Geweld tegen minderheidsgroepen in Irak blijft hoog

Nieuws

Geweld tegen minderheidsgroepen in Irak blijft hoog

Geweld tegen minderheidsgroepen in Irak blijft hoog
Geweld tegen minderheidsgroepen in Irak blijft hoog

De laatste Amerikaanse troepen verlieten zondagmorgen Irak als een dief in de nacht. Uit een rapport van de mensenrechtenorganisatie Minority Rights Group International blijkt intussen dat het geweld tegen de etnische en religieuze minderheden in het land alarmerend hoog blijft. Leden van deze groepen - vrouwen in het bijzonder - ondervinden hierdoor grote moeilijkheden om aan het openbare leven deel te nemen.

Voor Iraq’s Minorities: Participation in Public Life baseerde Minority Rights Group International (MRG) zich op 331 interviews die in 2010 door de Iraqi Minorities Council bij leden van elf Iraakse minderheidsgroepen afgenomen werden.

Een analyse van deze interviews wees uit dat hoewel de algemene veiligheidssituatie in Irak er de voorbije jaren op vooruit gegaan is, de leden van minderheidsgroepen onverminderd het slachtoffer van gericht geweld en wijdverbreide discriminatie vormen. Ze worden daarbij geconfronteerd met fysieke agressie en de vernieling van hun gebedsplaatsen en eigendom, en zien hun rechten onvoldoede beschermd door de Iraakse overheid.

Als een gevolg hiervan, zo besluit het rapport, ondervinden leden van minderheidsgroepen grote moeilijkheden om aan het openbare leven deel te nemen. Ze worden gehinderd bij de belijdenis van hun geloof, krijgen vaak geen toegang tot publieke diensten zoals onderwijs en gezondheidszorg, en vinden moeilijk werk. Tal van respondenten berichtten dat ze in het publieke leven vermijden om hun minderhedenidentiteit kenbaar te maken, vooral in de omgang met overheidsambtenaren.

‘Er is de indruk dat Irak langzamerhand richting meer stabiliteit aan het evolueren is, maar de minderheden hebben het gevoel dat ze van het openbare leven uitgesloten worden en dat het nieuwe Irak niet voor hen is’, legt Chris Chapman, hoofd van het Programma voor Conflict Preventie van het MRG, uit.

Marginalisering

In tegenstelling tot de bevolkingen van de meeste andere landen in de regio, is de Iraakse populatie enorm divers in termen van etniciteit en religie. Naast de sjiietische en soennitische moslims en de Koerden - de drie grootste gemeenschappen van het land -  huisvest Irak ook bijzonder veel etnische en religieuze minderheden. De christenen, Assyriërs, jezidi’s, Palestijnen en Roma’s zijn er daar slechts enkele van.

Volgens Fawzia Al-Attia, professor aan de Universiteit van Baghdad, heeft politiek en etnisch geruzie tot de discriminatie en marginalisering van deze minderheidsgroepen geleid. Hij legt uit hoe de Iraakse minderheden het vooral vanaf 2003, het jaar dat de multinationale Coalition of the Willing Irak binnenviel, hard te verduren kregen: ‘Dit probleem bestond niet in het verleden, maar na 2003 zijn politieke, religieuze en etnische banden cruciaal geworden bij de regeringsvorming.’

Er is de indruk dat Irak langzamerhand richting meer stabiliteit aan het evolueren is, maar de minderheden hebben het gevoel dat ze van het openbare leven uitgesloten worden en dat het nieuwe Irak niet voor hen is.

Ook Chapman betoogt dat vooroordelen en religieus extremisme opflakkerden als gevolg van de westerse inval in Irak, onder meer omdat minderheden soms met de multinationale strijdkrachten geassocieerd werden. ‘Een andere reden is het simpele feit dat de Irakoorlog de mogelijkheid bood om reeds bestaande spanningen tussen religieuze groepen in feitelijk conflict te laten ontaarden’, aldus Chapman.

Verplaatsing

MRG waarschuwt er in haar rapport voor dat het aanhoudende geweld tegen etnische en religieuze minderheidsgroepen er ook voor gezorgd heeft dat heel wat leden van deze groepen het land of hun oorspronkelijk woongebied ontvlucht zijn, waardoor soms hele gemeenschappen dreigen te verdwijnen.

In 2007 was reeds te lezen dat de leiders van religieuze minderheden in Irak de alarmbel luidden omtrent de toekomst van hun gemeenschappen. Een beweging van vertegenwoordigers uit minderheidsgroepen deed toen een oproep aan de Verenigde Staten om in Noord-Irak een semi-autonome regio met extra beveiliging voor minderheden in te richten.

De cijfers van het Centrum voor Monitoring van Interne Verplaatsing laten er alvast geen twijfel over bestaan dat in Irak disproportioneel veel leden uit minderheidsgroepen verplaatst worden. Volgens deze internationale organisatie waren 87 procent van de intern ontheemden in december 2010 soenniet of sjiiet en was dertien procent afkomstig uit minderheidsgroepen, die slechts een kleine vijf procent van de totale Iraakse bevolking uitmaken.

Vrouwen extra kwetsbaar

Tot slot wijst MRG er in haar rapport ook op dat vrouwen uit minderheidsgroepen zich in een extra kwetsbare positie bevinden: ‘Vrouwen uit minderheden vormen het voorwerp van geweld en discriminiatie omwille van hun geslacht én omwille van hun minderhedenidentiteit. Ze worden zowel vanuit de algemene samenleving als vanuit hun eigen gemeenschap gediscrimineerd.’

In tegenstelling tot de situatie van minderheidsgroeperingen, die door diplomaten, VN-vertegenwoordigers en humanitaire organisaties steeds meer erkend wordt, blijft de precaire positie van vrouwen uit minderheidsgroepen vooralsnog onderbelicht in media en beleid.