, zeggen handelsdiplomaten.
Integratie
De Doharonde is tien jaar geleden gelanceerd om historische ongelijkheden in het wereldwijde handelssysteem te corrigeren en armere landen te laten integreren in het systeem.
De Europese Unie en haar bondgenoten, inclusief Zwiterserland, willen een “ambitieuze” agenda die de WTO tot een actief orgaan maakt. “Het EU-standpunt wordt subtiel gesteund door WTO-directeur Pascal Lamy, die de agenda wil uitbreiden”, zegt een handelsdiplomaat.
“Een aantal delegaties stelt dat de nieuwe benaderingen consistent zijn met het Doha-mandaat. Daarmee suggereren ze dat de WTO haar rol kan spelen in antwoord op de wereldwijde uitdagingen, inclusief het op afstand houden van protectionisme”, zei Lamy afgelopen week tijdens de bijeenkomst van de Algemene Raad van de WTO.
Hoewel Lamy het exacte aantal delegaties en hun samenstelling niet noemde, verwees hij kennelijk naar een kleine groep landen geleid door de EU, zegt een diplomaat uit de IBSA-landen (India, Brazilië en Zuid-Afrika).
Verschillende perspectieven
Lamy, die de bijeenkomst van de G20 bijwoont, zal naar verwachting in Cannes lobbyen voor zijn uitgebreide agenda om de WTO te revitaliseren.
China en de IBSA-landen hebben echter geen behoefte aan een uitgebreidere agenda. Volgens hen moet de WTO de beloften over ontwikkelingsdoelen die uiteengezet zijn in de Doha-onderhandelingen, eerst waarmaken. De ontwikkelingslanden vragen zich af waarom de Doha-agenda vervangen moet worden voor een nieuw programma.
“De EU, IBSA en China houden er duidelijk verschillende perspectieven op na”, zegt ambassadeur Roberto Azevedo, de Braziliaanse handelsgezant bij de WTO.
Hij staat niet achter de specifieke eisen van de EU, waaronder een vroege realisatie van bepaalde kwesties, inclusief het faciliteren van handel en verbetering van de WTO-procedure om geschillen op te lossen. “Denken dat op deze gebieden snel resultaat geboekt kan worden, is misleidend”, zegt Azevedo.
IBSA en China hebben een gezamenlijke positie ingenomen over de Doha-agenda en andere kwesties bij de WTO. China steunt een recente IBSA-verklaring waarin het handelsblok pleit voor het aanpakken van de problemen die de armste landen tegenhouden te integreren in het wereldwijde handelssysteem. China wil zeker zijn van een sterke uitkomst op ontwikkelingsgebied.