Frankrijk wil meer toeschietelijkheid van EU tegenover Afrika
David Cronin
26 mei 2008
Frankrijk wil dat de handel tussen de EU en Afrika minder snel en minder ingrijpend geliberaliseerd wordt. De Afrikaanse kritiek op de Economische Partnerschapsakkoorden (EPA’s) die de Unie met de meeste Afrikaanse landen wil afsluiten, vindt blijkbaar opeens weerklank in Parijs. Frankrijk, dat tijdens de tweede helft van het jaar de Europese Unie voorzit, wijst onder meer op de onrust die de voedselcrisis in veel landen heeft veroorzaakt.
De Europese Commissie wil dat 78 voormalige Europese kolonies in Afrika, de Caraïben en de Stille Oceaan (de zogenaamde ACP-landen) binnen de 15 jaar minstens 80 procent van hun invoerheffingen tegenover de EU afschaffen. Dat is de belangrijkste bepaling in de EPA’s, de handelsakkoorden waarover de EU al geruime tijd met de ACP-landen onderhandelt.
Frankrijk vindt nu dat de handelsliberalisering niet zo ver moet gaan en over een langere periode moet worden uitgesmeerd. Franse regeringsmedewerkers drongen er onlangs bij de Europese Commissie op aan meer oog te hebben voor de problemen waarmee Afrika worstelt. De Europese Commissie voert de onderhandelingen voor alle 27 EU-lidstaten samen.
Geen oneerlijke concurrentie
Frankrijk verdedigt de forse subsidies waarop Europese boeren kunnen rekenen, een van de oorzaken van de moeilijkheden die boeren in arme landen ondervinden. Maar Parijs stelt nu toch dat de Europese Commissie moet vermijden dat er in Afrika oneerlijke concurrentie komt tussen goedkope import en plaatselijk geproduceerde voedingsmiddelen. Daardoor dreigen veel Afrikaanse boeren immers van de markt gedrongen te worden.
De pleitbezorgers voor Afrika in Parijs vinden ook dat de EU de Afrikaanse boeren meer moet helpen via opleidingen, goedkopere kredieten en irrigatieprojecten.
De Franse regering heeft verder het Franse parlementslid Christiane Taubira aan het werk gezet om voorstellen uit te werken over hoe de EPA-akkoorden kunnen worden ingezet om de samenwerking tussen de regio’s in Afrika te verbeteren. Haar rapport wordt in juni verwacht. Een twintigtal Afrikaanse landen hebben er bij de EU hun beklag over gedaan dat de bilaterale handelsonderhandelingen van vorig jaar hun inspanningen om tot regionale samenwerking te komen ondermijnen.
Mandelson onwrikbaar
Peter Mandelson, de Europese handelscommissaris, lijkt voorlopig niet van plan zijn koers bij te sturen. Volgens hem moeten de Afrikaanse landen absoluut 80 procent van hun invoertarieven schrappen om de internationale afspraken binnen de Wereldhandelsorganisatie na te leven. “Sommige van die invoertarieven beschermen mensen die aan overlevingslandbouw doen”, schreef Mandelson op 22 mei in een column voor de International Herald Tribune. “Maar vaak staan ze de vorming van regionale landbouwmarkten in de weg die de productiviteit zouden kunnen opdrijven.”
“Onbegrijpelijk”, reageert Marc Maes, de handelsexpert van de Vlaamse Noord-Zuidkoepel 11.11.11. Hij vindt dat geen enkel Economisch Partnerschapsakkoord in kracht mag treden voordat de gevolgen ervan onderzocht zijn door een onafhankelijke instantie. Met name de mogelijke effecten op de voedselveiligheid in de betrokken landen zijn nog niet duidelijk, zeggen tegenstanders. Ze vrezen dat de toenemende concurrentie arme boeren in de verdrukking zal brengen, waardoor die niets meer verdienen en hun akkers in de steek zullen laten.
Van de 78 ACP-landen die met de EU EPA-onderhandelingen hebben aangevat, hebben er nog maar 35 een akkoord ondertekend. Meestal gaat het om interim-akkoorden: de Europese commissie wil er immers nog meer afspraken in onderbrengen. Tegenstanders vrezen dat de EU haar aanzienlijke ontwikkelingshulp als pressiemiddel zal gebruiken om haar zin te krijgen.