"Europa komt millenniumbeloften niet na"

Nieuws

"Europa komt millenniumbeloften niet na"

David Cronin

24 juni 2007

Europa zal meer geld moeten uitgeven aan ontwikkelingshulp, als het de doelen van de Verenigde Naties op het gebied van gezondheidszorg in arme landen wil halen. Veel landen komen hun beloften om de hulp te verhogen, onvoldoende na. Dat blijkt uit een nieuw rapport van het Europese Parlement.

Vijftien lidstaten van de Europese Unie beloofden in 2005 hun budget voor ontwikkelingshulp voor 2015 te verhogen tot minimaal 0,7 procent van het bruto nationaal inkomen. Die verhogen zou moeten bijdragen aan het bereiken van de Millenniumdoelen van de Verenigde Naties. De VN willen voor 2015 onder meer de armoede in de wereld halveren.
De auteurs van het rapport constateren dat de EU-hulp sinds 2005 juist iets is afgenomen, als wordt uitgegaan van een percentage van het bruto nationaal inkomen. In 2005 ging 0,44 procent van het gecombineerd bruto nationaal inkomen van de vijftien landen naar ontwikkelingshulp, vorig jaar was dat 0,43 procent.
“De Millenniumdoelen zullen niet gehaald worden als de armste landen meer hulp ontvangen om hun ontwikkelingsbeleid te ondersteunen”, zegt de Britse europarlementariër Glenys Kinnock, medeauteur van het rapport. Italië, een van de landen van de G8-groep van rijke landen, is een van de grootste achterblijvers. De Italiaanse ontwikkelingshulp bedroeg in 2006 slechts 0,2 procent van het bruto nationaal inkomen.
Alle acht Millenniumdoelen die in 2000 werden overeengekomen, zijn op een of andere manier gerelateerd aan gezondheid en onderwijs. Er werden onder meer doelen gesteld om aids te bestrijden, kinder- en moedersterfte te verlagen en onderwijs voor iedereen toegankelijk te maken.
Het nieuwe Development Cooperation Instrument van de EU geeft aan dat in 2009 tenminste 20 procent van de hulp naar gezondheidszorg onderwijs moet gaan. Kinnock zegt dat momenteel minder dan 7 procent van de Europese hulp naar die twee sectoren gaat. Er zou jaarlijks 12 miljard euro extra naar gezondheidszorg moeten gaan, om bestedingen in de zorg op het gewenste peil te brengen. Op het terrein van onderwijs zou Europa jaarlijks 5,3 miljard euro extra moeten uittrekken.
Ze wees opnieuw op de gewoonte van diverse Europese landen om hun hulpcijfers te flatteus voor te stellen door schuldkwijtschelding mee te rekenen in hun uitgaven voor ontwikkelingshulp. Een methode die wordt toegestaan door de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO).
Landen die hun hulpcijfers op die manier het meest oppoetsen, zijn Oostenrijk, Frankrijk, Italië, Duitsland en Groot-Brittannië. “Je kunt het budget op verschillende manieren verhogen”, zegt Rob van Drimmelen van Aprodev, een koepelorganisatie van ontwikkelingsorganisaties die banden hebben met de Wereldraad van Kerken. “Schuldkwijtschelding, hulp aan migranten en de kosten van buitenlandse studenten in Europa kunnen allemaal tot ontwikkelingshulp worden gerekend. Maar als je de statistieken corrigeert door dat soort hulp weg te laten, dan moet je constateren dat er weinig vooruitgang is geboekt.”