Europa stelt “officiële ontwikkelingshulp” in vraag

Nieuws

Europa stelt “officiële ontwikkelingshulp” in vraag

Europa stelt “officiële ontwikkelingshulp” in vraag
Europa stelt “officiële ontwikkelingshulp” in vraag

17 september 2009

Europa maakt het zijn lidstaten in de toekomst misschien makkelijker om hun beloftes waar te maken inzake ontwikkelingssamenwerking. Vandaag komt een tekst uit van de Europese Commissie, waarin – volgens enkele kritische ngo’s – de traditionele criteria voor ODA (Officiële Ontwikkelingssamenwerking oftewel Offical Development Assistance) op losse schroeven worden gezet. Die criteria worden al jaren bewaakt door de OESO, kort voor Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling.

MO* kon de tekst van de Commissie inkijken (pdf) en las in de conclusie: ‘Hulp vervult een sleutelrol bij het ondersteunen van pogingen van ontwikkelingslanden om armoede te bestrijden en de milleniumdoelstellingen te bereiken. Maar op zich zal die hulp niet voldoende zijn (…). Het ontwikkelingspotentieel van niet-ODA financiële geldstromen ten volle aanwenden, kan een uiterst efficiënte benadering zijn. We moeten het doel beter afbakenen en de instrumenten verbreden”.
Het is al lang geweten dat private investeringen, het sturen van overmakingen door migranten en andere geldstromen ook de ontwikkeling in het Zuiden kunnen bevorderen. Ook geld dat de impact van klimaatswijzigingen moet temperen in bijvoorbeeld Afrika, is belangrijk.
Hoewel die geldstromen in crisistijden extra onder druk komen te staan, heeft Europa het belang ervan nog maar ’s benadrukt. Meer nog: volgens de Vlaame ngo-koepel 11.11.11. zet de Commissie in de nieuwe Communication, getiteld “Policy Coherence for Development. Establishing the policy framework for a whole-of-the-Union approach” de deur open om dergelijke geldstromen voortaan mee te tellen als ontwikkelingshulp.
ODA-geld moet sinds jaar en dag beantwoorden aan een aantal criteria. Een internationaal orgaan, de OESO, kijkt erop toe dat lidstaten niet eender wat in hun mandje van ODA stoppen. Een land als België, dat beloofde om tegen 2010 toch 0,7 % van zijn bruto nationaal inkomen (bni) te spenderen aan ontwikkelingssamenwerking, kan met andere woorden niet eender wat laten meetellen als “Ontwikkelingssamenwerking”.

Reacties

Wiske Jult van ngo-koepel 11.11.11: “De Europese Commissie stelt de defin

Eigenlijk zouden we niet alle moeren en bouten van de hulpindustrie mogen tellen, alleen maar om “vrijgeviger” over te komen. (Andrew Mold, OESO Development Centre)

e van ODA fundamenteel in vraag en zegt ook niets over hoe ze die andere zogenaamde niet-ODA geldstromen wil meten. Lidstaten zullen hierdoor nog minder gemotiveerd zijn om specifiek geld te voorzien voor ontwikkeling”.
Senior economist Andrew Mold van het Development Centre van OESO: ‘Door de toegenomen competitie in ontwikkelingssamenwerking, vooral vanwege de Chinezen, is er groeiende druk op de Commissie en de DAC (nvdr. het Ontwikkelings-samenwerkingscomité van de OESO). Chinezen geven hulp in ruil voor deals, grondstoffen, contracten. Ik kan begrijpen dat ngo’s die jarenlang gevochten hebben voor de scheiding tussen hulp en commerciële belangen, nu steigeren bij het idee van soepelere criteria.’
‘Maar er zijn hierover altijd al strubbelingen geweest. Zo probeerde Spanje lange tijd private liefdadigheidsinstellingen en stichtingen te laten meetellen als ODA. Persoonlijk ben ik tegen het verbreden van de definitie. Ik zou zelfs pleiten voor een verenging. Eigenlijk zouden we niet alle moeren en bouten van de hulpindustrie mogen tellen, alleen maar om “vrijgeviger” over te komen. Wat uiteindelijk telt, is hoeveel geld er uiteindelijk bij de ontwikkelingslanden zelf terechtkomt’.
Lees ook: Reactie van de Europese ngo-koepel Concord (Engels)
Lees ook: Reactie van Karel De Gucht

MO*lezing
Op vrijdag 18 september organiseert MO* in de Vooruit in Gent een MO*lezing met Dambisa Moyo, auteur van het boek Doodlopende hulp, en Kumi Naidoo, de nieuwe directeur van Greenpeace International.