Europa op weg naar een privatisering van detentie?
Lien Santermans
10 april 2014
Na private gevangenissen doen ook private psychiatrische centra en migratiecentra hun intrede in Europa. Experts vrezen een nefast effect op de zorgkwaliteit wanneer psychiatrie en migratie big business worden.
Fylakio detentiecentrum
CC Ggia
Op 4 april maakte de ministerraad bekend dat Franse cateraar Sodexo en Nederlandse zorggroep Parnassia samen het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent zullen uitbaten.
De private uitbating van een gesloten psychiatrische instelling is een primeur voor ons land. Huisvesting en beveiliging van het centrum zullen betaald worden door Justitie, terwijl het RIZIV de kosten voor de behandeling van de 272 mannelijke geïnterneerden op zich neemt.
Het Forensisch Psychiatrisch Centrum komt er nadat België meermaals door het Europees Hof voor de Rechten van de Mens veroordeeld werd voor het niet toedienen van de juiste zorgen aan geïnterneerden. Het is echter opmerkelijk dat de ministerraad hierbij kiest voor een privaat partnerschap met Sodexo, aangezien het bedrijf in het verleden regelmatig werd beticht van schandalen in gevangenissen die het uitbaat in Groot-Brittannië en Australië.
Zorgnet Vlaanderen, een werkgeversorganisatie die initiatieven uit de social profit verenigt, uitte alvast haar bezorgdheid en vreest dat de kwaliteit van de zorg zal moeten wijken voor commerciële belangen.
‘Gelet op de internationale ervaringen met Sodexo lijkt de dreiging reëel dat commerciële drijfveren hieraan [de zorgkwaliteit] afbreuk kunnen doen, en dit is onaanvaardbaar gezien deze kwetsbare doelgroep,’ verklaarde de organisatie op haar website.
Privatisering in Griekse migratiecentra
Ook de beveiliging van drie EU-gefinancierde Griekse migratiecentra staat op het punt uitbesteed te worden aan private firma’s voor een jaarlijks bedrag van veertien miljoen euro. Onder de kandidaten voor het miljoenencontract bevindt zich onder andere G4S, ’s werelds grootste private beveiligingsfirma, die reeds meermaals bekritiseerd werd voor haar behandeling van geïnterneerden in asielcentra in het Verenigd Koninkrijk.
Vorig jaar ontving Griekenland zo’n 35 miljoen euro van het Europese terugkeerfonds. Hoewel het geld bedoeld was om vrijwillige terugkeer en re-integratie te ondersteunen, zou het merendeel gespendeerd zijn aan grenscontrole en detentiecentra. Woordvoerder voor het Directoraat-generaal Binnenlandse Zaken van de Europese Commissie Michael Cercone merkte op dat de lidstaten zelf verantwoordelijk zijn voor het correct spenderen van het geld. Er is geen directe opvolging door de Europese Commissie.
Het welzijn van de geïnterneerden in de Griekse centra wordt volgens Artsen Zonder Grenzen (AZG) verwaarloosd. Zo zouden velen lijden aan medische problemen veroorzaakt door hun slechte verblijfsomstandigheden, de duur van hun detentie (illegale migranten kunnen tot achttien maanden opgesloten worden in Griekenland) en het gebrek aan gepaste medische zorgen.
‘Het is er te vochtig’, getuigde een van de artsen in het rapport van AZG over het detentiecentrum in Fylakio. ‘Ik heb patiënten gezien die op volledig natte matrassen sliepen.’
Volgens het Griekse Vluchtelingenagentschap is er bovendien sinds mei 2013 geen permanente medische vertegenwoordiging meer in het detentiecentrum. Eind 2012 en begin 2013 brak er schurft uit.
Ondanks het Europese budget verkeert het detentiecentrum dus nog steeds in de problemen. Het is dan ook de vraag of een uitbesteding van de beveiliging daar iets aan zal verhelpen. Michael Flynn, stichter van het onderzoeksinitiatief het Global Detention Project aan het Graduate Institute of International and Development Studies te Genève, waarchuwt alvast voor een mogelijke verslechtering van de zorgkwaliteit.
‘Je moet steeds waakzaam blijven wanneer een staat een commerciële aannemer betrekt bij het managen van zaken als immigratiegerelateerde detentie,’ zegt hij in de EUobserver. De introductie van private bedrijven zou volgens hem de focus van het beleid immers verplaatsen van het welzijn van de geïnterneerden naar de financiële belangen van de aannemer.