Europa deserteert in de strijd tegen de terreur, vinden hardliners - analyse
Jim Lobe
18 maart 2004
Neoconservatieven en andere haviken in Washington vinden dat Spanje de verkeerde weg opgaat sinds de aanslagen van 11 maart. De nieuwe paanse premier Jose Luis Rodriquez Zapatero maakt dezelfde fouten als de voormalige Britse premier Neville Chamberlain, klinkt het. Spanje geeft volgens de hardliners toe aan de vijand en zal daardoor nog groter onheil over Europa afroepen.
Chamberlain bezocht in 1938 Adolf Hitler in Munchen, in een poging het gerezen conflict tussen Tsjecho-Slowakije en Duitsland te bezweren. Door deels toe te geven aan de eisen van Hitler, probeerde hij een oorlog te voorkomen. Deze ‘appeasement-politiek’ leidde tot de Duitse bezetting van Sudetenland. Dit gebeurde met instemming van Frankrijk, Engeland en Italië.
Volgens conservatieve commentatoren in de Verenigde Staten getuigt de aankondiging van socialist Zapatero om de Spaanse troepen uit Irak terug te trekken van gebrek aan wil om het terrorisme te bestrijden. Dat moedigt het islamitisch extremisme alleen maar verder aan, vinden zij.
In koppen in het Wall Street Journal (‘Neville Chamberlain, en Espanol’) en de New York Times (What is the Spanish word for appeasement?’) werd de vergelijking met 1938 scherp aangezet. The New York Times signaleert ‘lafheid’ die kenmerkend is voor het ‘oude Europa’. Op de opiniepagina van de Washington Times wordt gesproken van ‘De Spaanse Ziekte’ en de Washington Post vreest dat Zapatero’s besluit een domino-effect teweeg zal brengen in Europa.
Neoconservatief Robert Kagan, medeoprichter van het Project for the New American Century (PNAC), vatte het als volgt samen: Amerikanen komen van Mars, Europeanen van Venus. Volgens hem heeft de verkiezingsuitslag in Spanje de Verenigde Staten en Europa aan de rand van de afgrond gebracht. EU-voorzitter Romano Prodi, die na de aanslagen zei dat het gebruiken van geweld niet de manier is om conflicten met terroristen op te lossen, kreeg Kagans hoon te verduren: Zijn Europeanen bereid om aan alle wensen van Al Qaeda tegemoet te komen in ruil voor veiligheid? Dat doet me denken aan Muchen 1938.
Sommige commentatoren merkten op dat premier Aznar zelf ook verantwoordelijk is voor zijn verkiezingsnederlaag, doordat hij probeerde de aanslag in de schoenen van de Baskische ETA te schuiven. Maar de algehele ondertoon in de commentaren is dat steun voor Zapatero gelijk staat aan onwil om een grotere dreiging uit de wereld te helpen, de mentaliteit van Chamberlain toen hij Sudentenland uitleverde aan de Duitsers.
Wat de commentatoren negeren, is het feit dat Zapatero vanaf het moment dat hij gekozen was, gezegd heeft dat het bestrijden van alle vormen van terrorisme voor hem hoge prioriteit heeft. Dat rechtse commentatoren die opmerking negeren, of niet serieus nemen, illustreert hun denkwijze: Irak is onderdeel van de wereldwijde strijd tegen het terrorisme, er zijn niet twee verschillende conflicten. In de ogen van de haviken staat terugtrekking uit het ene conflict gelijk aan onwil om alle terrorisme te bestrijden. Een denkwijze die goed past in de ‘wie niet voor ons is, is tegen ons’ filosofie.
In de hoofden van de Amerikanen zijn Irak en de strijd tegen het terrorisme onlosmakelijk met elkaar verbonden, zegt Charles Kupchan, buitenlandspecialist van de Raad voor Buitenlandse Betrekkingen. In Europa worden die twee bijna automatisch gescheiden. In Europa heerst het gevoel dat de oorlog in Irak de terroristische dreiging alleen maar verergerd heeft, zegt Kupchan, verwijzend naar een dinsdag gepubliceerd onderzoek van Pew Global Attitudes Project.
De vergelijking met Munchen 1938 verraadt ook een wantrouwen en ambivalentie van de neoconservatieven tegenover de democratie. Volgens hen waren het de liberale democratieën die in de jaren dertig van de vorige eeuw de weg vrijmaakten voor Hitler. In hun ogen hebben de Spanjaarden uit angst voor Al Qaeda voor de socialisten gestemd, en dat toont aan dat de democratie, in ieder geval in Europa, zwak is. Dat de Spanjaarden op het laatste moment massaal op de socialisten hebben gestemd omdat ze zich gemanipuleerd voelden door hun premier Aznar, zien de neoconservatieven liever over het hoofd. Die les komt dan ook wel pijnlijk dichtbij voor de haviken, die de motor waren achter de Amerikaanse invasie in Irak.