EU kan beter openbare drinkwaterbedrijven in ontwikkelingslanden steunen

Nieuws

EU kan beter openbare drinkwaterbedrijven in ontwikkelingslanden steunen

Stefania Bianchi en Peter Dhondt

21 maart 2005

De Europese Commissie blijft kritiek krijgen op haar pogingen om ontwikkelingslanden te overtuigen hun drinkwaterbedrijven te privatiseren. De Vlaamse ontwikkelingskoepel 11.11.11 herinnert het Belgische parlement er morgen (dinsdag) nog eens aan dat twee derden van de Vlaamse gemeenten zich in een petitie tegen die politiek hebben gekant. En vandaag vertrekt vanuit België, Nederland en verschillende andere Europese landen een open brief naar Europees commissaris Louis Michel met de vraag om in de Commissie een ander geluid te laten horen.

Aan België zal het niet liggen dat Europa de weg blijft vrijmaken voor de privatisering van drinkwaterbedrijven in ontwikkelingslanden. De Vlaamse Noord-Zuidkoepel 11.11.11, die de voorbije twee jaar campagne voerde rond het recht op drinkbaar water, kon uiteindelijk 193 Vlaamse gemeentebesturen - vanuit hun eigen ervaring experts op het vlak van drinkwatervoorziening - overhalen een motie te ondertekenen tegen de privatisering van het drinkwater in het Zuiden. Het Belgische parlement bespreekt binnenkort een resolutie over de toegang tot drinkwater voor iedereen. En de Belgische regering heeft - tot hiertoe vruchteloos - verzet aangetekend tegen pogingen van de Europese Commissie om ontwikkelingslanden ertoe aan te zetten hun drinkwaterdistributie in private handen te geven.

De privatisering van drinkwaterbedrijven werkt niet, stellen 11.11.11, het Nederlandse Both Ends en een zestigtal andere Europese niet-gouvernementele organisaties in een brief aan Louis Michel, de Europese commissaris voor Ontwikkelingssamenwerking, naar aanleiding van Wereldwaterdag (22 maart). Volgens de ngo’s is de golf van privatiseringen in de drinkwatersector van het voorbije decennium uitgedraaid op een mislukking. Concrete ervaringen in de ontwikkelingslanden tonen aan dat multinationale bedrijven slecht uitgerust zijn om proper en betaalbaar water te leveren aan arme mensen. Privatiseringen hebben niet de verwachte financiering opgeleverd om arme mensen toegang te bieden tot water en rioleringen. De briefschrijvers staan niet alleen met hun kritiek. Ook RWE Thames Water, een groot Duits-Brits bedrijf in de drinkwatersector, laat horen dat privatiseringen geen antwoord bieden op de drinkwaterproblemen in ontwikkelingslanden.

De ngo’s verwijten de EU en sommige lidstaten dat ze ontwikkelingsgeld en hun politieke invloed gebruiken om privatiseringen op te leggen. De winstmogelijkheden van Europese bedrijven in de sector zouden daarbij meer aandacht krijgen dan de noden aan drinkwater en riolering in de ontwikkelingslanden. Europese bedrijven als Suez/La Lyonnaise des Eaux domineren de ontluikende private drinkwatersector in Afrika, Latijns-Amerika en Azië. Ze kunnen rekenen op de nodige politieke steun. De Boliviaanse regering maakte onlangs een einde aan een concessie van Suez in de Boliviaanse stad El Alto omdat het bedrijf er in zeven jaar tijd niet in was geslaagd de beloofde verbetering van de drinkwaterdistributie te realiseren. De inwoners van El Alto willen terug naar een openbare drinkwatermaatschappij, maar de GTZ, de uitvoerder van de officiële Duitse ontwikkelingssamenwerking, weigert volgens de auteurs van de open brief met de nodige leningen over de brug te komen als Suez niet betrokken blijft bij het beheer van de waterdistributie in El Alto.

Voor de EU is de tijd gekomen om het geweer van schouder te veranderen, vinden de ngo’s. Openbare drinkwatermaatschappijen staan wereldwijd nog altijd in voor 95 procent van de drinkwaterbevoorrading, en ze brengen het er helemaal niet slecht af zolang ze niet financieel worden drooggelegd. De EU moet zich richten op de vraag hoe openbare drinkwatermaatschappijen hun diensten in heel de wereld kunnen verbeteren en uitbreiden. Vooral in ontwikkelingslanden hebben veel mensen nog helemaal geen toegang tot drinkbaar water. De ngo’s vinden dat Europa onder meer een beroep moet doen op de enorme ervaring van de openbare drinkwatermaatschappijen in Europa. Die kunnen partnerschappen aangaan met gelijkaardige ondernemingen in de ontwikkelingslanden waarbij winst maken niet prioritair is.

In elk geval moet de EU er volgens de ngo’s mee stoppen haar ontwikkelingshulp op het vlak van watervoorziening te koppelen aan de eis de waterdistributie te privatiseren. De EU verdeelt bergen ontwikkelingsgeld. Ze lanceerde vorig jaar bijvoorbeeld een Water Facility van 500 million euro om landen in Afrika, de Cariben en de Stille Oceaan te helpen meer inwoners toegang te bieden tot drinkbaar water. Maar dat fonds is tegelijk een enorm pressiemiddel.

Olivier Hoedeman, de onderzoekscoördinator van het Corporate Europe Observatory (CEO), een Amsterdamse onderzoeksinstelling die de Europese brievencampagne aan Michel coördineert, rekent op de EU om het voortouw te nemen bij de nieuwe aanpak. De EU is de grootste ontwikkelingsdonor en draagt daardoor volgens Hoedeman een enorme verantwoordelijkheid. Daarnaast kan de EU een schat aan ervaring mobiliseren bij de openbare Europese watermaatschappijen.

Bij Louis Michel vinden de briefschrijvers waarschijnlijk een luisterend oor. Tijdens de hearings in het Europees Parlement die voorafgingen aan de benoeming van de Europese Commissie, verklaarde Michel dat openbare diensten een sleutelrol spelen om de fundamentele behoeften van de bevolking in de ontwikkelingslanden te bevredigen. Essentiële diensten mogen volgens hem niet blootstaan aan de marktkrachten.

De ngo’s vinden dat Michel nu de daad bij het woord moet voegen. Ze hopen dat de EU tijdens het Wereldwaterforum in Mexico in maart 2006 al een heel andere aanpak zal voorstaan. Door genoeg financiële en politieke steun te leveren aan werkbare openbare initiatieven, zal de EU eerder een deel van de oplossing dan een deel van het probleem worden, hopen de briefschrijvers.

België probeert daartoe zijn deel bij te dragen. In de drinkwaterresolutie die het Belgische parlement binnenkort plenair bespreekt, staat onder meer dat de Belgische regering in het Internationaal Muntfonds en de Wereldbank het standpunt moet verdedigen dat de internationale gemeenschap moet ophouden druk te leggen op ontwikkelingslanden om hun drinkwatervoorzieningen te privatiseren, en dat ontwikkelingshulp in de eerste plaats moet gaan naar de versterking van openbare drinkwatermaatschappijen.

Corporate Europe Observatory:
www.corporateeurope.org