Genderbeleid krijgt voorzichtig vorm in Afrika
Thalif Deen
11 maart 2010
Zeventig procent van de lidstaten van de Afrikaanse Unie (AU) heeft een genderbeleid aangenomen. Hoewel dat niet altijd gemakkelijk vertaald wordt in praktijk, zijn er ook succesverhalen. Zo maken in Rwanda vrouwen de helft van alle parlementsleden uit.
Kaapverdië, een ander Afrikaans land dat hoog scoort, kan uitpakken met het hoogste aantal vrouwelijke ministers ter wereld. Liberia heeft zich dan weer onderscheiden met de eerste vrouwelijke, gekozen president in Afrika, Ellen Johnson Sirleaf. Zij trad aan in 2006.
Implementatie
Ondanks het feit dat 70 procent van de landen van de Afrikaanse Unie een genderbeleid heeft aangenomen, zijn er echter nog steeds “grote uitdagingen op het gebied van de implementatie”, zegt Litha Musyimi-Ogana, directeur van het directoraat voor Vrouwen, Gender en Ontwikkeling van de AU, de grootste coalitie van Afrikaanse naties.
Dat het beleid traag wordt uitgevoerd, is vooral een kwestie van gebrek aan geld, zegt ze. Daarom heeft de AU inmiddels een ontwikkelingsfonds (African Women’s Development Fund) opgezet. Tegelijkertijd werd een protocol aangenomen bij het bestaande African Charter on Human en People’s Rights.
Vrouwenbesnijdenis
Lalla Ben Barka, plaatsvervangend secretaris van de Economische Commissie voor Afrika (ECA), stelde tijdens een recent afgesloten bijeenkomst van de Commissie inzake de Status van Vrouwen (CSW), dat het continent “indrukwekkende” resultaten heeft geboekt in genderkwesties, wat betreft gratis basisonderwijs voor iedereen.
Ze zei dat 65 procent van de landen in de regio onderzoek doen naar de situatie van meisjes. Sommige landen hebben hun lesprogramma’s aangepast om zo een positiever beeld te geven van vrouwen.
Toch zijn er nog veel terreinen waarop werk verzet moet worden. Het gaat dan onder meer om erfrecht voor vrouwen, hoger onderwijs en het uitbannen van culturele praktijken die vrouwen hinderen in hun ontwikkeling.
Ook meldde ze dat 47 procent van de Afrikaanse landen wetten heeft aangenomen tegen vrouwenbesnijdenis. Veel landen bieden ook begeleiding aan de slachtoffers van vrouwenbesnijdenis.