Gegoochel met futures komt Sri Lanka duur te staan
Feizal Samath
24 november 2008
Als de olieprijzen laag blijven, moet Sri Lanka de komende maanden ongeveer 300 miljoen dollar overmaken aan twee internationale banken. Dat is het gevolg van een uit de hand gelopen poging van het arme land om zich in te dekken tegen de stijging van de olieprijzen. De twee banken zouden Sri Lanka niet voldoende hebben geïnformeerd over de risico’s.
De miskleun komt op rekening van de Ceylon Petroleum Corporation (CPC), een Sri Lankaans overheidsbedrijf dat olie importeert. De CPC besliste begin 2007 met de Citibank en de Standard Chartered Bank (SCB) zogenaamde futurecontracten af te sluiten. Stijgt de olieprijs boven de 100 dollar per vat, dan betalen de banken de CPC, tot een maximum van 1,5 miljoen dollar per maand. Duikt de prijs onder de 100 dollar, dan betaalt de CPC de banken. De Sri Lankaanse staatsonderneming vergat een detail te regelen: bij haar is er geen maximumbedrag vastgelegd.
Verkeerd gegokt
Tot twee maanden terug leek de overeenkomst een geniale zet. Door de hoge olieprijs streek de CPC sinds begin januari 24 miljoen dollar op. Maar toen ging de olieprijs opeens in de kelder. De CPC moest de twee banken in twee maanden tijd al 38,5 miljoen dollar overmaken, en als de olieprijs blijft hangen rond 50 à 60 dollar per vat, komen daar nog eens 300 miljoen dollar bij. Dat bedrag loopt nog op als olie nog goedkoper wordt.
Vrijdag was een vat Brent, een referentiesoort, maar 46,47 dollar waard. In juli was dat nog 143,33 dollar. Analisten verwachten dat de prijs de komende dagen nog met 15 procent zal dalen.
De affaire dreigt een grote hap te nemen uit de schaarse deviezenreserves van Sri Lanka, die op 2,7 miljard dollar worden geraamd.
Sri Lankaanse critici beschuldigen de twee banken ervan de CPC in het ongewisse te hebben gelaten over de risico’s die vasthingen aan de operatie. De banken en de topman van de CPC ontkennen dat. Nivard Cabraal, de gouverneur van de Nationale Bank van Sri Lanka, zegt dat richtlijnen over de handel in derivaten niet zijn gevolgd bij de overeenkomst. Er doen ook geruchten de ronde dat sommige CPC-medewerkers zouden zijn omgekocht.
Binnen de Sri Lankaanse regering gaan stemmen op om de twee banken geen geld meer over te maken. Maar experts vrezen dat dit de kredietwaardigheid van het land zal aantasten. De Sri Lankaanse staat leent veel geld in het buitenland om de dure oorlog tegen de Tamilrebellen te financieren.