Europa geeft te weinig aan ontwikkelingshulp

Nieuws

Europa geeft te weinig aan ontwikkelingshulp

Bari Bates

20 maart 2012

De vijftien rijkste landen van Europa moeten tegen 2015 0,7 procent van hun bruto nationaal product aan ontwikkelingshulp besteden. Slechts enkele landen zitten op koers om deze doelstelling te halen. België is er een van.

De Deense premier Helle Thorning-Schmidt kreeg onlangs complimenten van Concord, het Europese ngo-netwerk. Met zijn ONE-campagne pleit Concord voor meer leiders zoals Thorning-Schmidt die hun belofte aan de armste landen inlossen.

Denemarken is een van de vier EU-lidstaten die verder zullen gaan dan de 0,7 procent-norm die in 1970 op de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties werd vastgelegd. Dit engagement werd in de loop der tijd verschillende keren herhaald, en in 2005 pinden de Europese ministers voor Ontwikkelingssamenwerking zich vast op de deadline van 2015.

De eerste vijftien EU-lidstaten zouden jaarlijks 0,7 procent van hun bruto nationaal product afstaan tegen 2015, terwijl landen die na 2002 lid werden van de EU gaan voor 0,33 procent tegen 2015.

Groot-Brittannië

Volgens AidWatch, lid van Concord, zijn amper zeven EU-landen op koers om die doelstelling te behalen: België, Denemarken, Luxemburg, Malta, Nederland, Zweden en het Verenigd Koninkrijk.

Wat is nu de impact van 0,7 procent van het bnp? In een recent rapport neemt de ONE-campagne de internationale inspanningen van de Britten onder de loep. Groot-Brittannië zou de norm in 2013 halen en 11,7 miljard pond (14 miljard euro) besteden aan ontwikkelingshulp. Omgerekend is dat 1,6 pence voor elke pond die de regering uitgeeft.

Achter deze cijfers schuilen concrete resultaten op het terrein, bijvoorbeeld vaccinaties voor 80 miljoen kinderen, drinkbaar water voor 17 miljoen mensen wereldwijd, preventieve malariabehandeling voor meer dan 40 miljoen mensen, een behandeling voor 633.000 hiv-geïnfecteerden en bijna 16 miljoen kinderen in staat stellen om onderwijs te volgen. Dat is voor Groot-Brittannië alleen.

Griekenland

Volgens Wiske Jult van 11.11.11, die ook meewerkt aan de monitoring van AidWatch, is het ongelooflijk moeilijk om in te schatten hoeveel landen dit jaar op schema zullen zitten. Veel cijfers ontbreken. “Ondanks herhaalde verzoeken geeft Griekenland zijn resultaten van vorig jaar niet vrij. Zo kunnen we onmogelijk weten of het land goed op weg is zijn belofte te houden.” In juni 2012 volgt er een uitgebreid rapport van AidWatch.

“Ontwikkelingshulp ligt in sommige landen onder vuur door de financiële crisis, maar de beloftes aan arme landen terugschroeven is niet de manier om in Europa uit bezuinigingen of werkloosheid te raken”, zegt Olivier Consolo, directeur van Concord.

“Europese regeringen moeten beseffen dat hun hulp miljoenen mensen in nood helpt. Ze moeten trots zijn op het gevecht dat Europa levert tegen armoede.”