Gaarkeukens worden permanente institutie

Nieuws

Gaarkeukens worden permanente institutie

Marcela Valente

22 juli 2002

Gaarkeukens schieten als paddestoelen uit de
grond in het noodlijdende Argentinië. Steeds meer mensen vallen door het
rafelende sociale vangnet, en private initiatieven proberen de gaten te
dichten. De situatie op de scholen spreekt boekdelen. Volgens de
lerarenvakbond waren er vroeger in Argentinië “scholen met een refter”, nu
telt het land vooral “refters met een school erbij”.

Argentinië was in de ogen van de armere buurlanden lang een land van melk
en honing, maar liefdadigheidsinstellingen zijn er de afgelopen vier
recessiejaren steeds actiever geworden. Vooral de economische crash van
december vorig jaar heeft het aantal scholen, kerken en
gemeenschapsorganisaties dat volwassenen en kinderen ten minste één warme
maaltijd per dag wilde verschaffen, doen verveelvoudigen.

In de vroege jaren 90 beschouwden de mensen de gaarkeukens als een
noodgedwongen antwoord op een gebeurlijke noodsituatie. Tien jaar later
zien we dat diezelfde keukens nu een permanente status hebben gekregen,
terwijl er overal nieuwe ontstaan, vertelt María Luisa Ageitos, adviseur
kindervoeding bij de Argentijnse Pediatrievereniging. De gaarkeukens hebben
inmiddels ervaring en prestige vergaard en vormen samen het alternatieve
sociale vangnet waar miljoenen gezinnen in belanden na het wegsmelten van
de al niet bijster hoge pensioenen en werkloosheidsuitkeringen.

Het grootste alternatieve sociale systeem is het onderwijs. Waar vroeger
een minderheid van de kinderen - om uiteenlopende redenen - op school at,
bereiden de openbare scholen tegenwoordig dagelijks maaltijden voor alle
leerlingen. De scholen leveren zelfs geregeld voedsel bij de kinderen
thuis. Leraren klagen dat de kinderen er op maandag zwakjes bijlopen omdat
ze tijdens het weekeinde te weinig achter de kiezen kregen. Bovendien gaat
het geld dat vroeger naar onderwijsprojecten ging, nu naar de schoolkeuken.

Dagbladen en tijdschriften staan vol met advertenties voor gaarkeukens en
ook op televisie wordt bericht over de alternatieve sociale voorzieningen.
Maar volgens Ageitos mogen de gaarkeukens geen definitief antwoord op het
probleem van ondervoeding en honger worden. De staat moet garanderen dat
kinderen thuis, in het gezin een maaltijd krijgen, aldus Ageitos. Het
gevaar bestaat dat de bevolking gewoon raakt aan de golf van
solidariteitsinitiatieven, en de overheid niet meer zo fel achter de veren zit.

De samenleving is zo gewend geraakt aan leraren en schooldirecteuren die
boodschappen doen voor de schoolkeuken, dat niet iedereen het zich nog
realiseert en zelfs klaagt over het menu “over de kwaliteit, hoeveelheid,
of het feit dat we niet open zijn in het weekend,” zucht Beatriz Quesada,
een lerares.

Het mag duidelijk zijn dat de overheid met weinig geld over de brug komt.
Los Carasucias is een sociaal centrum dat 140 kinderen en 60 moeders
huisvest, 100 zuigelingen overdag opvangt en in totaal 10.000 monden per
dag voedt. Daarvoor krijgt het uit Buenos Aires 280 euro per maand per
gehuisvest kind. Iemand moest toch iets ondernemen. Als ze het niet van
bovenaf regelen, doen wij het aan de basis. Als we blijven wachten tot de
overheid geld heeft, sterven mensen van de honger, reageert Romina
Finognare van Los Carasucias.

Er zijn geen betrouwbare cijfers over het precieze aantal gaarkeukens. De
christelijke hulporganisatie Caritas alleen beheert 5.000 keukens, die
600.000 maaltijden per dag uitdelen. Twee jaar geleden was dat de helft.
Niet alleen scholen en religieuze organisaties steken een handje toe, maar
ook vakbonden, buurtcomités, werklozenverenigingen, artiesten en publieke
figuren.

Vandaag leeft de helft van de 36 miljoen Argentijnen onder de armoedegrens.
Meer dan 8 miljoen onder hen zijn jonger dan 18 jaar, 7.7 miljoen wordt
omschreven als noodlijdend.