Farmareuzen zoeken proefkonijnen in Latijns-Amerika
Emilio Godoy
30 januari 2011
Grote farmaceutische bedrijven kloppen steeds vaker aan bij patiënten in Latijns-Amerika om nieuwe medicijnen uit te testen. Landen als Mexico, Brazilië en Argentinië zijn erg in trek. De proeven zijn er goedkoper en het toezicht is er minder streng.
“De laboratoria hebben patiënten nodig in een bepaalde periode en zo snel mogelijk”, zegt de Amerikaanse expert Lorna Speid, die vorig jaar een boek schreef over het fenomeen, Clinical trials: What patients and healthy volunteers need to know.
Volgens de NIH, het agentschap voor medisch onderzoek van de Amerikaanse overheid, vonden in Brazilië al 2090 Amerikaanse onderzoeken plaats, in Mexico 1310, en in Argentinië 1099.
Het aantal onderzoeken buiten de Verenigde Staten is de laatste jaren gestegen. Tot 1990 hadden slechts 271 onderzoeken buiten de VS plaatsgevonden voor medicijnen voor de Amerikaanse markt bestemd waren. Maar in 2008 zat men al aan 6485 dergelijke onderzoeken in het buitenland. De NIH registreerde bijna 60.000 Amerikaanse experimenten in 173 landen.
Farmaceutische bedrijven doen vaak een beroep op plaatselijke laboratoria. De Amerikaanse Food and Drugs Administration (FDA) zag het aantal artsen dat zich registreerde voor medisch experimenten van 2004 tot 2007 dalen met 5,2 procent. In dezelfde periode stegen deze registraties in Latijns-Amerika met 10 procent, in Azië met 12 procent en in Oost-Europa met 16 procent. In die regio’s is het toezicht minder streng dan in de VS.
Transparantie
Bovendien ziet de Food and Drugs Administration alleen toe op de resultaten van die onderzoeken, niet op de manier waarop ze gevoerd.
Transparantie is daarom belangrijk, zegt ook de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO). Latijns-Amerikaanse onderzoekers die zich gegroepeerd hebben in het Red Cochrane Iberoamericana, pleiten voor duidelijke informatie over dergelijke onderzoeken zodat patiënten weten waar ze aan toe zijn. Het netwerk riep op om een Latijns-Amerikaans register voor medische proeven in te voeren maar dat voorstel sneuvelde.
Daardoor duiken gevallen op als de zaak-Celebrex. Celebrex is een pijnstiller en ontstekingsremmer van de Amerikaanse multinational Pfizer. Het wordt onder meer gebruikt voor artritis en premenstrueel syndroom. Pfizer voerde 290 onderzoeken uit, 183 in de VS, de rest in het buitenland, onder meer 8 in Mexico, 6 in Costa Rica en Colombia en 10 in Brazilië.
Klachten
In 2004 doken klachten op over Celebrex: patiënten die het medicijn hadden genomen, konden vaker een hartaanval of embolie krijgen. Het vaktijdschrift Journal of the Royal Society of Medicine signaleerde in 2006 nog meer negatieve effecten.
In september 2010 maakte de FDA de eerste resultaten bekend van een studie in Mexico met Rotarix, een vaccin van de Britse farmareus GlaxoSmithKline tegen het rotavirus bij kinderen. De resultaten maakten duidelijk dat er een risico bestond voor darmproblemen. Toch blijft het medicijn op de markt, bij gebrek aan afdoende bewijzen.