Ex-manager Halliburton in staat van beschuldiging

Nieuws

Ex-manager Halliburton in staat van beschuldiging

Emad Mekay

18 maart 2005

Jeff Alex Mazon, een voormalige manager van een dochtermaatschappij van het Amerikaanse bouwbedrijf Halliburton, is door de Verenigde Staten in staat van beschuldiging gesteld. Hij zou het Amerikaanse leger voor meer dan 3,5 miljoen dollar hebben opgelicht bij een fraudezaak in Irak. Ook een Koeweitse zakenman zal zich moeten verantwoorden.

Volgens de aanklacht heeft Mazon gesjoemeld bij de toekenning van de levering van brandstoftankers aan het Amerikaanse leger in Irak voor de Amerikaanse invasie in maart 2003. Mazon werkte toen voor Kellogg, Brown & Root (KBR), een dochtermaatschappij van het Amerikaanse bouwbedrijf Halliburton.

Naar verluidt verdrievoudigde hij het bod van het Koeweitse bedrijf LaNouvelle General Trading and Contracting Company en dat van een concurrerend bedrijf, waarbij hij ervoor zorgde dat het bod van LaNouvelle het laagste bleef. Dat bedrijf haalde de opdracht in februari 2003 binnen voor meer dan 5,5 miljoen dollar, bijna vijf miljoen meer dan KBR had geschat dat de opdracht zou kosten. Mazon zou in ruil een cheque ter waarde van een miljoen dollar hebben gekregen van Ali Hijazi, de manager van LaNouvelle.

Tegen Halliburton en zijn dochterondernemingen lopen nog diverse andere onderzoeken op verdenking van fraude bij opdrachten in Irak.

De beschuldigingen volgen één dag nadat de niet-gouvernementele organisatie Transparancy International (TI), een internationale corruptiewaakhond, in haar jaarlijkse rapport waarschuwt dat fraude, met name in de bouwsector, de heropbouw in Irak bedreigt. Als er geen dringende stappen worden genomen, wordt Irak het grootste corruptieschandaal in de geschiedenis, zeggen de auteurs van het rapport.

TI noemt de huidige controlenormen van donoren en uitvoerende agentschappen onvoldoende. De door de Amerikanen geleide interim-regering CPA , die tot halverwege vorig jaar in Irak aan de macht was, had oorspronkelijk maar 80 mensen om toezicht te houden op het grootste reconstructieprogramma in de geschiedenis. TI heeft ook geen goed woord over voor de uiteindelijke beslissing van de interim-regering om de controle uit te besteden aan privé-bedrijven, wat de deur opent voor belangenvermenging.

TI vindt ook dat de interim-regering zich systematisch schuldig heeft gemaakt aan een gebrek aan openheid. Het resultaat was dat de wederopbouw van Irak bijna helemaal in handen kwam van een klein aantal grote multinationals. Volgens TI hebben zij daardoor buitensporige winsten kunnen maken.

De Amerikaanse regels in Irak laten de regering nog steeds toe om een ongespecificeerde hoeveelheid werk toe te kennen aan goedgekeurde onderaannemers. Het systeem beperkt de mogelijkheid van kleinere bedrijven zonder connecties om mee te bieden, zegt TI. Met name de bundeling van twee of meer aanbestedingen in een enkel supercontract sluit kleinere bedrijven uit. De ngo vindt dat de nieuwe Iraakse regering, de Amerikaanse strijdkrachten en de internationale donoren meer nadruk moeten leggen op decentralisering van de overheid, leningen en hulpprojecten. (ADR/MM)