Georganiseerde misdaad in de Balkan kent geen grenzen
Vesna Peric Zimonjic
14 november 2008
Sinds het uiteenvallen van Joegoslavië na de oorlog in de jaren negentig, bestaat er nog steeds haat tussen etnische Bosniërs, Kroaten en Serviërs. De georganiseerde misdaad in de Balkan trekt zich echter weinig aan van etnische of religieuze grenzen.
Dat bleek opnieuw na de moord vorige maand op Ivo Pukanic (47), eigenaar van het weekblad Nacional. Het blad publiceerde al enige tijd over de georganiseerde misdaad in de regio. Twee weken voor de moord op Pukanic werd een jonge advocate, Ivana Hodak, in een maffia-achtige hinderlaag vermoord. Hodak en haar vader, die ook advocaat is, waren betrokken bij een belangrijke zaak tegen hoge militairen die tijdens de Kroatische onafhankelijkheidsoorlog in de jaren negentig overheidsgeld zouden hebben gebruikt voor persoonlijke doeleinden.
Onderzoek na de laatste moord, tevens de eerste gewelddadige dood van een journalist in Kroatië sinds de onafhankelijkheidsoorlog, wijst op samenzwering van een netwerk van Bosnische, Kroatische, Montenegrijnse en Servische criminelen. Een Bosnische moslim vervaardigde de bom die bij Pukanics auto werd geplaatst door een Bosnische Serviër. Bij de ontploffing op 23 oktober in Zagreb kwamen Pukanic en zijn advertentiemanager Niko Franic (35) om het leven.
Drie Kroaten, de Bosnische Serviër die de bom plaatste en een Serviër van Montenegrijnse afkomst die een van de vluchtende Kroaten zou hebben geholpen, worden beschuldigd van de moord op Pukanic en Franic. Enkele dagen na de aanslag arresteerde de Kroatische politie de eerste drie verdachten: Robert Matanic, zijn neef Luka Matanic en hun vriend Amir Amalfani.
De Bosnische Serviër die de bom plaatste, Zeljko Milovanovic, dook onder nadat zijn naam werd genoemd in de plaatselijke media. De Montenegrijn Boban Djurovic, die ook verdacht werd, wachtte bij de Kroatisch-Servische grens met valse papieren op Matanic, die van plan was naar Servië te vluchten. Bosnier Elvis Hodzic is door de Kroatische politie genoemd als de man die de bom gemaakt zou hebben. Hij werd in Bosnië gearresteerd.
Obstakel
“De moord op Pukanic maakt twee dingen duidelijk”, zegt misdaadkenner Milos Vasic. “Ten eerste dat etnische ruzies geen invloed hebben op de georganiseerd misdaad in de Balkan. Ten tweede dat het niveau van de georganiseerde misdaad een serieus obstakel vormt voor de in de regio gewenste toetreding tot de Europese Unie (EU).”
De eerste gearresteerde Kroaat, Robert Matanic (31), werd al diverse malen gearresteerd in Servië en Bulgarije, op verdenking van betrokkenheid bij huurmoorden op maffiabazen in Bulgarije. Hij werd echter telkens weer vrijgelaten wegens gebrek aan bewijs.
Volgens de Italiaanse aanklager uit de zuidelijke stad Bari, Giuseppe Scelsi, is Pukanic wellicht vermoord omdat hij een belangrijke getuige was in het onderzoek naar de maffia in de Balkan. Scelsi leidde eerder een onderzoek naar sigarettensmokkel tussen Italië en Montenegro in de jaren negentig.
Na de moord op Ivo Pukanic zei de Kroatische minister van Justitie, Ivan Simonovic, dat Kroatië de strijd tegen de georganiseerde misdaad zal opvoeren. Zijn opmerkingen kwamen nadat de EU Kroatië te kennen gaf dat het alleen kan toetreden tot de Europese Unie als het de georganiseerde misdaad aanpakt.