Genitale verminking taboethema bij verkiezingen

Nieuws

Genitale verminking taboethema bij verkiezingen

Michael J. Carter

09 augustus 2007

Negentig procent van de vrouwen in Sierra Leone wordt besneden. Toch durven maar weinig vrouwelijke kandidaten voor de verkiezingen van zaterdag openlijk stelling nemen tegen een ingreep die bijzonder pijnlijk is en voor allerlei complicaties kan zorgen. Het politieke gewicht van de “Bondo’s”, de vrouwengemeenschappen die de besnijdenissen uitvoeren, is daarvoor te groot.

Sierra Leone trekt voor een tweede keer naar de stembus nadat verkiezingen in 2002 een einde maakten aan een lange en bloedige burgeroorlog. Van de presidentskandidaten heeft enkel Ernest Koroma van All People’s Congress aangekondigd dat hij Sierra Leone de VN-conventie tegen Vrouwendiscriminatie (CEDAW) wil laten naleven. Sierra Leone heeft die conventie ondertekend maar nog geen wet gestemd tegen vrouwenbesnijdenis.
De kandidaat van de regeringspartij Sierra Leone People’s Party (SLPP), vice-president Solomon Berewa, zou vorig jaar persoonlijk de besnijdenis hebben gefinancierd van enkele tientallen leden van vrouwengenootschappen in het zuidoosten van het land.
Opmerkelijk is dat ook weinig van de 64 vrouwelijke kandidaat-parlementsleden, openlijk stelling durven nemen tegen vrouwenbesnijdenis. De ingreep, die bestaat uit het wegsnijden van een deel van de vrouwelijke genitaliën, kan nochtans leiden tot ontstekingen van de urinewegen, complicaties bij de bevalling en de overdracht van het aidsvirus vergemakkelijken. Afgezien daarvan gaat het om een bijzonder pijnlijke ingreep die meestal zonder verdoving wordt uitgevoerd bij steeds jongere meisjes.
In Sierra Leone is de vrouwenbesnijdenis een initiatieritueel waardoor meisjes vrouwen als “volwassenen” worden opgenomen in een “Bondo”. Dat is een geheim vrouwengenootschap dat zijn leden ook allerlei huishoudelijke vaardigheden en specifieke kennis bijbrengt. Wanneer een vrouw besneden is, betekent dat ook dat ze seksueel meerderjarig is, hoewel seksuele betrekkingen door de verminking net extra pijnlijk kunnen zijn.
“Ik kan niets zeggen tegen besnijdenis, want ik heb hun steun nodig”, zegt Tinah Green, een kandidate voor de Convention People’s Party. Kandidate Salamatu Turay van de APC zegt dat ze gelooft in de Afrikaanse traditie. “Wij Afrikanen geloven dat vrouwenbesnijdenis een belangrijk onderdeel is van ons leven.”
De vrouwelijke minister van Sociale Zaken en Welzijn, Shirley Yeama Gbujama, waarschuwde tien jaar geleden dat ze “de mond zou dichtnaaien” van eenieder die het waagde te Bondo’s de bekritiseren. Als minister heeft ze haar standpunt intussen bijgestuurd en pleit zo voor een minimumleeftijd waarop vrouwen zelf beslissen of ze zich laten besnijden.
“Je gaat niemand vinden die zonder omwegen zegt tegen vrouwenbesnijdenis te zijn”, zegt Rodney Lowe van de mensenrechtenorganisatie Amnesty International in Sierra Leone, “Dat is politieke zelfmoord.” Lowe verwacht dat de campagne tegen de ingreep in de volgende maanden nog moeilijker zal worden. “In sommige streken zijn ze heel fanatiek geworden. Vroeger werden vooral meisjes ouder dan 15 besneden, maar nu gebeurt het steeds vroeger. We weten dat er soms meisjes van 6 worden besneden.”
Hier en daar zijn er kandidaten die toch geen blad voor de mond nemen. “We moeten onze mensen sensibiliseren, hen erbij betrekken en bewust maken van de gevaren van de Bondogenootschappen”, zegt Zainab Karama van de SLPP. “Anders krijgen we de genitale verminking nooit uitgeroeid.”
Ook Luciana James van de People’s Movement for Democratic Change pleit voor sensibilisering over de gezondheidsrisico’s die met de ingreep verbonden zijn. “Ik ben sterk gekant tegen vrouwenbesnijdenis. Maar de meeste vrouwen geloven dat de ingreep noodzakelijk is, en dus moeten we onze tijd nemen.”