Gespannen rust aan vooravond historische machtswissel
Antoaneta Bezlova
06 november 2002
China kijkt uit naar het Congres van de
Communistische Partij in Peking nu vrijdag. Als alles volgens plan verloopt,
zullen vijf van de zeven topfiguren in het oppermachtige Politburo baan
ruimen voor een jongere generatie en zal een deel van de staf van het
Chinese Volksleger vervangen worden. Voor analisten en politici is dit een
mijlpaal in de Chinese geschiedenis maar het partijcongres laat de modale
Chinees ijzig koud. Al bestaat er een grote kans dat achtergestelde sociale
groepen zoals de miljoenen werklozen deze week uitpakken met welgemikte
protestacties.
De nakende machtswissel kan Cai, een ambtenaar die van de ene dag op de
andere ontslagen werd, maar matig boeien. Zal ik opnieuw een job krijgen?
Zullen de mensen die rijker worden door ontslagen arbeiders te beroven
gestraft worden? Zal ik een beter leven kunnen leiden? Dat zijn de vragen
die spontaan bij Cai opwellen. De machtswissel zelf kan hem gestolen worden.
Wat maakt het uit of Jiang Zemin of Hu Jintao aan de macht is? vraagt Cai.
Stel dat ik geen van de twee verkies. Wat moet ik dan? Protesteren
misschien?
Op het Congres zal Hu het presidentschap waarschijnlijk overnemen van de
76-jarige president Jiang. Daarnaast zullen vijf van de zeven leden van het
Permanente Comité van het Politburo (dat de dagelijkse leiding van de Partij
verzorgt) vervangen worden. Acht november betekent dus de zwanenzang van een
generatie die al meegaat sinds 1949.
De meeste Chinezen praten niet graag over politiek. Meer dan 50 jaar nadat
partijvoorzitter Mao Zedong verklaarde dat het volk aan de macht was, blijft
de macht in handen van het Permanente Comité. Slechts enkele tientallen
mensen uit het kader van de CP zijn betrokken bij de opmaak van het nieuwe
leiderschap. De overgrote meerderheid van de 1,2 miljard Chinezen zal haar
leiders pas leren kennen als ze vanuit de Grote Hal van het Volk treden aan
het eind van het Congres. De modale Chinees kijkt ernaar en haalt zijn
schouders op.
Ontslagen werknemers als Cai, die met zijn vrouw en dochter in een smerig
huisje van dertig vierkante meter woont, hoor je wel eens klagen over de
gang van zaken. De Chinese economie groeit al jaren tegen een
duizelingwekkend tempo, maar dat gaat gepaard met massale afdankingen. Door
de toetreding tot de Wereldhandelsorganisatie moesten ettelijke
staatsbedrijven voor de bijl. Naar schatting 26 miljoen arbeiders werden
sinds 1998 ontslagen en slechts 17 miljoen daarvan hebben intussen nieuw
werk. Hier en daar breken spontaan betogingen uit. Maandag betoogden nog een
duizendtal werklozen in de provincies Liaoning en Jilin om achterstallige
lonen op te eisen.
Bij vele Chinezen leeft de hoop dat de nieuwe leiders kiezen voor openheid
en economische hervormingen, het pad dat China nu al enkele jaren bewandelt.
Concreet betekent dat voor velen meer comfort en minder armoede. Het leven
is er de laatste twintig jaar sterk op vooruit gegaan, zegt Ding Shuhui,
een verkoopster van middelbare leeftijd. Ik mag er niet aan denken dat we
terug naar de oude dagen van rantsoenen moeten. Ding verwijst naar de jaren
voor Deng Xiaoping, die een begin maakte met de omvorming van de
planeconomie. Twintig jaar buitenlandse investeringen hebben meer welvaart
en kapitaal gebracht maar ook meer corruptie, sociale ongelijkheid en
frustratie.
De mening van een weldoorvoede middenstandster als Ding hoor je vaak in
grote steden als Peking en langs de welvarende Oostkust, waar de dollars met
miljoenen binnenstromen. In het binnenland heerst meer armoede en worden de
meningen over het leiderschap veel scherper geformuleerd. Het
Informatiecentrum voor de Mensenrechten en de Democratie in Hong Kong
verwacht deze week behoorlijk wat protesten van sociaal achtergestelde
groepen, die hopen dat de partij hun stem hoort. Dat is een klassiek
fenomeen bij het vijfjaarlijkse congres.
Machtswissels in China gingen in het verleden altijd gepaard met geweld.
Toen Mao stierf in 1976 zetten de aanhangers van de afgezette hervormer Deng
Xiaoping een militaire coup op tegen de ‘Bende van Vier’, onder wie Mao’s
vrouw. En Jiang Zemin, het hoofd van de Communistische Partij, kwam in 1989
aan de macht nadat de partij besliste om het studentenprotesten op het
Tiananmenplein in de kiem te smoren en de hervormingsgezinde Zhao Zeyang aan
de kant te schuiven.
Deze herfst gaat de machtswissel echter bijna geruisloos voorbij, afgezien
van de arrestatie van een aidsactivist en enkele censuurmaatregelen op het
internet. Vele gewone Chinezen, die getuige waren van genoeg bittere
zuiveringen en extreme politieke campagnes, verwachten en hopen niet veel
meer dan rust. Het kan ons weinig schelen wie er na Jiang (Zemin) komt,
bekent Yang Gong, een 54-jarige ingenieur. Zijn opvolger zal toch weinig
verschillen want hij is grootgebracht door de huidige leiders. We willen
geen crisis of politieke vetes meer. We hebben er genoeg gehad.