Geruchtenmolen hindert strijd tegen polio
Ashfaq Yusufzai
20 augustus 2006
Kinderverlamming is zo goed als uitgeroeid en kan in 2005 helemaal verslagen zijn, stelde de Wereldgezondheidsorganisatie twee jaar geleden. Maar de strijd is nog niet gestreden. Nadat eerder in Niger, Nigeria en Jemen inwoners weigerden kinderen in te enten vanwege een gerucht dat het onvruchtbaar maakt, gebeurt nu hetzelfde in Pakistan.
In Pakistan heeft het gerucht zelfs geleid tot een aanklacht bij het Hooggerechtshof in Peshawar. De klager, Ghulam Nabi, eist dat het programma tegen polio wordt stopgezet. Hij verwijst naar geruchten dat het vaccin zou besmet zijn met oestrogeen en mannelijke kinderen impotent zou maken.
De Wereldgezondheidsorganisatie ontkent dat het vaccin dergelijke bijwerkingen heeft. Maar intussen verzetten religieuze groepen in de Pakistaanse provincie Sindh zich ertegen dat hun kinderen oraal poliovaccin toegediend krijgen.
Een en ander doet vrezen dat Pakistan dezelfde weg opgaat als Nigeria. Polio dook daar opnieuw op nadat een noordelijke regio in 2003 stopte met vaccineren. Moslimgeestelijken beweerden dat het vaccinatieprogramma deel uitmaakte van een complot om HIV en onvruchtbaarheid te verspreiden. De vaccinaties lagen tien maanden stil maar werden toen weer hervat.
“Er zijn aanwijzingen dat Pakistan gevolgen zal ondervinden van de propaganda tegen het oraal poliovaccin. Dit jaar deden zich al 11 gevallen voor, dat betekent dat we gefaald hebben”, zegt een functionaris van de Wereldgezondheidsorganisatie.
Het Pakistaanse programma ter uitroeiing van polio werd in 1994 opgestart als een gezamenlijk initiatief van het vaccinatieprogramma van het Pakistaanse ministerie van Gezondheid en de Wereldgezondheidsorganisatie. Pakistan is een van de negen landen ter wereld waar polio nog voorkomt, naast Nigeria, India, Somalië, Afghanistan, Ethiopië, Niger, Jemen en Indonesië. Tot en met juni 2006 tekende de Wereldgezondheidsorganisatie in die landen samen 641 gevallen op. De meeste slachtoffers vielen in Nigeria.
Geruchten over complotten zijn niet de enige zorg. Paramedici in de Noordwestelijke Grensprovincie eisen betere betaling. Ze krijgen daarbij de steun van de provinciale minister van Gezondheid. Ze klagen over dat zij schamele en de WGO-werknemers gigantische lonen opstrijken. Mensen die de vaccinaties uitvoeren worden overstelpt met werk en er heerst gebrek aan artsen die kunnen nagaan of de kinderen gezond genoeg zijn zodat het vaccin kan werken, zegt een andere functionaris van de Wereldgezondheidsorganisatie.
De twijfel over de werkzaamheid van het antipoliovaccin doet ook geen goed aan de zaak. “Toevallig waren alle vier de kinderen die polio opliepen in de Noordwestelijke Grensprovincie gevaccineerd”, zegt kinderarts Zaheer Khan van het Khyber Teaching Hospital. Een van de patiëntjes is een meisje van veertien maanden, Safia, uit Peshawar. Haar vader Jamaluddin bevestigt dat ze ingeënt was tegen polio.
Het vermoeden bestaat dat de kinderen besmet raakten door een virus uit Afghanistan, maar de prangende vraag is waarom de vaccinatie blijkbaar geen bescherming bood. De teamleider van het vaccinatieprogramma voor de Wereldgezondheidsorganisatie, dr. Abraham Mullugutta, legt uit dat het orale vaccin onder bepaalde omstandigheden zijn werkzaamheid verliest: als het kind diarree, dysenterie of een lage immuniteit heeft. Hij merkt ook opdat de vaccins op een bepaalde temperatuur bewaard moeten worden. Frequente elektriciteitsonderbrekingen kunnen het onbruikbaar maken. (ADR/JS)