Fillipino's blijven zoeken naar beloofde land
Marites Sison
21 juli 2002
Filippijnen behoren tot de snelst groeiende groepen immigranten in de geïndustrialiseerde wereld. Het thuisland kan zijn inwoners niet meer voorzien in basisbehoeften, biedt geen toekomstperspectief en de regering in Manilla geniet maar weinig vertrouwen meer. Volgens een recente peiling willen 16 miljoen Filippijnen de zakken pakken, het vijandigere klimaat in het Westen tegen illegalen sedert 11 september deert hen niet.
Het peilingbureau Pulse Asia deed in het eerste kwartaal van 2002 een onderzoek naar de levenskwaliteit en toekomstverwachtingen van de Filippijnen in Manilla. Veertig procent van de ondervraagden vindt dat de eigen levenskwaliteit achteruitging, veertig procent vindt dat er niets verandert en 19 procent meent dat er vooruitgang is. Gevraagd naar de nationale levensstandaard worden deze cijfers scherper: iets meer dan helft denkt dat het land achteruit boert, slechts 12 procent vindt het omgekeerde.
Vier miljoen werklozen en evenveel Filippijnen die te weinig werk hebben, gecombineerd met een slechte economische toestand bevestigen dit gevoel. ‘Economische toestanden nemen vanzelfsprekend een eerste plaats in bij de meest dringende nationale en persoonlijke zorgen van de mensen,’ expliceert het onderzoek.
Het vertrouwen in de regering is klein. President Gloria Macapagal Arroyo geniet bij slechts 35 procent respondenten het vertrouwen, evenveel mensen twijfelen.
Journaliste Tress Martelino-Reyes is een van de diegenen die de koffers pakt, zij wil naar Canada. De regering zorgt niet voor ons. Zelfs basisbehoeften als water en elektriciteit zijn niet verzekerd. We doen hier allemaal ons best om te overleven. Reyes maakt misschien kans - de Canadese Immigratiewet, die werd herzien na de aanslagen van 11 september, legt bij de selectiecriteria voor immigranten de nadruk op opleiding en vaardigheden.
De meeste regeringen die geconfronteerd worden met een stijgende toeloop van vluchtelingen en immigranten ontkennen dat ze strengere of discriminerende wetten hebben aangenomen na de aanslagen van 11 september - iets wat de Hoge Commissaris voor de Mensenrechten Mary Robinson diametraal tegenspreekt. Leann Blackley van de Australische ambassade in Manilla zegt dat de Australische migratiewet helemaal niet strenger hoefde worden - ze was al streng genoeg. Het maakt volgens Blackley geen verschil dat de CIA de Filippijnen op de lijst van toevluchtsoorden voor extremistische moslims en terroristen plaatste.
Vlak voor de vieringen van de 4de juli in de Verenigde Staten werden ongeveer 60 illegaal in het land verblijvende Filippijnen naar huis gestuurd. Duizenden andere illegalen kregen bericht dat ze de immigratiewetten overtraden en moesten vertrekken. Maar het verlangen van de Filippijnen om te vertrekken wordt niet gefnuikt door de verhalen over dergelijke uitwijzingen in de lokale media en in de expat-blaadjes in het beloofde land.
Reyes is zich bewust van de recente gevoelens tegenover migranten. Mijn man en ik komen op middelbare leeftijd. Nu beginnen we te denken: ‘Wat willen we ? ‘Het is tijd voor verandering. Als er verandering mogelijk is, dan moet die nu komen.