Extra steun voor 100 hardnekkige kernen van armoede en honger in Latijns-Amerika

Een boer in Centraal-Amerika bekijkt de impact van de droogte op een maïsplantage.

© FAO

De Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties lanceert in Latijns-Amerika het 100 Gebieden Zonder Honger en Armoede-programma. De komende tien jaar gaat het extra steun bieden aan de honderd gebieden waar de meest urgente interventies nodig zijn op het vlak van honger en armoede.

In een eerste fase geeft het voorrang aan Colombia, Guatemala, Honduras, Salvador en de Dominicaanse Republiek.

De FAO wil in elk van de honderd gebieden een coalitie tot stand brengen van overheden, actoren uit het maatschappelijk middenveld, de privésector, de academische wereld en internationale organisaties. Die moeten praktische, innovatieve oplossingen uitwerken om de economische kansen van de inwoners te vergroten.

40 miljoen mensen

De Economische Commissie voor Latijns-Amerika en het Caraïbisch gebied (Cepal), eveneens een VN-instantie, en het regionale FAO-kantoor hebben berekend dat er in 14 landen bijna 2000 gemeenten zijn waar alles samen 40 miljoen mensen in extreme armoede en voedselonzekerheid leven.

Afhankelijk van het land vertegenwoordigt de bevolking van deze achterblijvende gebieden tussen de 4 en 16 procent van de nationale bevolking.

“We hebben het over gemeenten in landen als Colombia, Peru, de Dominicaanse Republiek of Brazilië, die aanzienlijke vooruitgang hebben geboekt in hun ontwikkeling, maar waar in vergeten gebieden nog steeds kinderen zijn die honger lijden, en nog veel meer die opgroeien met chronische ondervoeding”, zegt de regionale FAO-vertegenwoordiger Julio Berdegué.

Blijven stilstaan

Berdegué spreekt van gebieden waar de tijd is blijven stilstaan. “Zelfs in de landen met de grootste vooruitgang zijn er landelijke gebieden die zijn achtergebleven, waar mensen leven in sociale omstandigheden van vijftig jaar geleden.”

Bij de identificatie van de meest kwetsbare gebieden houdt de FAO niet alleen rekening met armoede en honger, maar ook met migratie, klimaatverandering en illegale economieën.

“Duizenden boeren zijn de afgelopen decennia geëmigreerd vanuit de bergen van Guerrero in Mexico, maar dit heeft niet kunnen voorkomen dat vele duizenden papaver blijven verbouwen waarmee heroïne wordt geproduceerd.”, zegt Berdegué.

Geweldige veerkracht

Voor de FAO hangt alles af van de kwaliteit van het beleid en de programma’s voor deze vergeten gebieden. Om die kwaliteit te verbeteren gaat de VN-organisatie in elk van deze achterblijvende plaatsen samenwerken met lokale en nationale overheden om aangepaste, efficiënte, transparante en innovatieve oplossingen uit te werken.

“We moeten de inwoners van deze gebieden ook dichter bij de markten brengen, maar er is vooral een grote maatschappelijke participatie nodig”, zei Berdegué. “Die moet de waarde van deze mensen erkennen, mensen die in staat zijn geweest om te overleven en zich aan te passen aan de slechtst denkbare omstandigheden, mensen die een geweldige veerkracht en sociale intelligentie hebben.”