Europese Unie laat Aung San Suu Kyi in de steek
Marwaan Macan-Markar
14 oktober 2004
De Europese politieke leiders zijn er tijdens de Europa-Azië Top (ASEM), afgelopen weekeinde in Vietnam, niet in geslaagd druk uit te oefenen op het militaire regime van Rangoon. Birma kon, samen Cambodja, Laos en de tien nieuwe lidstaten van de Europese Unie, probleemloos toetreden tot het topoverleg.
De ASEM heeft het Birma wel op de vingers getikt omdat het geen werk maakt van de democratisering. Maar meer dan symbolisch zijn de nieuwe sancties die het kreeg opgelegd, niet te noemen. De ASEM werd in 1996 opgericht om de economische en handelsrelaties tussen Europa en Azië te versterken. Het is het enige internationale forum waarin deze twee regio’s elkaar rechtstreeks ontmoeten. Aan het overleg, dat tweejaarlijks wordt georganiseerd, nemen nu 39 landen deel.
Birma wordt al sinds 1962 door militairen geregeerd. Zij houden het land – dat ze tot Myanmar hebben omgedoopt – in een ijzeren greep. Oppositie voeren is er een levensgevaarlijke zaak, ondervonden Nobelprijswinnares Aung San Suu Kyi en de leden van haar Nationale Liga voor Democratie (NLD). In mei vorig jaar werd Suu Kyi samen met enkele sympathisanten aangevallen door handlangers van de junta. Sindsdien wordt ze onder huisarrest gehouden.
In de aanloop naar de Europa-Azië Top in Hanoi had de Europese Unie gedreigd nieuwe sancties op te leggen als de Birmese dictators de oppositieleidster niet vrijlieten en de conventie die een nieuwe grondwet moet uittekenen niet in alle vrijheid haar werk zou laten hervatten.
Maar dat de Europese leiders die aanwezig waren op de bijeenkomst, zoals de Franse president Jacques Chirac, zich niet hebben kunnen opwerpen als voorvechters van de democratie, blijkt uit de slotverklaring van deze vijfde ASEM-Top. De naam van Aung San Suu Kyi wordt daarin niet eens vermeld. Het document meldt alleen dat de ASEM-leiders uitkijken naar een snelle opheffing van de beperkingen die politieke partijen momenteel opgelegd krijgen, dit in overeenstemming met de beloftes van Myanmar.
Nieuwe sancties werden opgelegd, maar veel omvatten die niet. De lijst van Birmezen die wegens hun banden met de junta geen visum voor Europa kunnen krijgen wordt uitgebreid en de Europese investeringen in Birmese overheidsbedrijven worden teruggeschroefd. De maatregelen die de Verenigde Staten vorig jaar hebben getroffen, wegen veel zwaarder: geen enkele nieuwe investering meer in de Birmese economie, een verbod op alle financiële diensten en het stopzetten van alle import uit Birma.
Heel verwonderlijk is de Europese voorzichtigheid ten aanzien van Birma niet, want verscheidene lidstaten hebben grote economische belangen. Frankrijk heeft volgens rapporten voor zo’n 470 miljoen dollar investeringen in Birma. Onder meer de oliereus Total is zeer aanwezig in het Aziatische land. Groot-Brittannië mag dan een van de actieve bestrijders van het Birmese regime zijn, het is tegelijkertijd ook de grootste Europese investeerder in het land. In de Birmese economie zit volgens beschikbare cijfers niet minder dan 1,43 miljard dollar Brits geld.
Door te weigeren hard op te treden tegen Birma, helpen de Europese leiders het militaire regime langer aan de macht te blijven, stelt Debbie Stothardt van het Alternatieve ASEAN Netwerk voor Birma, een regionale mensenrechtenorganisatie. De junta zal verheugd zijn. Ze zal hopen dat Suu Kyi de boodschap begrepen heeft, namelijk dat ze beter kan toegeven of opgeven.
Kavi Chongkittavorn, van de Thaïsche krant The Nation, formuleert het nog scherper. Dit is hoe Westerse landen democratische leiders straffen. Birma kan nu voort een schurkenstaat blijven. (CA/JS)